BloembollennieuwsDe Iris
Voorlopige oogstraming van rogge, wintergerst, koolzaad,
karwijzaad, vezelvlas en vroege aardappelen
Julio - nieuw uienras
9
JE. STIENSTRA
R.T.C. - Goes
EEN bloembollengewas dat de laatste jaren hier nogal opgang heeft gemaakt, is de iris. Het is een
gewas dat zich in het zuiden, wat de groei betreft, goed thuis voelt. Wel wordt er wat te licht
over de teelt gedacht. Er komen hier goede, maar vaak ook slechte partijen voor. En alles zal in het
werk gesteld moeten worden om de kwaliteit op te voeren. De teelt stelt hoge eisen aan selectie en be
waring. De uitspraak „Er is geen werk aan", enz., is dan ook niet op zijn plaats. De verwachting is dat
de teelt opnieuw zal worden uitgebreid. Als u ermee begint, overweeg dan eerst de voor- en nadelen.
TOPPERPARTIJ
Uit opbrengstgegevens blijkt dat er veel verschil
in groeikracht van de partijen zit. De verschillen
werden niet alleen door plaatselijke omstandig
heden veroorzaakt, maar hoofdzakelijk door de
kwaliteit van een partij. Dat het verschil groot kan
zijn, blijkt wel uit de opbrengstgegevens die het
L.-E.I. jaarlijks verzamelt.
Gemiddelde opbrengsten per RR2
To- Plant-
10 9 8 taal goed
Wedgwood 1961 t/m '65 199 254 312 765 2 kg
1965 153 251 338 742 4 kg
1) Verkocht plantgoed
Het gemiddelde van 1965 is berekend uit 25
waarnemingen.
To- Plant-
10 9 8 taal goed
De hoogste opbr. was 319 522 454 1295 4.2 kg
De laagste opbr. was 42 85 211 338 9.1 kg
Prof. Blaauw gaf in 1965 een gemiddelde op
brengst van:
To- Plant-
10 9 8 taal goed
174 206 283 663 3.2 kg
De hoogste opbr. was 258 277 397 932 0.0 kg
D« laagste opbr. was 73 180 166 419 8.3 kg
Om nu boven het gemiddelde uit te kunnen
komen, zal het wenselijk zijn om een sterke partij
op te bouwen. Dit kan door uit een maat de best
gegroeide bollen apart te planten en daar volgend
seizoen alle afwijkende planten uit te halen. Door
strenge selectie kunt u hiermee een sterke partij
opbouwen. De raappartij kan dan t.z.t. door de
selectiepartij worden vervangen.
ROOIEN
Het tijdstip waarop met het rooien moet wor
den begonnen zal in de eerste plaats afhangen van
de nieuwe bol. De huid moet mooi bruin zijn en
de wortels aan het afsterven. Soms is het loof dan
nog niet helemaal afgestorven. Te laat rooien geeft
veel klister verlies (daardoor opslag) en de huid
krijgt een donkerder kleur. Ook de kans op Fusa-
rium wordt groter.
Ten tweede is het rooitijdstip afhankelijk van
de bestemming. Wedgwood b.v. die voor de vroeg-
broei bestemd is, moet op de datum die op het
koopbriefje staat bij de exporteur zijn. Meestal is
dit 15 augustus in verband met een toe te passen
temperatuurbehandeling.
Rooi daarom op tijd en voorkom beschadiging.
Spuit het loof nooit dood met Gramoxone of Reg-
lone, om toch maar op tijd klaar te komen. Ge
bruik alleen PCP in olie. Voor het rooien, drogen,
verwerken en afleveren zijn 14 dagen nodig.
DROGEN EN VERWERKEN
Na het rooien moeten de bollen snel en voor
zichtig worden gedroogd. Het drogen kan op di
verse manieren worden uitgevoerd. Het buiten
drogen wordt afgeraden. Dit heeft te grote be
zwaren. Men heeft de temperatuur niet in de hand
en felle zon moet worden vermeden. Het geeft
aanleiding tot meer bloei bij de twijfelmaten. Heel
goed kan gedroogd worden onder 'n afdak (noord
zijde), waar het flink doortocht, maar ook op een
droogvloer of in een cel met voldoende luchtver
versing. Probeer de bollen binnen 2 x 24 uur droog
te krijgen. Desnoods kan de temperatuur iets wor
den opgevoerd, liefst niet boven 20° C.
Alle werkzaamheden die uitgevoerd worden,
moeten voorzichtig gebeuren. Doe daarom de bak
ken of kratten niet te vol. Gebruik schone machi
nes! Beschadigde bollen geven bij de broei een
hoog percentage uitval.
