Ml
- - -1111
10
T'
:-«y.
»r*v^ .-.v -
Een „bed" van 3 rijen palen, waarbij de rijen V/2 m van elkaar staan.
Overzichtfoto tijdens het plaatsen van de palen. De mannen
per in de grond.
Boomvorm en plantafstand staan weer meer dan
ooit in de belangstelling. De inzichten hierover wi>
zigen zich snel. Zo snel. dat velen het niet meer
M kunnen bijhouden.
Tot vorig jaar was 1000 1500 bomen per ha nor-
maal. met plantafstanden die veelal varieerden van
4 x 2.50 m tot 3 50 x 1.75 m. Dit jaar kwam er door
de invloed van een 4-jarig perceel op de proeftuin
te Ulestraten onverwachts een ..doorbraak naar
3.000 bomen per ha (3 x 1 m).
Terwijl de meeste telers nog bezig zijn om deze
omslag (met gemengde gevoelens) te verwerken,
is er al weer een nieuwer plantplan met nog nau
were plantafstanden. Dat nauwere wordt bereikt via
„beddenteelt". Het beddensysteem is reeds acht
jaar geleden naar voren gebracht door de heren
ir. A. S. de Bruyne en H. J. Blaas van het I. V. T. te
Wageningen, doch de tijd was er toen nog niet rijp
voor. Nu lijkt het meer kans tè maken.
HOGERE PRODUKTIE?
Met „beddenteelt" wil men een vroegere produk-
tie en op latere leeftijd ook een hogere produktie
bereiken dan met alle tot nu toe gebezigde syste
men.
Die vroegere produktie komt er ongetwijfeld uit.
De eerste 4 jaar na het planten geeft elke boom op
IX vrijwel evenveel kilo's, dus hoe meer bomen,
hoe hoger de opbrengst per ha. Dat ziet men ook in.
Ulestraten.
Maar tevens hoopt men op een hogere produktie
op latere leeftijd. Tot nu wordt met vrijwel elk
plantsysteem en elke boomvorm evenveel per ha
geoogst, wanneer de beplanting in volle produktie
is. Hoogstammen, struiken, grote spillen, kleine
spillen, het maakt niet veel uit. Van een 3x1 m-
beplanting zal men waarschijnlijk na het 5e en 6e
jaar ook niet meer oogsten als van een ruimere
spillenaanplant, mits die een goede beplantings
dichtheid heeft.
Waarom dan met beddenteelt wel hoger? De
redenatie is, dat de 3 meter ruimte tussen de rijen
niet nodig is voor de belichting, doch voor het ge
makkelijk werken. Door de ruimte beter op te vul
len, zou men dus aan hogere produktie kunnen
komen.
Het voordeel van de vroegere produktie wordt
grotendeels te niet gedaan door hogere insteek-
kosten. Het voordeel van een hogere produktie op
latere leeftijd zou blijvend zijn.
BEDDENTEELT MET 4500 BOMEN PER HA
Te Anna Jacoba op St. Philipsland wordt dit
najaar 15 ha volgens het „beddensysteem" aan
geplant. Het bedrijf wordt geëxploiteerd door een
driemanschap, bestaande uit de heren M. C. van
Dijke, J. A. Klompe en G. J. de Jager. Als bedrijfs
leider is de heer Han van den Berge aangesteld,
een lid van het bekende fruittelersgeslacht te Tho-
len.
Vorig jaar werden de windschermen reeds ge
plant. Thans is men bezig de palen in de grond te
zetten en straks volgt uiteraard het planten van de
boompjes.
De plantafstapd bedraagt 1,50 x 1 m, met om de
drie rijen een „werkpad" van 3 meter. Dat wil zeg
gen dat er 50 meer bomen per ha komen dan bij
een 3x1 m-beplanting, zodat men aan ca. 4500
bomen per ha komt!
de achterhoede drukken de nalen die- Het sortiment zal beknopt zijn: 60 Golden
de achterhoede druKKen de paien die Delicioug 40 Winston. Vooral de Winston zal
menigeen riskant voorkomen, omdat dit ras sterker
en breder groeit dan de Golden en ook minder ver
takt, zodat het niet gemakkelijk lijkt er een boom-
pje van 1 meter van te maken. Men verwacht ech
ter een kalme groei en door vrij hoog planten kan
I de groei nog verder afgeremd worden. Verder heeft
-1 men veel vertrouwen in het vakmanschap van de
heer Van den Berge. Die kan niet alleen met de
ff bomen praten, maar bovendien nog verstaan wat ze
o- - -> -:::M terug zeggen.
De berg van palen wordt snel kleiner.
■Hl
ACHTDUIZEND PALEN PER DAG
Om verscheidene tientallen duizenden palen in
de grond te zetten is een heel karwei. Door volgens
een bepaald, goed uitgekiend systeem te werken
verloopt alles echter vlot.
Vanzelfsprekend wordt eerst uitgezet, waarbij
duidelijk wordt aangegeven waar de rijen moeten
komen. Daarna wordt met een zware trekker met
het mes van een moorploeg een 40-50 cm diepe
gleuf getrokken. Vervolgens rijdt men hierlangs
met een met palen beladen wagen en worden de
palen direct van de wagen in de grond gedrukt.
Eén man geeft de palen aan, één man geeft aan
waar de paal in de grond moet (met behulp van
een draaibare driehoek met zijden van één meter)
en één man drukt de paal een eindje de grond in.
Daarachter komen weer enkele personen die de
palen met wat heen en weer wiegen dieper duwen.
Tenslotte rijdt men er nog een keer langs en geeft,
staande op een wagen, nog een fikse klap na met
de slegge.
In totaal wordt met 9 a 10 personen geWerkt,
plus drie trekkers en twee wagens. Bij goed weer
kwam men aanvankelijk tot vijfduizend palen per
dag. Naarmate men langer bezig was, kreeg men
beter de slag te pakken, zodat het tempo zelfs werd
opgevoerd tot ruim achtduizend palen per dag!
Wie weet welke prestaties verder nog geleverd
zouden worden, als het einde niet zo snel in zicht