D[
Het fiscaal klimaat
VRIJDAG 18 AUGUSTUS 1967
55e Taargang No. 2898
f 10.000
f 15.000
f 20.000
f 25.000
f 30.000
f 40.000
Frankering bij abonnement: Perneuzen
ONS COMMENTAAR
|E belastingheffing is vaak een dankbaar onderwerp
van gesprek. Niemand betaalt immers graag de ver
schuldigde belastinggelden. En haast iedereen weet wel een
voorbeeld te geven dat dicht in de buurt van „verspilling
van onze zuurverdiende centen" komt. De toon van dat wat
er in onze kring over deze belastingmaterie naar voren wordt
gebracht is wel een wat andere dan die, zoals hierboven
aangeduid. Er is over het aigemeen n.l. bezorgdheid te con
stateren over de druk, die de belastingheffing op het agra
risch bedrijf legt.
Het agrarisch bedrijf vraagt immers juist in deze tijd van
snelle veranderingen en noodzakelijke aanpassingen een
financiële spankracht. Een gezonde reservevorming is hier
voor noodzakelijk, maar o a. het geheel van belastingmaat
regelen ontneemt velen de mogelijkheid hiertoe.
De inkomstenbelasting wordt hierbij en ons inziens
terecht nogal eens als fnuikend voor het agrarisch be
drijfsleven naar voren geschoven. De eenmalige middeling
over drie jaar, die toe te passen is en op zichzelf een
erkennning is van de bijzondere plaats die land- en tuin
bouw inneemt is een stapje in de goede richting maar
biedt onvoldoende soulaas.
En dan komt er nog een belangrijke andere factor bij n.l.
die van de Europese vergelijking. Het is een vergelijking
waar we toe worden gedwongen nu we door de ene graan-,
bieten-, melk- en vleesprijs in de E. E. G. allen over één
kam geschoren worden.
De indrukken die bij vergelijking op dit belastinggebied
in de loop van de tijd naar voren kwamen waren de volgen
de: men betaalt in de ons omringende landen meer indirecte
belasting (op dit terrein is in ons land een aanpassing gaan
de), maar minder directe belasting bij een minder progres
sief systeem, terwijl voor het agrarisch-bedrijfsleven in de
buurlanden een aantal bijzondere maatregelen van kracht
zijn (bijv. inkomstenbelasting gebaseerd op een vast bedrag
per ha), die met name de betere bedrijven (onze zwaarste
concurrenten) in een veel gunstiger positie plaatsen.
Dit alles is evenwel niet bij indrukken gebleven, want hoe
wel de gegevens op dit gebied nu niet zo rijkelijk vloeien,
komen uit de beschikbaar komende gegevens alleen be
vestigingen van deze indrukken naar voren.
WAN vrij recente datum is het onderzoek dat dr. H. J.
v W. Klein Wassink, belastingdeskundige van de Kon.
Shell, over de inkomstenbelasting in enige Europese landen
verrichtte. Het Financieel Dagblad maakte ook melding van
dit onderzoek en daaruit nemen we een gedeelte van een
tabel over waarin wordt weergegeven het percentage in
komstenbelasting dat een gezin van man, vrouw en 2 kin
deren in de diverse landen in 1966 moest opbrengen.
Inkomen
Nog zelden zagen we deze grote verschillen zo duidelijk
weergegeven.
De heer Klein Wassink wees in zijn artikel vooral op de
belastingvlucht, die plaatsvindt vanuit ons land doordat hoog
gesalarieerden (bij nog hogere inkomsten nemen de verschil
len nog toe) een gunstiger belastingklimaat in andere lan
den opzoeken. En met deze hooggesalarieerden vertrekken
ook in een aantal gevallen de industrieën waar deze mensen
werken, of vestigen deze industrieën zich direct elders.
CTN in dit verband plaatst hij de waarschuwende opmer-
L king aan de overheid: „wie teveel wil hebben krijgt
het lid op de neus". Voor onze agrarische sector hoeven we
over belastingvlucht niet te praten. En hoewel het bij deze
vermelde gegevens gaat om een onderdeel maar een
belangrijk van het totaal der belastingheffing komen deze
cijfers hard aan.
Neder
Frank
Duits
Italië
België
Ver.
Zwit-
land
rijk
land
Konink
- ser-
rijk
land
8 y2%
2%
6%
9%
9%
5%
4%
13|/2%
4%
10%
12%
11%
i3y2%
7%
181/2
6%
12%
14%
13%
18%
10%
23'/2
7%
14%
16%
16%
21%
12%
27'/2%
8%
16%.
17%
19%
23%
14%
331/2
11%
20%
21%
22%
25%
17%
r
De nauwelijks honderd centimeter hoge Shetlander die een dertig tot veertig jaar geleden
in ons land nog zeldzaam was heeft de laatste jaren zo aan populariteit gewonnen dat
het de vorige week jubilerende Nederlandse Shetland Pony Stamboek tot het grootste in
ons land is uitgegroeid. Door zijn gespierde en gedrongen bouw is de Shetlander ondanks
zijn lichte gewicht enorm sterk. Zij dragen met gemak lasten van 100 kg en trekken over
korte afstanden vrachten van vijf maal hun eigen gewicht. Voor de tweedaagse jubileum
viering vorige week te 's-Hertogenbosch met keuringen en demonstraties was dan ook
grote belangstelling waarbij de veelzijdigheid van deze dwerg onder de paarden op unieke
wijze werd gedemonstreerd.
-J
RIJKSWEG 58
De reeks ernstige ongelukken, die deze
weg zelfs tot in de landelijke pers de be
naming ramp- of dodenweg gaf, is één van de
droevigste aanwijzingen dat de situatie on
houdbaar is.
Vooral als men bedenkt dat de verbetering
van Sloedam tot Kapelle eerst in 1972 geheel
gerealiseerd kan zijn, terwijl de totstandko
ming van het trajekt Kapelle-Korteven nog
geheel een vraagteken is, kan het niet anders
dat de verontrusting aanleiding geeft tot
scherpe uitlatingen over het beleid dat ten
aanzien van deze Zeeuwse verkeersader
wordt gevoerd.
Natuurlijk kan de totstandkoming van de
verbetering van het totale trajekt versneld
worden. Tot nog toe was men, ondanks her
haalde pleidooien van verschillende zijden
gedaan, van de noodzaak hiervan kennelijk
nog niet overtuigd. Een gezamenlijke Zeeuw
se aktie moet toch tot resultaat kunnen lei
den
Vooral ook omdat en uit het bewuste
artikel blijkt nergens dat het tegendeel het
geval is hierbij zeer waarschijnlijk nog in
gecalculeerd moet worden de bijzondere re
gelingen, die op dit terrein v|n inkomstenbe
lasting voor de agrarische sector in onze
buurlanden van kracht zijn.
De conclusie van het aangehaalde artikel
willen we graag onderschrijven n.l. dat ons
land het zich niet kan veroorloven in een
economisch zich integrerend Europa fiscaal
in een uitzonderingspositie te verkeren.
Vóór onze sector moet er aan toegevoegd
worden de constatering dat ook deze en soort
gelijke gegevens steeds meer aantonen dat
het ondernemersklimaat voor de Nederlandse
land- en tuinbouw ongunstig is. Een veront
rustende constatering, ja inderdaad I
Pr.