Na de oogst van de gewassen
7
IR. J. A H. HAENENT
R. L. V. D. W.N.-Brabant
Bij de oogst van de gewassen en de afvoer van
de geoogste produkten maken we zeer veel wiel
sporen op het land. Dit zien we 't best by de oogst
van aardappelen, uien, bieten, witlof e.d. 't Gehele
perceel is dan platgereden en over elk spoor zijn
dan al gauw 4 a 14 wielen gereden (trekker, rooi-
machine en materiaal voor transport). Het maai
veld is hierdoor veranderd in één rijplaat (oogst-
rijplaat). Bij het oogsten onder goede weersom
standigheden beperkt de verdichting zich in grote
lijnen tot de bovenste laag van 5 cm. Het regen
water kan niet naar beneden worden afgevoerd,
omdat de rijplaat dit water tegenhoudt. Water op
het gerooide hakvruchtenland is zeer funest, omdat
de volgende grondbewerkingen dan aanleiding
geven tot het dichtsmeren van de grond (wielslip).
Het is in ons wisselvallige klimaat noodzakelijk dat
de oogstrijplaat direct na het rooien van de hak-
vruchten wordt gebroken met cultivator of nog
beter kan dit met de stoppelploeg.
WORTELONKRDIDEN, BEKALKING
EN ONTWATERING
Kweek en klein hoefblad zijn hardnekkige wor
telonkruiden. In een intensief bouwplan met veel
hakvruchten kan dit wortelvuil zich niet zo sterk
vermeerderen als in een bouwplan met veel stro-
vruchten. Naast de chemische middelen moeten we
ook de nodige mechanische bewerkingen toepassen
om deze onkruiden te bestrijden. Door de stoppel
bewerkingen goed uit te voeren, kunnen we deze
onkruiden sterk terugdringen. Het is duidelijk dat
op vervuild land een tweede gewas niet in aanmer
king komt, omdat dergelijk land een goede schoon
maakbeurt vraagt.
In de huidige tijd is de aandacht en de zorg voor
een goede kalktoestand van de grond wel wat in
de verdrukking gekomen. Als de kalktoestand van
de grond te wensen overlaat, is het nu de tijd om
hierin verbetering te brengen. De toe te dienen
kalkmeststoffen worden dan door de volgende
grondbewerkingen mooi in de grond verdeeld.
Alleen als er verdichte lagen in de ondergrond
voorkomen, is het nodig deze met een diepwer-
kende woeler te breken.
De slechte afvoer van het regenwater naar de
drainbuizen wordt meestal veroorzaakt door de
bodem van de bouwvoor. Hier bevindt zich de ver
dichte ploegzool, die niet alleen gevormd is door
de ploeg, maar vooral ook door de inwerking van
de trekkerwielen op de bodem van de bouwvoor.
Zo'n ploegzool moeten we breken door bij het ploe
gen ruim 5 cm onder de ploegdiëpte te woelen. De
waterstagnatie wordt dan opgeheven. Onder de
ploegzool ligt de grond in haar onaangeroerde
natuurlijke ligging en, mits er geen verdichte lagen
in de ondergrond voorkomen, heeft diepwoelen
geen enkele zin.
Integendeel, dit heeft zelfs nadelige gevolgen.
Immers, door dit diepe woelen wordt de goede
natuurlijke ligging van de ondergrond verstoord.
Dit is ongunstig voor de groei en de opbrengst van
de volgende gewassen. De praktijk raakt er steeds
meer van overtuigd, dat een goede drainage van de
cultuurgrond onmisbaar is.
Zo zijn er de laatste jaren op de kleigronden ook
veel kavels, waar de drain-reeksen vroeger te on
diep waren gelegd, opnieuw gedraineerd.
Ook op de West-Brabantse zandgronden hebben
diverse boeren hun grond laten draineren en met
goed resultaat. Als de omstandigheden gunstig zijn
(voldoende diepe sloten e.d.) dan is drainage van
zandgrond ook zeker op haar plaats.
Niet alleen de aanleg van drainage is belangrijk,
maar vooral het goede onderhoud van drainage en
sloten is bepalend of het beoogde effect wordt ver
kregen.
Het kan niet genoeg beklemtoond worden dat 't
woelen, de ploegzool breken en de drainage-aanleg
altijd onder droge omstandigheden moeten plaats
vinden. Immers, als dit gebeurt wanneer het te nat
is, dan wordt er grondig geknoeid met alle nadelig*
gevolgen vandien.
Inploegen van schuimaarde met de lesscharige ploeg.
BENUT DE KANSEN
VOOR EEN TWEEDE GEWAS
De produktie van het grasland gaat door tot eind
oktober; dit in tegenstelling met de meeste gewas
sen op het bouwland. Graszaad, pootaardappelen,
vlas, erwten en zilveruien ruimen vroeg het veld.
De granen zijn meestal voor eind augustus ge
ruimd (gerst vroeger, zomertarwe het laatst) en
de consumptie-aardappelen grotendeels voor half
september. Door het land na de oogst van de ge
wassen direct oppervlakkig te bewerken (frees,
cultivator, stoppelploeg) kan een geschikt zaaibed
voor groenbemestingsgewassen worden gemaakt
bijv. voor Alexandrijnse klaver, wikke, kruisbloe-
mige stoppelgewassen en snelgroeiende grassoor
ten. De natuurlijke groeifactoren, grond en weer,
komen op deze wijze beter aan hun trekken. Het
ligt voor de hand, dat we in een rationele bedrijfs
voering de natuurlijke groeifactoren ook op het
bouwland zo goed mogelijk moeten benutten.
Hierdoor ontstaan de volgende voordelen:
a. betere voorziening van de grond met organische
stof, waardoor het opbrengstniveau van de
grond op peil blijft c.q. wordt verhoogd.
b. de groenbemester beschermt de grond tegen
nadelige weersinvloeden.
c. sommige groenbemesters leveren een uitste
kend veevoer en kunnen soms aan een groen-
voederdrogerij worden geleverd.
In dit verband is het goed erop te wijzen, dat de
ondergrondse delen van de groenbemestingsgewas
sen mooi over de bouwvoor zijn verdeeld.
De bovengrondse massa van de groenbemester
wordt bij het ploegen als een aaneengesloten sliert
ondergewerkt. Van een mooie verdeling door de
bouwvoor is hier dus geen sprake. Wat de werking
van 'n groenbemestingsgewas betreft, is de onder
grondse massa belangrijker dan de bovengrondse.
Tegen het maaien en de afvoer van een groen
bemestingsgewas, mits dit gebeurt onder goede
weersomstandigheden, bestaan dus geen over
wegende bezwaren.