IMMOH
TRACTOREN
DE NIEUWE
H. ENGLEBERT N.V.
Oogst snijmais als het
gewas er rijp voor is
8
Ir. W. R. BECKER,
P. A. W., Wageningen
VAN DEEGRIJPE MAISGEWASSEN
KOMT HET BESTE KUILVOER
Onervaren maisverbouwers willen vaak te vroeg
oogsten, omdat zij menen dat het gewas een groen
en sappig groenvoeder moet leveren. De beste snij
mais om in te kuilen is echter een bijna rijp graan
gewas, waarvan de harde, deegrijpe korrels het
voedzaamste bestanddeel vormen.
Uitstel van de oogst, tot een goede rijping is be
reikt, verbetert niet alleen de kwaliteit van het
voeder maar ook de opbrengst aan voederwaarde
neemt na het begin van de melkrijpheid nog wel
met 10 a 15 toe.
De korrel vertelt u dus wanneer het tijd is om te
oogsten. Dat de bladeren dan al gedeeltelijk ver
dord kunnen zijn, is geen bezwaar voor het inkui
len.
Een goed rijp gewas met veel -kolven bevat per
kilo 140 a 180 gram zetmeelwaarde in 240 a 280
gram droge stof. Een te groen geoogst gewas komt
meestal niet verder dan 110 a 115 gram zetmeel
waarde in ca. 200 gram droge stof per kilo.
Vroege gewassen kunnen na warme zomers soms
omstreeks 20 september rijp genoeg zijn. Meestal
wordt het eind september-begïn oktober, bij late
gewassen half oktober of nog later.
Na half oktober wordt het meestal te koud om
het gewas nog te laten rijpen. Als de bladeren be
vroren zijn, is er geen rijping meer mogelijk. Be
vroren mais moet zo spoedig mogelijk worden ge
oogst en ingekuild.
Een ernstig door builenbrand aangetast gewas
komt gelukkig zelden voor. Een dergelijk gewas
kan veelal beter bij het begin van de melkrijpheid
worden ingekuild. Dan zijn de meeste builen nog
niet zwart.
GOED OOGSTEN, DAT IS GOED KNEUZEN
Goed kneuzen is een eerste stap naar goed voer.
Een goed kort en murw gekneusd produkt wordt
gemakkelijk geperst. Er blijft geen lucht in en het
zal daardoor niet gaan broeien. Machines, die alleen
hakselen, zonder kneuseffect, moeten zeer kort
snijden (max. 2 cm).
In sleufkuilen en vooral in broodkuilen is dit
produkt echter moeilijk vast te persen. Zeer onge
wenst zijn grove stukken in het voer, ook al om
dat het vee dan gaat „zoeken" en morsen.
VOLLEDIGE MECHANISATIE
SPAART ARBEID EN KWALITEIT
Met een goede maaikneuzer of veldhakselaar met
een maismond en een sterke trekker (minstens 50
pk!) kunnen vijf man in 6 a 8 uur één hectare snij
mais oogsten en inkuilen. Het lossen van de wagens
in de silo met behulp van een kraan spaart één man
uit. Het gebruik van loswagens maakt het moge
lijk om met slechts drie man te volstaan. Dan moe
ten echter ook drie trekkers beschikbaar zijn: één
op het land voor de machine, één voor het trans
port en één om de massa in de kuil vast te rijden.
De trekker voor de machine moet niet alleen
veel kracht hebben, hij moet die ook kunnen ge
bruiken. De motor moet dus zijn volle vermogen
kunnen leveren bij het toerental van de aftakas dat
voor de oogstmachine nodig is. Daalt het toerental
bij een zware plek of een volle wagen, dan is de
motor niet sterk genoeg, of de overbrenging maakt
voldoende toeren onmogelijk. Dan moeten er riem-
schijven worden verwisseld.
Voldoende toeren bij de oogstmachine is een eer
ste vereiste om te voorkomen dat het produkt te
grof in de kuil komt.
Het spreekt vanzelf dat de wegens hoge oogst-
hekken moeten hebben.
MACHINE MET GOEDE MAISMOND
VERDIENT DE VOORKEUR
Het werk is dan eenvoudig en verloopt vlot. Rij
voor rij wordt het gewas in een behoorlijk tempo
geoogst.
