r VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1967 55e Jaargang No. 2899 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en teeteelt in Zeeland V Ontwikkeling en sanering Frankering bij abonnement: Terneuzea Verleden week vond te St. Philipsland onder grote belangstelling de aardappelrooi en -transportdemonstratie plaats. De foto geeft een overzicht van een gedeelte van het demonstratieperceel met op de voorgrond een tweetal tweerijige rooimachines aan het werk. Een ver slag van deze demonstratie is op pagina 9 en 10 in dit nummer opgenomen. ONS COMMENTAAR F\ E vorige week zegden wij toe op het ontwik- kelings- en saneringsaspect van het land bouwbeleid nog nader terug te komen naar aan leiding van dat wat er in de nieuwe landbouwbe groting over wordt vermeld. Wij lieten toen al door schemeren dat, naast uiteraard waardering voor een verhoging op zich van de post voor ontwikke ling en sanering, er toch ook bepaald teleurstel ling is over de mate van verhoging. Dit omdat er weinig zal overblijven voor een nieuwe aanpak, nadat de lopende verplichtingen zijn afgehandeld. Minder kan er gebeuren dan in de voorafgaande jaren, zo deelt de Minister zelf mede. Het belang van een goede en ruime opzet van met name de ontwikkelingskant van het fonds is bij herhaling van de zijde van het georganiseerde bedrijfsleven bepleit. Als voorbeeld van een dergelijk gezamen lijk pleidooi moet de brief, die het landbouwschap op 27 juni j.l. aan de Minister scheef genoemd wor den. Daarin wordt een dringend beroep op de Minis ter gedaan om ruime middelen voor het O.- en S.- fonds ter beschikking te stellen. Een krachtig struc tuurbeleid gedoeld wordt hier speciaal op het O.- en S.-fonds aldus het Landbouwschap is des te noodzakelijker nu het er in E.E.G.-verband alleszins uitziet dat een spoedige harmonisatie van het steunbeleid op zich laat wachten. Over dit laatste het uitblijven van deze har monisatie bestaat, zo menen wij uit de toelich ting op de begroting op te kunnen maken, weinig verschil van mening. Over het antwoord dat hierop van Nederlandse zijde gegeven moet worden blijft dit verschil van inzicht wel bestaan. Het O.- en S.- fonds is als zodanig met de huidige mogelijkheden moeilijk aan te merken. De Minister zoekt het bij het Ontwikkelingsfonds, gelet op dat wat-hierover in de begrotingstoelichting opgemerkt wordt, in de richting van subsidiëring van de beproeving van nieuwe ontwikkelingen op praktijkschaal. Hoe be langrijk het ook is om een potje achter de hand te hebben, waarmede bepaalde nieuwe aktiviteiten een stimulans gegeven kan worden, wij houden het op de opmerking van de Minister dat ook regelin gen van meer algemene aard niet geheel zijn uit gesloten. Ondanks deze voorzichtige terminologie en het beperkt budget menen wij dat het bedrijfs leven het de kant van deze algemene maatregelen uit moet sturen! DIJ het saneringsgedeelte van het fonds is het beeld hetzelfbe als dat van de ontwikkelings zijde. Bescheiden middelen voor voortzetting en veel lopende verplichtingen. Wij hebben hierover het onze gezegd op de laatste algemene vergade ring met name ook ten aanzien van deze verplich tingen. Het wachten is nu op de voorstellen van het fondsbestuur voor 'n herziening van de Sanerings regeling. Met klem zouden wij ook nu er nog eens voor willen pleiten om in de nieuwe regeling de sa neringsmogelijkheid voor de kleinere bedrijven niet af te snijden. Immers juist ook in deze groep van bedrijven komen er voor, die de mogelijkheid tot sanering willen benutten. Mede in dit verband hebben wij ook altijd wat gezien in de zgn. regeling II, die een uitkering gaf van tienmaal de pachtwaarde bij de beëindiging. De Minister memoreert in de begrotingsstukken de schorsing van deze regeling omdat deze o.m. ,,te zware financiële lasten" meebracht. Afgezien van het feit dat deze regeling II enkele lekken vertoonde was deze regeling II, zo dachten wij, allesbehalve duur. Iedere ha, die voor sanering werd ingeleverd, kostte evenveel en er waren geen langlopende ver plichtingen! Een suggestie in verband met de saneringsrege ling door de Minister gedaan, verdient onze bijzon dere aandacht. In de memorie van toelichting wordt n.l. de gedachte gelanceerd om de grond die door sanering vrijkomt, in eerste instantie aan te bieden aan de S.B.L. De verkoop aan de S.B.L. zou voor rang moeten hebben, aldus de Minister, indien de S.B.L. hiermede onteigende boeren zou kunnen compenseren. Of dat deze instantie hiermede zou kunnen uitruilen met gronden in verkaveling, waar door in de verkaveling de toedeling zou kunnen worden verbeterd. MET name de compensatie van onteigende boeren roept bij ons een aantal vragen op. Uitgangspunt voor ons is hierbij dat de keuzemoge lijkheid (ophouden of doorgaan met boeren) voor de onteigende boer blijft, anders zou een maatregel op dit gebied zijn doel voorbijschieten. En ook op fi nancieel terrein zijn er onbeantwoorde vragen. Toch vinden wij deze compensatiegedachte aan zienlijk beter dan het voorkeursrecht voor gemeen ten. En met de tweede gedachte: saneringsgrond dienstbaar maken aan de verkaveling, hebben we nog minder moeite. Wij hebben in onze provincie al eens geprobeerd dit te realiseren. Toen mocht het niet! Hoewel een nader onderzoek naar de mogelijk heden van een goede realisering van de genoemde gedachten moet volgen, menen wij dat de suggestie om het werkterrein van de S.B.L. voor deze ge noemde doeleinden uit te breiden een positieve be nadering verdient Pr.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 1