Resultaten rassenproefvelden winterkoolzaad Opbrengst en kwaliteit erwten - oogst 1967 Maaistadium - Caroteengehalte en opbrengst by luzerne 5 IN samenwerking met drie groenvoederdrogerijen in het zuidwestelijk kleigebied, werd in 1962 en 1964 een onderzoek uitgevoerd naar de invloed van de maaitijd op het gehalte aan caroteen in luzerne. De proeven hadden tot doel bij gelijke omstandigheden van drogen en bewaren, het gehalte in het eindpro- dukt tot een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Dit uiteraard door te trachten de caroteenvoorziening in het te verwerken produktie zo gunstig mogelijk te maken. In de serie Verslagen Landbouwkundig Onder zoek (Mededeling No. 12) Rijkslandbouwconsulent- schappen in het Zuidwestelijk kleigebied wordt door dè heer G. J. Bom verslag uitgebracht van deze proe ven en komt aan de hand daarvan tot de volgende conclusies: De ouderdom van het gewas (de tijd van maaien) heeft een sterke invloed op het caroteengehalte. Gemiddeld kan rekening gehouden worden met een teruggang van 3 d.p.m. in de droge stof per dag. Hierbij moet opgemerkt worden dat de terug gang bij een oud gewas de neiging heeft minder snel te verlopen. Het eiwitgehalte is eveneens in een jong produkt hoger. Vier keer maaien gaf in vergelijking met drie keer maaien een hogere opbrengst aan droge stof en een hoger gehalte aan eiwit en caroteen. Volgens de resultaten Interprovinciale Rassen- proefvelden 19641967 van het Instituut voor Ras- senonderzoek van Landbouwgewassen geeft van de in de Rassenlijst opgenomen rassen Rapol de hoog ste opbrengsten. Ook wat betreft de wintervast- heid en de mogelijkheid van machinaal oogsten behoort Rapol tot de beste rassen. Mansholt's Hamburger, die de laatste jaren niet meer op de proefvelden voorkomt, geeft wat lagere opbrengsten en is ook wat minder wintervast. Het gevaar voor korreluitval is groter. Voordelen van dit ras zijn de vroege rijping en de hogere prijs die vaak voor het zaad wordt betaald. Lembke's koolzaad kan in opbrengst niet met Rapol meekomen en heeft verder ook geen voor delen boven dit ras. Forto geeft gemiddeld goede tot zeer goede op brengsten. Rijpt wat vroeger dan Rapol. Voor zwadmaaien leent Forto zich wat minder goed. Verder waren de laatste jaren o.m. in onder zoek de nieuwe rassen Pollux, Ringot 65-2 en Rin- got 66 D. De opbrengsten van Pollux zijn bij de normale zaaitijden in augustus gemiddeld beneden die van Rapol gebleven. Bij laat zaaien maakte Pollux bij de eerste beproeving zowel op gewas als in opbrengst een goede indruk. De laatste jaren werd dit evenwel niet bevestigd. De beproeving zal in 1968 niet worden voort gezet. Ringot 65-2 heeft een vlotte ontwikkeling.. Het gewas is iets langer dan dat van Rapol en goed stevig. In 1967 kwam bij de beproeving in Oostelijk Flevoland Phoma-aantasting voor, waardoor de stevigheid te wensen overliet en de opbrengst werd gedrukt. Op de andere proefvelden kwam deze ziekte niet voor en waren de opbrengsten zeer goed. Ringot 66 D heeft eveneens een vlotte ontwik keling. Het gewas is lang en stevig; zeer grofsten- gelig. Rijpt iets later dan Rapol. Werd in 1967 voor het eerst beproefd in Oostelijk Flevoland, waar het zeer hoge opbrengsten gaf. OP basis van de voorlopige uitkomsten van de Landbouwtelling mei 1967 van het C.B.S. en de schatting per begin augustus van de P.S.C.- oorrespondent geeft ir. R. P. Lammers van de Peulvruchten Studie Combinatie de volgende voor lopige opbrengst- en kwaliteitsraming van de erw- tenoogst 1967. 