V' LET OP UW ZAAK VRIJDAG 25 AUGUSTUS 1967 55e Jaargang No. 2894 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland Frankering bij abonnement: Terneuzeii I—J ET is alweer een jaar geleden dat van overheidswege de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening is ver schenen. In deze wordt getracht een visie te geven op de toekomstige inrichting van ons land. De in deze nota naar voren gebrachte ideeën hebben ook in de landbouw heel wat tongen in beweging gebracht. Hoewel het voor een groot deel nog slechts plannen zijn en iedere blik in de toekomst met een grote mate van nuch terheid en voorzichtigheid gepaard dient te gaan, dient men toch thans reeds met betrekking tot bepaalde onderdelen op de hoogte te zijn. In de praktijk beginnen bepaalde ideeën over de ruimte lijke ordening n.l. dusdanige vormen aan te nemen, dat velen er al mee te maken krijgen. Daarbij dan vooral te denken aan bestemmingsplannen, streekplannen of structuurschetsen. De uitvoering van dit beleid geschiedt voornamelijk door plaatselijke en provinciale overheden. En het zijn dan ook de gemeenteraden en provinciale staten die daarbij een grote verantwoordelijkheid dragen. Met betrekking tot het bestem mingsplan wordt in het volgende nader ingegaan. 'OOR 1971 moeten alle gemeentelijke uitbreidingsplan nen zijn vervangen door z.g. bestemmingsplannen. Een bestemmingsplan regelt wat er op het grondgebied van de gemeente buiten de bebouwde kom mag gebeuren. Voor de eigenaren en gebruikers van de grond kan het daarbij dus van belang zijn te weten wat deze plannen inhouden. Het bestemmingsplan zelf bestaat uit een kaart en uit voorschrif ten. Het geheel gaat vergezeld van een toelichting. Op de kaart staat aangegeven wat er met de grond mag worden gedaan. Maar naast deze kaart moet men beslist kennisnemen van de voorschriften die er bij gaan. Daarbij kunnen drie soorten gebruiksvoorschriften onderscheiden worden, n.l. a. bebouwingsvoorschriften, waarin wordt aangegeven wel ke soort bebouwing al of niet is toegestaan: nieuwe boer derijen, kassen, andere intensieve bedrijven, enz. Boven dien wordt bijvoorbeeld aangegeven aan welke eisen de wel toegestane bebouwing in ieder geval moet voldoen: bouwperceelsgrootte, onderlinge afstand, goothoogte enz. b. voorschriften over ander gebruik van de grond, b.v. in planten van boomgaarden, het verbod om grasland te scheuren, caravans te plaatsen, enz. c. voorschriften betreffende het gebruik van opstallen, waarin bijv. een ander gebruik van de opstallen dan het bestaande uitgesloten kunnen worden. Deze voorschriften krijgen praktische betekenis, zodra men voor een werk een vergunning nodig heeft. Bekend is de bouwvergunning, nodig voor een bouwwerk. Nieuw is de aanlegvergunning, nodig voor andere zaken of werkzaam heden. HOE NDIEN een bestemmingsplan in ontwerp klaar is, dan ligt het 1 maand ter inzage bij de gemeente. Tevens wordt het in de plaatselijke dagbladen bekend gemaakt. Ge durende een maand heeft een ieder dan de gelegenheid be zwaren tegen het plan in te dienen bij de gemeenteraad. Na dat het bestemmingsplan door de gemeenteraad is vastge steld ligt het weer een maand ter inzage. In deze periode kan men bezwaren indienen bij Gedeputeerde Staten. Nadat het plan door G. S. is goedgekeurd kan gedurende één maand in beroep worden gegaan bij de Kroon. Er dient bij dit alles echter wel goed bedacht te worden, dat wanneer geen bezwaren zijn ingediend bij de gemeenteraad, men dit dan later ook niet meer kan doen bij G- S. Dan heeft men zijn rechten verspeeld! Het is dus zaak goed op de hoogte te zijn van eventuele bestemmingsplannen van de gemeente. En zodra een plan ter inzage ligt dient men er zo snel mogelijk zelf kennis van te nemen. Daarbij is het indienen van bezwaren tegen het plan bij de gemeenteraad erg belangrijk. Wordt deze eerste stap niet gedaan dan zijn er in 't vervolg van de procedure geen rechten meer. LJ ET Landbouwschap, dat zich ook bezig houdt met de ruimtelijke ordening, heeft het goede initiatief ge nomen in een kleine aantrekkelijk uitgevoerde folder speciale aandacht te besteden aan het bestemmingsplan. Noodzakelijk omdat velen nog niet voldoende bekend zijn met de in deze te volgen procedure. Overigens kan men altijd nadere inlichtingen en advies hierover krijgen bij het Grond-, Pacht- en Taxatiebureau in het Landbouwhuis te Goes. Nu er weer gelegenheid is om in te schrijven op een fruitteeltbedrijf in Oostelijk Flevoland, is het interessant te lezen hoe de eerste telers in dit gebied het maken. Op pagina 11 en 12 een reportage over „Zeeuwse fruittelers in Oostelijk Flevoland". Op de foto laat de heer Sinke zien dat de Goudreinette nu al boven de paal uitkomt. Verder in dit nummer o.m. Tuinbouwklanken en Dingen van de Weekpag. 4 Gele roest en wenken bij de teelt van wintertarwe pag. 5 Melktanks in opmarspag. 6 Economisch en organisatorisch denken ook voor de loonwerker; Vee houderij- en pluimveenieuwspag. 7/9 Stortbakken en afkipbanden voor aardappelen bij transport met kip wagens pag- 11 Notulen van de Algemene Vergadering der Z.L. M. te Goespag. 14/15 Zuivelbeleid vraagt belangrijke beslissingen pag. 17 Voor de Vrouw, Markt en Plattelandsjeugdpag. 19/20/22

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 1