Technische aspecten melkmachine-installaties van het melkleiding type Jammer dat n er niet doorheen hunt kijken Esso Gas - in de fles waarop n kunt vertrouwen flET streven naar een verdere mechanisatie en rationalisatie van de melkwinning leidt er o.m. toe dat de belangstelling voor melkmachine-installa ties van het melkleidingtype sterk toeneemt. Daar e.e.a. echter nog in een zeker ontwikkelingsstadium verkeert bestaan er omtrent de meest gewenste con structie van onderdelen en installatie nog vele onbe kende faktoren. Het is echter zowel voor de melkvee houderij als voor de fabrikanten en installateurs van het grootste belang dat oplossingen zouden worden gevonden voor de vraagstukken op dit gebied. Dit is aanleiding geweest voor het Bestuur van het Land bouwschap om in april 1965 een commissie in te stel len die tot taak kreeg een nadere studie te maken van de verschillende aspecten van het melkleidingtype. Deze werkgroep heeft, na een ontwerp rapport aan melkmachineinstallatiefabrikanten en aan melkwin- ningsspecialisten van de Rijksveeteeltconsulentschap- pen te hebben voorgelegd (hetgeen aanleiding heeft gegeven tot het aanbrengen van enkele wijzigingen) een definitief rapport samengesteld. Overigens is de werkgroep ervan overtuigd dat slechts een gedeelte van het grote aantal vraagstukken in dit rapport be antwoord is. te verwachten sterke uitbreiding van het aantal melkmachines van het melkleidingtype maakt het echter gewenst dat nu reeds belanghebbenden van dat onderzoek en de opgedane ervaringen kunnen kennisnemen. De landbouwkundige eisen, uitgangs punten van het rapport, waaraan de melkwinning moet voldoen waren de volgende: de machine mag geen nadelige invloed uitoefenen op de gezondheid van de uier, ook wanneer het melken niet geheel vakkundig wordt uitgevoerd; de constructie van de machine en de wijze van aanleg mag aan de specifieke eigenschappen van de melk, in het bijzonder die van het melkvet, geen afbreuk doen; de constructie van de machine moet zodanig zijn, dat de kwaliteit van de melk in bacteriologische zin zo weinig mogelijk wordt beïnvloed, zonder dat aan* de reiniging van de verschillende onder delen onevenredig veel tijd moet worden besteed; de verschillende onderdelen van de machine mo gen geen materialen bevatten, die stoffen aan de melk kunnen afgeven, die een gevaar kunnen vor men voor de volksgezondheid of op andere wijze de kwaliteit van de melk in de ruimste zin be ïnvloeden; *~-arbeidstechnisch moet de machine eenvoudig zijn. De werkgroep kwam n.a.v. deze eisen tot de vol gende aanbeveÜngen waarbij wordt voorop gesteld dat herziening op korte termijn zeer wel noodzakelijk zal kunnen blijken in verband met te verwachten ont wikkelingen. Ook het éénleidingtype is daarom buiten beschouwing gelaten. ONDERDELEN Aanbevolen wordt: Vacuümpomp. Een vacuiimpomp te kiezen met een minimale luchtverplaatsing bij 38 cm Hg van 90 NI/ min. voor het eerste melkstel en daarbovën 40 Nl/min. voor elk volgend melkstel, vermeerderd met de hoe veelheid lucht nodig voor de werking van het opvang- gedeelte van de machine. Regulateur. Een regulateur te gebruiken, die geen grotere afwijking in het vacuüm kan veroorzaken dan 2 cm Hg. Leiding. Geen leiding met een binnendiameter van 24 mm te gebruiken; bij het melken met 2 melkstellen een naar één zijde op afloop of een horizontaal lig gende leiding met een binnendiameter van tenminste 34 mm toe te passen; bif het melken met 3 tot 5 melk stellen een horizontaal of op afloop liggende leiding 'met een binnendiameter van tenminste 34 mm aan te leggen met beide zijden aangesloten op de luchtaf- scheider; bij meer dan 5 melkstellen een leiding met een binnendiameter