Bij ontbreken van een goede maismond kan men
zich met een maaikneuzer als volgt behelpen. Aan
een trekker wordt een grote vork van buizen of
heiningpalen gemaakt, die recht vooruit steekt
Deze trekker rijdt over het gewas, steeds twee rijen
tussen de wielen. De planten vormen nu een zwad,
waarin ze met de toppen over elkaar hangen. De
maaikneuzer rijdt nu tegen dit zwad in, pakt de
planten dus bij de toppen. Bezwaren tegen deze
methode zijn:
1. De kneuzer verwerkt het dubbele zwad moei
lijk, waardoor het tempo of het kneuzen, meest
al echter allebei, onder de maat blijven.
2. De kans op vervuiling met grond neemt toe.
Ten gevolge hiervan ziet men vaak dat de kuil
minder goed slaagt en bij het voeren gaat broeien.
De verliezen in de kuil en in de stal nemen dan
snel toe.
GOEDE KWALITEIT
IS GOEDE BEWARING WAARD
Snijmais is door zijn samenstelling (veel zetmeel
en suiker) bijzonder geschikt om in te kuilen.
Lucht, water en grond in het kuilprodukt beder
ven de kwaliteit door broei en schimmel. Hierdoor
kunnen grote verliezen ontstaan. De kuil of silo
moet dus goed boven het grondwater blijven. In
wateren langs de inritten mag niet mogelijk zjjn.
Een sleufsilo of sleufkuil moet een bodembreedte
van minstens 3V: meter hebben, van boven iets
meer. Het vastrijden met een wieltrekker (géén
dubbele achterwielen!) kan dan spoor naast spoor
gebeuren.
Een broodkuil moet goed schuin opgezette zij
kanten hebben, zowel voor het goed en veilig vast
rijden als voor een gelijkmatig gronddek. Om zo
weinig mogelijk grond met de banden mee te nemen
wordt wel stro, kanthooi of rijshout op de inritten
gespreid. Gedurende het vullen wordt de massa dus
steeds vastgereden. Daarbij wordt de bovenkant
goed rond en in de lengte hellend afgewerkt voor
de afwatering. Het vullen, afwerken en afsluiten
moet bij voorkeur in één dag gebeuren. Dadelijk na
het afwerken wordt een royaal brede plastiekbe
dekking (0,1 mm dik) aangebracht en, van de zij
kanten af te beginnen, met een minstens 40 cm dik
ke grondlaag belast.
Begint men het gronddek in het midden aan te
brengen, dan zakt de hoop daar het sterkste in, wat
het gevaar van inwateren weer vergroot. Vooral bij
broodkuilen ziet men dit vaak. Bovendien wordt de
bedekking van de zijkanten dan onvoldoende. Grote
verliezen door broei zijn daardoor vaak ontstaan.
In een ouderwetse ronde silo is persen geduren
de het vullen onmogelijk. Daar moet wel een grond
dek van een meter dikte op.
De verliezen door broei en schimmel zijn soms
enorm groot wanneer deze zorgen worden ver
waarloosd. Het komt voor dat naar schatting één
derde van het beschikbare voeder verloren gaat.
Daardoor wordt het overblijvende voer dan ander
half maal zo duur als nodig is.
Het is beslist nodig om zelfs een begin van broei
bij het vullen te voorkomen, want ook een weer
afgekoelde kuil blijkt vaak bij het voeren opnieuw
te gaan broeien. Tenslotte is het aan te bevelen om
ten minste zes weken te wachten vóór het voederen
begint.
DEALERS
Fa. J. van Dixhoorn, Terneuzen - tel. 01150-2213 Heesters-Roosendaal N.V.,
Spoorstraat 79, Roosendaal - tel. 01650-6652 O Smederij M. Leenpoel, Kam
perland - tel. 01107-336 ft Fa. G. L. Slabbekoorn, Kloetinge - tel. 01100-6606
ft Fa. P. Steutel, Landbouwmechanisatiebedrijf, Zierikzee - tel. 01110-3118
ft Garage Gebrs. Vervaet, Biervliet - tel. 01152-400.
AFDELING LANDBOUW# VOORSCHOTEN#TELEFOON 01717-2010
Het concern der International Harvester
Company heeft bijna 60 jaar ervaring
inTractorfabricagejn welke periode over
de 4.000.0001.H. Tractoren werden ge-
Uéuwd. De nieuwe EEG-Serie omvat
thans de 323-353-423-523-624, dus
een keuze uit een serie van 5 machi
nes. Bij deze uiterst moderne Tractoren
staan kwaliteit en bedrijfszekerheid
nummer één. Bovendien is de priji
aantrekkelijk, het onderhoud beslist
goedkoop en de latere inruilwaarde uit
zonderlijk hoog. Een Mc Cormick Trac
tor is nog altijd de beste investering.