1967 is een zeer goed erwtenjaar; de zeer hoge doperwtenopbrengsten hadden dit al eerder duidelijk gemaakt. Als belangrijke faktoren die hierbij een rol hebben gesneeld zijn te noe men de koele droge bloeiperiode en het daarop volgende droge weer. Ook in de oogstperiode. Het vrijwel niet optreden van de knopmade in scherp contrast met 1966! dient zeker ook als een zeer gunstige faktor te worden aangemerkt. Aangezien nog weinig dorsresultaten zijn verwerkt in deze raming dient men de cijfers als een oriën tering te beschouwen. Ronde groene erwten. Geoogst areaal (voor lopig) 7.995 ha (CBS 1966: 9595 ha). Bruto-op- brengst (boerenschoon) ±33.900 ton (CBS 1966 af gerond: 23.100 ton). Ha-opbrengst: 4240 kg/ha (CBS 1966: 2400 kg/ha). Gele erwten. Geoogst areaal (voorlopig) 165 ha (CBS 1966: 540 ha). Bruto-opbrengst (boeren schoon) 700 ton (CBS 1966: 1300 ton). Ha-op brengst 4200 kg/ha (CBS 1966: 2400 kg/ha). Schokkers. Geoogst areaal (voorlopig) 2.010 ha (CBS 1966: 2802 ha). Bruto-opbrengst (boeren schoon) 7.520 ton (CBS 1966 afgerond: 6.700 ton). Ha-opbrengst 3740 kg/ha) (CBS 1966: 2400 kg/ha). Kapucijners en rozijnerwten. Geoogst areaal (voorlopig) 1.377 ha (CBS 1966: 1253 ha). Bruto- opbrengst (boerenschoon) 5.140 ton (CBS 1966 afgerond: 3500 ton). (CBS 1966: 2750 kg/ha). Bruto-produktie in enkele belangrijke provincies, c.q. gebieden in tons (afgeropd) Ronde Ronde Kapucijners groene gele Schok- rozijn erwten erwten kers erwten 7.520 5.140 6.250 1.460 1.050 490 60 2.400 150 60 540 Nederland 33.900 700 Zeeland 22.700 370 Zuid-Holland 3.450 55 Noord-Holland 1.100 35 Noord-Brabant 2.900 90 Groningen 1.520 50 Kwaliteitsraming Over het geheel genomen wordt de uiterlijke kwaliteit als zeer goed beoordeeld. Slechts een en kele correspondent meldt dat er toch nog wel eens een beetje vlek en enige wormstekigheid wordt aangetroffen. Ook zou de grof te overwegend goed zijn. Vooral daar waar uit het zwad werd gedorsen, hetgeen door de slechte ervaringen in 1966 blijk baar niet veel is toegepast, zal de kleur nog wel eens wat aan de bleke kant kunnen zijn. De schok kers zullen uiteraard nog wel eens wat bleek van kleur zijn. De kapucijners en rozijnerwten zullen sterk overwegend zeer fraai zonnig van kleur zijn. Wij merken hierbij op dat de kapucijners van deze oogst zich naar verhouding goed zullen lenen om lang te bewaren, overigens onder goede om standigheden (koel en droog). De meeste correspondenten laten zich gunstig uit over de kwade harten. Gezien de droogte en de loofsymptomen die wij deze zomer nogal eens in het veld tegenkwamen, achten wij het mogelijk dat er toch wel partijen met flink kwade harten kunnen voorkomen. Laten wij hopen dat inder daad de meeste telers van de schokkers, kapucij ners en rozijnerwten op gevoelige grond met mangaansulfaat hebben gespoten. Bij het opstellen van deze raming betreffende de kookkwaliteit waren nog geen kookgegevens of fosfaatgehaltes bekend. Gezien de in enkele streken opgetreden uitgesproken droogte en de hoge opbrengsten kunnen er o.i. partijen voor komen die wat tegenvallen in de kook. Daarnaast is er kans op het voorkomen van hardschaligheid; d.i. het verschijnsel dat bij zeer droge partijen 14% of lager vochtgehalte een deel der erwten zeer slecht inweekt. Dit verschijnsel trad ook op in de droge zomer van 1959. BEGIN TUSSENTIJDSE ENTING JONGVEE 1 SEPTEMBER A.S. Op 1 september a.s. vangt een periode aan voor voorbehoedende inenting tegen mond- en klauw zeer van het op de bedrijven aanwezige jongvee. Het betreft hier alle runderen, geboren na 30 sep tember 1966 en ouder dan 4 maanden. Deze zijn in het algemeen nog niet eerder ingeënt. De maat regel is het eerste resultaat van het door de Minis ter van Landbouw en Visserij met het Landbouw schap gevoerde overleg over de te nemen voor zorgsmaatregelen om een eventueel uitbreken van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen. Deze najaarsenting van het jongvee draagt op een tijdstip, waarop gevaren voor besmetting drei gen, er toe bij de onvatbaarheid te versterken van de Nederlandse rundveestapel, die overigens, als bekend, elk voorjaar geheel wordt ingeënt. Zoals de laatste jaren immers hebben aangetoond, doen zich de eerste