Als de bollen droog en rijp zijn, kunnen de klis
ters worden verwijderd. Breek de klisters niet te
vroeg af. Het zgn. „voetje" moet aan de bol blij
ven zitten. Na het verwijderen van de klisters
kan gesorteerd worden. Sorteer zo mogelijk alleen
een droog produkt. Voorkom ruw opstorten en het
zgn. „rossen" op de sorteermaclftne en telleesband.
Van de cultivars Wedgwood, Prof. Blaauw en Do-
minator zijn leverbaar zift 10 en op, z 9 en z 8,
alleen ongebloeid.
PLANTGOEDBEWARING
Het doel van de plantgoedbewaring is om de
opbrengst te verhogen en het bloeipercentage in
de twijfelmaten te beïnvloeden. Een paar jaar
geleden was het advies: droog en koel bewaren
in een kierloods aan de noordzijde van de schuur.
Dit had tot gevolg dat het plantgoed aan alle tem
peratuurschommelingen onderhevig was. Het bloei
percentage was dan ook een onzekere zaak in het
voorjaar. Zowel de temperaturen in de laatste
weken van het groeiseizoen als de hoge bodem-
temperatuur bij het planten spelen een rol.
Om nu de bloei te beïnvloeden en een hogere
opbrengst te krijgen, is men een aantal jaren ge
leden begonnen met proeven te nemen met diver
se bewaarmethoden en -temperaturen. Uit die
proeven blijkt dat de bewaring van Wedgwood
zift rond, 4 weken bij 17° C. voor het planten
een belangrijk hogere opbrengst gaf. Natuurlijk
blijven de groeiomstandigheden ook nog een rol
spelen, maar voor de bewaring kunt u het onder
staande als richtlijn gebruiken.
Wedgwood, Prof. Blaauw en Dominator beneden
zift 7 rond en schijven beneden zift 8, 20" C. tot
de planttijd. Bollen van Wedgwood, Prof. Blaauw
en Dominator boven zift 7 rond) en schijven
boven zift 8 droog en koel bewaren en de laatste
4 weken voor het planten bij 15—17° C. In sep
tember wil de temperatuur wel eens oplopen, zo
dat bewaren by 1517° C. in een koele cel met
voldoende ventilatie wel aan te bevelen is.
Enkele telers hebben zeer goede resultaten be
reikt met de bewaring van z rond bij 15° C. In
een koelhuis. Ook in proeven heeft dit goede resul
taten gegeven. Ongeveer een week voor het plan
ten zijn de bollen buiten gezet. Vooral voor zuid
west Nederland is het de moeite waard om het
eens te proberen. Zijn er telers onder u die al
eens proeven in deze richting hebben genomen,
dan zouden we dit graag vernemen en de resul
taten bespreken.
WARMWATERBEHANDELING
Om een aaltjesaantasting te bestryden is een
warmwaterbehandeling voor irissen verplicht.
Door de vereniging „De Iris" wordt in samenwer
king met de Keuringsdienst een circulaire verzon
den. Hierin staan de kookvoorschriften, met daar
naast algemene maatregelen ter bevordering van
de teeltkwaliteit. Het is zaak deze circulaire goed
te lezen en de voorschriften op te volgen.
Wedgwood, Dominator, Ideal, Hildegarde, Prof.
Blaauw, enz. vallen onder de kookplicht. De warra-
waterbehandeling moet plaatsvinden gedurende
2Vi uur bij een temperatuur van 43Vj° C., onder
controle van de Keuringsdienst. Aan het water
moet worden toegevoegd V% kwikontsmetter
(2V3 ons per 100 liter water).
Dat u niet zelf irissen kunt koken, is wel duide
lijk. Maak daarom een afspraak met een loonkoker
in uw omgeving. Gekookte en ongekookte irissen
mogen niet meer gemengd worden geplant. Houd
daarom de maten apart. Zo niet, dan moeten alle
maten gekookt worden. Vroeg koken is het beste.
Om een goed resultaat te krijgen kunt u 't plant
goed voor het koken het beste bewaren by 2030"
C. Voorkom kookschade door een voorzichtige be
handeling. Na de behandeling snel terugdrogen by
niet te hoge temperatuur en daarna de gewenste
bewaarbehandeling geven.
5 ELECTIEKEURING
Om na te gaan of de door u geteelde partij aan
hoge eisen voldoet, stelt de Keuringsdienst u in de
gelegenheid om een A-certificaat op uw partij te
krijgen. De eisen zijn. ten hoogte Va*/# virus en
ten hoogte afwijkende planten. Wilt u hier
aan deelnemen, dan is tijdige opgave aan de con
troleur van de Keuringsdienst nodig.
(31 juli 1967)
Zoals insiders in de groenteteelt bekend is, nemen
uien de 4e plaats in op de groenten-exportlijst: toma
ten - sla - komkommers - uien. In de „grote" teelt van
uien is echter nog een groot vacuum, n.l. een periode
waarin onze laatste uien van de markt zijn tot aan de
nieuwe oogst van zaai-uien.
