Wmm
13
gen en ze diep in de grond weg te stoppen op een plaats waar
nimmer uien verbouwd zullen worden. De besmetting op het per
ceel kan hiermede beperkt worden.
Suikerbieten
Waarschijnlijk zal zo tussen 2025 september er wel een be
gin met de suikerbietenoogst gemaakt moeten worden. Zorg bij
het machinaal rooien voor een goede afstelling van de kopappa-
raten en de rooischaren of lichters. Tracht de rooiverliezen zo
klein mogelijk te houden. Maak de hopen, van de pas gerooide
bieten, neit te hoog om broei hierin zoveel mogelijk te voorkomen.
GRONDBEWERKING EN ONKRUIDBESTRIJDING
De maand september is nog zeer geschikt voor het uitvoeren
van stoppelbewerkingen. Alleen onder droge omstandigheden
heeft dit zin, is de grond nat dan worden door het bewerken
de kansen op verslechteren van de struktuur vrij groot.
Dit jaar is er een flinke aantasting door de gele roest geweest.
De eerste besmetting was afkomstig van overgebleven opslag
van het vorige jaar.
Gele roest houdt zich gedurende de periode dat er geen tarwe-
gewas op het land staat (augustusoktober) in stand op doorwas
en opslag. De schimmel gaat dus over van groene plantendelen
naar groene plantendelen. Bewerk daarom de percelen zonder
groenbemesting, na het kiemen van de tarwekorrels voldoende
intensief en probeer de opslag van de tarwe te vernietigen. De
basis voor een mogelijke besmetting voor het volgend jaar wordt
daardoor kleiner.
Na het aardappelrooien blijft de gezeefde grond als éen zeer
kwetsbare bovenlaag achter. Vooral bij veel regen verslempt deze
tot een breiachtige laag. Tracht zo snel mogelijk na het rooien
de grond met een kultivator open te trekken, opdat grotere en
grovere brokken uit de vaste onderlaag naar boven komen. Het
regenwater zal er dan beter door heen zakken en de verslem-
ping tegengaan. Daar waar nog stalmest uitgereden moet wor
den, moet getracht worden deze zo mogelijk onder te ploegen
om de verliezen aan stikstof te beperken.
Plaatselijk is er veel schuimaarde aangekocht. Het is nu de
tijd om deze uit te strooien en ze goed door de bovengrond te
mengen. Hoe beter deze vermenging is, hoe beter het te berei
ken resultaat zal zijn.
Percelen waar het 2,4-D amine tegen het klein hoefblad is ge
spoten moeten minstens 4 weken met rust worden gelaten, dan
mogen er weer stoppelbewerkingen worden uitgevoerd. Het zaaien
van tarwe is pas zes weken na de toepassing mogelijk. Óp per
celen waar TCA tegen kweek is gebruikt, kan in geen geval win
tertarwe worden ingezaaid. Na 4 weken mag hierin ook weer
worden gewerkt.
Reeds in deze maand wordt in de zwaardere polders een begin
gemaakt met het op wintervoor ploegen. Denk daarbij dat het niet
persé noodzakelijk is om klaver en wikken volledig onder te ploe
gen. Boven blijven liggen is niet bezwaarlijk, daar deze planten
toch afsterven. Bij grasgroenbemesters is het wel noodzakelijk
dat al het gras door een laag grond bedekt wordt. Zorg dan ook
voor goede voorscharen die het gras goed in de voor brengen en
voor ploegristers die de grond goed keren. Denk daarbij aan de
spuitkosten die in het voorjaar nodig zijn om het onvoldoende
ondergeploegde gras dan dood te spuiten.
GRONDMONSTERNAME
Nu vele gewassen het veld hebben geruimd, is het de juiste
gelegenheid tot het laten nemen van grondmonsters voor vol
ledig onderzoek en in verband met het bouwplan van de volgen
de jaren voor onderzoek op bietencystenaaltjes en uienstengel-
aaltjes. Bij het definitief vaststellen van uw bouw- en bemes
tingsplan kunnen de uitslagen en adviezen dan hun nut hebben.
HET BOUWPLAN 1968
Een deel van het areaal is reeds ingezaaid met graszaad, karwij
en luzerne. Voor verreweg het grootste deel van het areaal moet
in deze tijd een keuze gemaakt worden. Bij deze keuze dienen
diverse faktoren te worden overwogen, o.a.:
a. de beschikbare arbeid; b.v. is handhaving of uitbreiding van
het hakvruchten mogelijk.
b. financiële resultaten; neemt u weer vlas en/of erwten in het
bouwplan.
c. vruchtwisseling; loopt u bij het sterk uitbreiden van een be
paald gewas de kans, dat uw resultaten meer afhankelijk zijn
van het voorkomen van ziekten en plagen.
In ieder geval moet nu de beslissing genomen worden over te
verbouwen oppervlakte met wintertarwe. Door de voetziekte zal
gelet moeten worden of niet te snel op eenzelfde perceel met
tarwe wordt teruggekomen. Eventueel kan de rassenkeuze door
geringe verschillen in vatbaarheid hiernaar aangepast worden.
Dit artikel is gericht op dit werkzaamheden die in deze maand
dienen te geschieden. Welbewust in verband met de voetziekte
moeten we het wintertarwe zaaien persé niet in deze maand doen
plaatsvinden, maar verplaatsen tot na het midden van de vol
gende maand.
Het jonge grasland vraagt vooral onze aandacht voor wat be
treft de chemische onkruidbestrijding. De stand en de ontwikke
ling van het graszaad, de soorten van onkruid alsmede het tijd
stip van spuiten bepalen de keuze van het spuitmiddel. Extra
aandacht vraagt dat graszaad dat in granen is ingezaaid en waar
nu graanopslag in voorkomt. Overleg met de kontrakterende fir
ma, over de chemische bestrijding hiervan, is dan noodzakelijk.
Wat de weersomstandigheden aangaat is het erg aantrekkelijk
om jonge luzerne van onder vlas of een graangewas gekomen nog
in deze maand een keer te maaien. Veel beter is het om, zoals
uit enkele proeven is gebleken, dit pas na half oktober te doen.
Ook stroresten worden dan gelijk afgevoerd.
GRASLAND
Tot half september is het zeer goed mogelijk om N op het gras
land te strooien. Bij goed weer kan dan lang over goed en vers
gras beschikt worden. Eventueel kan nog gras gemaaid en tege
lijk met bietenkop en -blad ingekuild worden. Hiervoor kan ook
het gras van grasgroenbemesters worden benut.
VEE
Zodra de weersomstandigheden maar iets minder worden, is
het gewenst om de kalveren zo goed mogelijk op stal te zetten.
Vrijwel steeds gaat het langer buiten blijven van de kalveren
ten koste van hun gezondheid.
Het oogsten van de
uien zowel het pluk
ken het keren als het
oprapen wordt steeds
meer gemechaniseerd.
Nevenstaande foto's
geven hiervan 'n goed
beeld.
- V
r'/
MÊmMÊÈm
i