Oostelijk Flevoland
in opbouw
were
voor
dersA
bouv
gepli
slecb
naar
is en
in d;
bepl;
dere
daire
teliji
mere
storr
DE l
70
Flevc
wezei
pacht
Op
en d
daar
lande
ben 1
diene
genot
2-jar'
tisch
gevra
de be
teren
pacht
per h
ƒ3.00
voor
ten. k
het b
150(
meng
een v
Aai
delen
staan
gende
Vck
uit ei
famiL
van c
Ooste
de ge
thans
gedee
MET recht kan geschreven worden dat de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders het grootste land
bouwbedrijf van Nederland exploiteert. In Oostelijk Flevoland heeft deze dienst momenteel zo'n
14.000 ha als landbouwbedrijf tijdelijk in beheer met een bouwplan dat erop gericht is om de gronden
na ontginning in minimaal 5 jaar geschikt te maken voor de definitieve agrarische bestemming; voor uit
gifte aan boeren en fruitkwekers.
Enkele cijfers van de totale oppervlakte van O.Flevoland, 54.000 ha is momenteel ca tweederde in
cultuur gebracht en zijn jaarlijks zo'n 22.000 ha bij deze dienst in bewerking. Jaarlijks wordt er een
31003700 ha nieuw ontgonnen gronden toegevoegd en ongeveer een areaal van dezelfde omvang uit
gegeven. In pacht (inclusief bedrijven in eigen beheer) zijn reeds 11.535 ha uitgegeven en in erfpacht
4045 ha. Van de totaal beschikbare oppervlakte zal 40.000 ha (bestemd worden voor akker- en weide-
bouw, 2500 ha voor de fruitteelt en is de rest voor bijzondere bestemmingen zoals woonkernen, reser
vaten, wegen, waterlopen, bos en recreatie gereserveerd.
f f
m
r:*.
GELEERD door de slechte ervaringen bij vroe
gere inpolderingen brengt de Rijksdienst IJs
selmeerpolders zelf de drooggevallen gronden in
cultuur. Met als begin modder, waarop voorlopig
riet wordt ingezaaid wordt jaarlijks zo'n 3500
3700 ha ontwaterd, grondverbeteringen uitgevoerd,
zaaiklaar gemaakt, gezaaid, geoogst enz. Dit over
een periode van vijf jaar, waarin ook de boerde
rijen, woningen enz. worden gebouwd. De geringe
draagkrach't van de grond beperkt de gewassen-
keuze. Hakvruchten zoals aardappelen en suiker
bieten zijn dan ook niet in het bouwplan opgeno
men; wel granen, koolzaad, lucerne en vlas. Door
de combinatie van cultuur technische, landbouw-
kundige en bosbouwkundige werkzaamheden (de
Dienst is met zijn jaarlijkse bosinplant van 4 a 500
ha per jaar verreweg het grootste bebossingsbedrijf
in Nederland!) en door het inschakelen van loon
werkers voor bespuitingen, het zaaiklaar verhu
ren van grasland en het op stam verkopen van
lucerne kon ondanks het „abnormale" bouwplan
toch een goede arbeidsverdeling worden verkregen
voor de 740 arbeiders die deze werkzaamheden uit
voeren.
mogelijk blijven. Teneinde de transportmoeilijk
heden niet te vergroten worden de installaties nu
buiten de woonkernen geplaatst.
Onderzoek heeft aangetoond, dat onder de heer
sende klimaatomstandigheden met voordeel dors-
capaciteit door droogcapaciteit kan worden vervan
gen. Dit heeft tot gevolg, dat het aantal werkbare
uren van de maaidorser- en transportchauffeurs
aanzienlijk kan worden opgevoerd, waardoor het
aantal benodigde dors- en transporteenheden kan
worden verminderd. Als gevolg hiervan is in 1966
het aantal maaidorsers verminderd van 100 tot 82,
bij een gelijktijdige verhoging van de droogcapaci
teit van 45 tot 60 ton per uur.
De 50.000 ton produkt worden over een afstand
van gemiddeld 10 km naar de drie graanverwer-
kende installaties vervoerd, met behulp van 50-pk
trekkers, die 7 ton produkt in twee wagens ver
voeren. Met behulp van zware (100 pk) wieltrek-
kers en wagens met een draagvermogen van 6 ton
per wagen (12 ton per stel) kan het aantal be
nodigde transportchauffeurs nu vrijwel worden ge
halveerd. In verband hiermede zijn 20 trekkers en
80 wagens aangekocht.
0OK de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
streeft naar een rationele bedrijfsvoering. Ook
daar werkt de stijging van de loonkosten in de ex
ploitatie bijzonder door.
Door steeds verdergaande mechanisatie, verbe
terde werkmethoden en aanpassing van de gehele
organisatie is het mogelijk het aantal arbeidskrach
ten geregeld te verminderen. Sinds 1963 vloeit jaar
lijks ca. 10 van het arbeidsbestand af en ligt
momenteel op het huidige niveau van ca. 740 man.