Door vele zaadfirma's en selektiebedrijven wordt
veel werk verzet en geld uitgegeven om voor deze
leemte, die duurt van ongeveer mei tot augustus, ver
vangende uien te vinden, die in de behoefte op de bin
nenlandse markt voorzien en die de strijd met de
Egyptische uien aan kunnen. Reeds lang beschikte
men over de Zwijndrechtse pootui, een vrij goed
bruikbaar ras, terwijl er ook van plantuien gebruik
wordt gemaakt. Een groot nadeel van deze genoemde
methoden is, dat ze zeer bewerkelijk en daardoor zeer
duur zijn. Het zoeken van de selektiebedrijven is dan
ook gericht op het vinden van minder-arbeidsinten-
sleve, dus goedkopere methoden.
Door de selektie-afdeling van N.V. Wed. P. de Jongh
le Goes is er een veelbelovend nieuw ras zaai-uien
ontwikkeld dat onder de naam „Julio" in de handel
gebracht wordt. Men kan dit ras in augustus ter plaat
se machinaal zaaien en op de proefvelden heeft het
prima opbrengsten te zien gegeven. Met de bekende
onkruidbestrijdingsmiddelen, die vóór opkomst worden
toegepast zoals Gramoxone, Chloor IPC e.a. wordt het
meeste onkruid geweerd. Na opkomst kan men dan
nog één der andere middelen gebruiken, zodat men
praktisch onkruidvrij de winter ingaat.
Een nog onbekend punt bij dit nieuwe ras is hoe of
1 zich houdt in een zeer strenge winter. Maar dit
risico geldt ook voor vele andere grove produkten als
ispruiten, prei, winterbloemkool enz.
Het ziet ernaar uit dat er voor dit nieuwe uienras,
door het vallen in een lege markt èn de voordelen van
arbeidsbesparing, een goede toekomst is weggelegd.
Bo.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de uit
komsten gepubliceerd van de eind juli j.l. gehouden
voorlopige oogstraming van rogge, wintergerst, kool
zaad, karwijzaad, vezelvlas en vroege aardappelen.
De produktie van rogge wordt geraamd op 229.000
ton hetgeen 20 hoger is dan verleden jaar. Deze
stijging moet uitsluitend worden toegeschreven aan
het gunstige rendement dat geschat wordt op 3100 kg/
ha (7 hoger dan het gemiddeld niveau van de laatste
10 jaren).
Ook voor wintergerst wordt een bijzonder gunstig
rendement van 4100 kg/ha verwacht. Ondanks de
areaalinkrimping wordt de produktie getaxeerd op
rond 35.000 ton 5 t.o.v. 1966).
De gemiddelde opbrengst per ha van koolzaad wordt
gelijk aan verleden jaar geraamd op 2600 kg/ha. Dank
zij de areaaluitbreiding kan een totale produktie wor
den verwacht van 13.600 ton 4 t.o.v. 1966).
De oogst van karwijzaad wordt daarentegen zeer
ongunstig beoordeeld. Van het verkleinde areaal wordt
een gemiddeld rendement verwacht van 1350 kg/ha
13 t.o.v. 1966 en 10 t.o.v. het tienjaarlijks
gemiddelde). De totale produktie wordt dan ook ge
taxeerd op 4400 ton of wel 22 lager dan verleden
jaar.
Van vezelvlas wordt geraamd, dat als ongerepeld
produkt slechts 83.000 ton zal kunnen worden geoogst
37 t.o.v. 1966). De produktiedaling moet uit
sluitend worden toegeschreven aan de sterke inkrim
ping van het areaal. Het rendement wordt namelijk
geschat op 8800 kg/ha hetgeen 22 hoger is dan
verleden jaar en 9 hoger dan het gemiddelde van de
laatste 10 jaren.
De produktie van vroege aardappelen (incl. poot-
aardappelen) wordt geschat op rond 218.000 ton
15 t.o.v. 1966). Van het vergrote areaal wordt
namelijk wederom een hoge gemiddelde opbrengst per
ha verwacht van 24.000 kg/ha.
Voorlopige oogstraming 1967 (31 juli)
Beteelde
Opbrengst
Totale
opper
per
ha opbrengst
vlakte
1966
1967
1967
mei '67U
kg
kg
ton
ha
Rogge
73188
2600
3100
229.311
Wintergerst
8485
3600
4100
34.932
Koolzaad
5225
2600
2600
13.647
Karwijzaad
3240
1550
1350
4.438
Vezelvlas (veldgewas)
9495
7200
8800
83.367
Vroege aardappelen
9138
24500
24000
217.777
(incl. pootaard.)
Stro van:
Rogge
73188
3800
4500
332.804
Wintergerst
8485
2900
3300
28.141
Voorlopige cijfers.