gevallen van deze ziekte juist in de herfst voor. Het is van groot belang, dat de komende enting ten spoedigste zal worden verricht. Voor vervoer van op of na 1 januari 1966 geboren runderen zal vanaf 1 september a.s. geen verklaring worden verstrekt, alvorens in het betrokken beslag enting van het hiervoor bedoelde jongvee heeft plaats gehad. De entingsperiode loopt tot 1 december 1967. Met nadruk wordt erop gewezen, dat indien het jongvee niet is gevaccineerd, na die datum in het geheel geen verklaringen voor vervoer van run deren dus ook niet van oudere runderen meer zullen worden verstrekt. Indien de enting van het jongvee niet in de periode van 1 septem ber1 december 1967 heeft plaats gehad, wordt 't betrokken beslag namelijk als „ongeënt beslag" beschouwd. Evenals bij de jaarlijkse voorjaarsenting van alle runderen boven 4 maanden oud het geval is, komen de kosten voor rekening van de veehouders. Een en ander blijkt uit een ministeriële beschik king, die in de Staatscourant van 9 augustus 1967 is gepubliceerd. WALCHERSE Z. L. M.-LEDEN BRACHTEN BEZOEK AAN FRIESLAND OP 26 en 27 juli j.l. werd door een groep leden van de Kring Walcheren van de Z.L.M. een be zoek gebracht aan Friesland. Het betrof hier een tegenbezoek aan de afd. Sneek van de Friese Maat schappij van Landbouw. De Friezen brachten ver leden jaar een bezoek aan Walcheren, waar naast de bedrijven ook de Deltawerken hun bijzondere aandacht had. De tocht die gemaakt werd per touringcar, kan in alle opzichten geslaagd worden genoemd. De prima organisatie en het fraaie weer waren hier zeker mede oorzaak van. De heenreis werd ge maakt via de Zeelandbfug en de Afsluitdijk. Bij aankomst in Sneek werd door de Friese gast heren een warme maaltijd aangeboden, waaraan naast het bestuur van de afd. Sneek mede aanzat de burgemeester van de gemeente Wymbritsera- deel. Deze hield na de maaltijd een korte inleiding over zijn gemeente die een oppervlakte heeft van 140 km2 en bestaat uit 29 kerkdorpen, allen ge legen rond de stad Sneek. Hij legde in het bijzon der het accent op de historische ontwikkeling en bezienswaardigheden in zijn gemeente. Hierna volgde een boottocht op de Friese meren welke werd aangeboden door de afd. Sneek, waar aan ook deelnamen de dames en heren van de afd. Sneek waar de nacht werd doorgebracht. Dit was een prima gelegenheid om van het land en water- schoon te genieten en tevens de kennismaking wel ke vorig jaar in Walcheren heeft plaats gevonden, te hernieuwen, dan wel voor het eerst kennis te maken. De avond en nacht werd doorgebracht op bedrijven van leden van de afd. Sneek. Een goede gelegenheid om in kleine kring van gedachten te wisselen en eens kennis te maken met het leven op het Friese platteland! IYE tweede dag werd begonnen met een rondrit door Sneek, één van de Friese elf steden, waarbij iemand van het V.V.V. deskundig commen taar gaf. Ter afsluiting van de korte excursie werd een bezoek gebracht aan het bedrijf van de heer P. de Boer in Tirns. Een modern gemechaniseerd veebedrijf met 60 melkkoeien. In de nieuwe mo derne stal werden wij nog overladen met koffie en koek, aangeboden door de eigenaar van het bedrijf. Tot slot was het de voorzitter van de Kring Wal cheren die als tolk van alle deelnemers een dank woord kon spreken voor het bijzonder gevarieerd en met smaak gekozen programma dat hun geboden was. De terugreis werd gemaakt via de Noordoostpol der, Utrecht en Breda. In deze laatste plaats was het afscheidsdiner van deze tweedaagse excursie. Vóór het evenwel zo ver was werd eerst in de stad nog een grote juweliers- en meubelzaak bezocht, iets wat bij de dames van het gezelschap zeer in de smaak viel. Toen de bus om half elf in Middelburg arriveer de en de groep daar uit elkaar ging, kon men terug zien op een gezellige en leerzame reis.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 5