van tenminste 40 mm te gebrui ken. Bij te leveren een stuk leiding met twee aansluit- moffen voor noodreparaties. Bochten. Alleen bochten toe te passen met èen kromtestraal van meer dan 10 cm. Koppelingen. Van binnen vlak afgewerkte koppelin gen te gebruiken, die zo weinig mogelijk naden ver tonen. Bij het gebruiken van rubber sokken een ruimte van 2 tot 3 cm tussen de buiseinden aan te houden. Kranen. Eenvoudig te bedienen melkkranen te ge bruiken, die weinig lucht inlaten bij het aansluiten, weinig aanleiding geven tot vervuiling en gemakkelijk te reinigen en te desinfecteren zijn. Luchtafscheider. Een in het spoelsysteem opgeno men en gemakkelijk met de hand te reinigen lucht afscheider te gebruiken met een minimale inhoud van 15 1. Melksluis. Een in het spoelsysteem opgenomen en gemakkelijk met de hand te reinigen melksluis te ge bruiken, die een minimaal luchtverbruik heeft en waarbij bovendien de hoeveelheid lucht, die per keer wordt binnengelaten niet te groot is. Melkpomp. Bij voorkeur geen door het vacuüm aan gedreven membraanpomp toe te passen. Bovendien moet de melkpomp gemakkelijk met de hand te reini gen zijn. Filters. Alleen daar filters toe te passen, waar de lucht voor het filter wordt afgezogen. Pulsator. De pulsator zodanig te plaatsen, dat geen extra handelingen behoeven te worden verricht bij het aanbrengen van het melkstel. Materialen. Geen polyaethyleen te gebruiken voor leidingen, waar bij normaal gebruik melk komt. Ook geen aluminium en koper of legeringen, waarin deze materialen voorkomen, te gebruiken voor onderdelen, die in aanraking komen met melk, reini- gings- of desinfectiemiddelen. Een doorzichtig stuk in de melkslang(etjes) of klauw aan te brengen en waar mogelijk doorzichtig materiaal te gebruiken voor de leidingen, waardoor de melk wordt getransporteerd of bij gebruik van roest vrij staal een doorzichtig stuk aan te brengen. SAMENSTELLING EN AANLEG Bij de samenstelling en aanleg van een melkmachine van het melkleidingtype gelden de volgende aan bevelingen: 0 Het vacuum zodanig af te stellen dat dit in de .korte melkslang gemeten, wanneer geen melk meer in de leidingen is, niet meer dan 40 cm Hg kan bedragen. De capaciteit van de verschillende onderdelen zorg vuldig op elkaar af te stemmen, in het bijzonder die van het opvanggedeelte. 0 De regulateur tussen de vacuumpomp en het op vanggedeelte van de melk op de vacuumleiding te plaatsen. 0 In de leidingen geen verhoging aan te brengen. 0 De leiding zo mogelijk op een geringe afloop te leggen. 0 Geen vernauwingen of verwijdingen in de leiding aan te brengen. 0 Als direkt onder vacuum in de bussen wordt ge molken, een luchtafscheider te plaatsen, zodat niet de lucht door de bussen wordt gezogen. 0 De doorlaat van driewegkranen in overeenstem ming te brengen met de binnendiameter van de leiding. 0 In de melkleiding geen extra lucht toe te laten en geen gaatje te boren aan het einde hiervan. 0 Zo dicht mogelijk bij de luchtafscheider een auto matische afsluiter in de vacuumleiding aan te bren gen. 0 Geen filters in de melkslangen toe te passen. 0 Zo veel mogelijk onderdelen in het spoelsysteem op te nemen. 0 Alleen tijdens het spoelen een lucht inlaat aan het einde van de spoelleiding aan te brengen. 0 Indien een afsluiting tussen tepelhouder en melk bussen nodig is, deze binnen direkt handbereik aan te brengen. Want dan zou u kunnen zien dat een fles Esso Gas maximaal gevuld is met zuiver butaan. Dat is het gas met het hoogste aantal warmte-eenheden per kilo. Neem dus geen risico. Neem Esso Gas! Het ongeschonden zegel aan de fles is uw waarborg voor kwaliteit èn inhoud.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 17