Daartegenover staat dat het per man geïnvesteer
de bedrag in machines sterk steeg, n.l. van 29.000
per man in '62 tot ca. 40.000 per man in 1966.
Het bouwplan van de eigen dienst voor 1967 laat
het volgende beeld zien:
Koolzaad 3.700 ha
Winter- en zomertarwe 5.350 ha
Zomergerst 4.000 ha
Haver 1.100 ha
14.150 ha
Lucerne (verkoop op stam) 1.800 ha
Verhuurd land (vlas, graszaad, erwten) 2.050 ha
18.000 ha
iyE graanoogst van dit jaar laat zich, met een
meeropbrengst van 10 boven het gemid
delde bijzonder gunstig aanzien. De verwachtingen
zijn hoog gespannen en zullen hoger zijn dan in
vorige jaren, ook die van 1964. Niettegenstaande
op dit groot bedrijf door rassenkeuze, variërende
stikstof diening enz. de mogelijkheden om tot een
maximale oogst te komen, worden uitgebuit, blijft
het weer toch de doorslaggevende faktor of een
topoogst, goede of minder goede oogst wordt ver
kregen.
Het zwaartepunt der investeringen ligt momen
teel daar, waar de beste resultaten zijn te verwach
ten, n.l. bij de oogst van graan en koolzaad.
Dit onderdeel vormt, gezien de korte beschikbare
periode, een belangrijke arbeidstop in het bedrijf.
Tijdens deze periode moet n.l. 50.000 ton produkt
worden gedorst, vervoerd en verwerkt. Na voor
bereidend onderzoek van de afdeling Operationeel
Onderzoek vindt verhoging der arbeidsproduktivi-
teit plaats in de volgende onderdelen van het oogst-
proces.
Berekend is dat de totale kosten, verbonden aan
transport en verplaatsing der installaties, minimaal
zijn, als met 3 verspreid liggende installaties wordt
gewerkt, die eens per 10 jaar worden verplaatst; de
gemiddelde transportafstand bedraagt dan ca. 9
km. Als gevolg hiervan is de huidige installatie zo
danig gebouwd, dat de transportafstanden zo klein
DE verwerking van het graan is gericht op een
zo gering mogelijke personeelsbezetting. Per
ploeg zijn hierdoor niet meer dan 2 man bedienend
personeel nodig. De laatstgebouwde graanverwer-
kende installatie (D 33) is geschikt voor de ver
werking van ca. 16.000 ton produkt, die elk jaar
door 30 maaidorsers op een oppervlakte van ca.
4000 ha wordt geoogst. De installatie, die verplaats
baar is uitgevoerd, ligt nu zo ver mogelijk vooruit
geschoven op de grens van het ontgonnen en het
niet-ontgonnen gebied. Volgens de huidige plannen
zal de installatie ook een deel van de oogsten in
Zuidelijk Flevoland moeten verwerken. Bij 't ont
werpen is rekening gehouden met een zo efficiënt
mogelijke aan- en afvoer van resp. de volle en de
lege wagens. De chauffeur weegt zelf de wagens, zet
de volle wagens in depot en haalt lege wagens uit
depot. Een aparte loschauffeur verzorgt het lossen
van de wagens. De ontvangstcapaciteit is geheel op
de produktie afgesteld, nl. 120 ton per uur. De in
stallatie bestaat uit drie delen, nl.: het machine
gebouw met een 20-tons droger; een bufferruimte
van 3000 ton, bestaande uit geventileerde, zelflos
sende cellen van 250 ton elk; de afleveringsruimte
voor lossing in het schip a 60 ton per uur, met vol
automatische weegmachine. Het gebouw bestaat uit
een stalen frame, dat met platen van asbescement
is bekleed; de' bufferruimte bestaat uit houten cel
len. De bouw werd, dank zij de grondige voorberei
ding en de medewerking der aannemers, na ca. 1
jaar voltooid. De bouwkosten bedragen 1.700.000,
d.w.z. een investering van 400 per ha.
ENKELE GEGEVENS OVER DE INSTALLATIES
Dronten Biddinghuizen
D 33
Bufferruimte
4000
4000
3000
(in tonnen)
Ontvangstcapaciteit
80
80
120
(ton/uur)
Droogcapaciteit
20
20
20
(ton/uur)
Aantal silo's
40
40
12
Inhoud per silo
100
100
250
(in tonnen)
TUSSEN de destijds gemaakte planning voor de
N.O.P. en de opzet die nu in Oostelijk Flevo
land wordt gevolgd, zijn een aantal belangrijke ver
schillen. In de N.O.P. werd van een kavelgrootte
van circa 24 ha uitgegaan. In O. Flevoland is deze
gebracht op 30 ha. De bedrijfsgrootte is aangepast
aan de aan de gang zijnde ontwikkeling naar gro
tere bedrijven. Bij de bedrijfsgrootte in de N.O.P.