IN HET KORT 11 if Ga bij het oogsten van graszaad zorgvuldig te werk, zo dat u de hoogste opbrengst kunt behalen. if Behandel de graszaadstoppel op de juiste manier. if Het vlas op het juiste tijdstip getrokken geeft de beste kwaliteit. if Denk bij de late erwten aan de bestrijding van de peulboorder en de kwade harten. if De bestrijding van valse meeldauw en preimot in uien kan de opbrengst en de kwaliteit verhogen. if Zorg dat de vergelingsziekte uw bieten niet aantast. De N-bemesting op grasgroenbemester zo vlug moge lijk geven. if Voor het behoud van de structuur is groenbemesting noodzakelijk. if De onkruidbestrijding verdient extra aandacht. if Ondanks de drukke oogstwerkzaamheden mag ook het grasland niet worden verwaarloosd. chines zeer veel te lijden heeft, is het noodzakelijk direct na het rooien het land met een triltandkultivator te bewerken en in te zaaien met een groenbemestingsgewas, zoals wikken of Italiaans raaigras. Naast een goede beworteling geeft dit ook een grondbedekking. De zaaiuien ontwikkelen zich dit jaar traag; daarom moet men zor gen dat er geen ziekten in voor kunnen komen die de opbrengst scha den. De valse meeldauw kan zeer veel schade berokkenen. Deze ziek te kan voorkomen worden door om de 7 a 10 dagen het gewas te be spuiten met 3 kg zineb per ha. Deze bespuiting dient volgehouden te worden tot 4 weken voor de oogst. Bij langer doorspuiten neemt de kans op koprot toe. Tegen de preimot kan gelijktijdig gespoten worden met lVn kg parathion 25 spuitpoeder 1 kg hechter toe te voegen aan de 'zineb. Op diverse percelen uien komt dit jaar nogal stengelaan tasting voor van het uienstengelaaltje (kroef) en van witrot. Dit had voorkomen kunnen worden door de grond te laten onderzoeken. SUIKER- EN VOEDERBIETEN Daar de vergelingsziekte grote schade kan doen en ook de kans Op zuigschade niet denkbeeldig is, dient u uw gewas nog regelmatig te kontroleren op bladluizen. De laat gezaaide gewassen lopen de meeste risiko. Zodra (opnieuw) bladluizen van betekenis waargenomen wor den dient tot omstreeks half juli opnieuw gespoten te worden met een systemisch middel. Bij droog en zonnig weer geeft een bespuiting over dag slechte resultaten. De beste bespuiting is in de avonduren. DE GRANEN In deze maand zullen de eerste percelen gerst en wintertarwe ge- maaidorst worden. Om de hoogste opbrengst te behalen dient het ge was rijp te zijn voordat het gemaaidorst wordt, daar anders de korrels te fijn zijn en de droogkosten extra hoog. Op die tarwepercelen waar geen groenbemestingsgewas geteeld wordt dient, met het oog op de overdracht van gele roest, de stoppel zo goed mogelijk zwart gehouden te houden. STAMBONEN Diverse rassen stambonen o.a. Berna, zijn vatbaar voor vlekkenziekte. Deze ziekte kan bestreden worden door een bespuiting met 4 kg zineb per ha. In groen te plukken bonen mag na 14 dagen voor de oogst niet meer gespoten worden. Bij rijp te oogsten bonen spuiten totdat ze op getrokken worden om doorzetten van de schimmel op de ruiter tegen te gaan. GROENBEMESTING Voor struktuurbehoud en voor organische stofvoorziening kan na het oogsten van de vroege gewassen een groenbemestingsgewas inge zaaid worden zoals wikken, alexandrijnse klaver of Italiaans raaigras. Wikken kunnen ingezaaid worden tot 5 augustus tegen 115 kg per ha, alexandrijnse klaver tot 1 augustus tegen 25 a 30 kg per ha en Italiaans raaigras tot 1 augustus tegen 30 a 40 kg per ha. Men dient uit te gaan van goed zaaizaad. In goedkope zaaiwikken zitten vaak onkruidzaden zoals wilde haver ec. Italiaans raaigras dient een stikstofgift te worden gegeven voor een goede ontwikkeling. De grasgroenbemesters onder dekvrucht dienen na het ruimen van de dekvrucht zo snel mogelijk bemest te worden met 6080 kg zuivere N per ha. Dit kan gegeven worden in de vorm van kalkammonsalpeter. Te laat of te weinig stikstof geeft een slechte ontwikkeling van het gras. ONKRUIDBESTRIJDING Daar de wortelonkruiden de laatste jaren op vele percelen schrikbarend toenemen, is het noodzakelijk hieraan extra en onophoudelijk aandacht te besteden. Op diverse percelen komt een vrij ernstige bezetting voor van kweek en klein hoefblad. Verder dient meer aandacht besteed te worden aan de bestrijding van de veenwortel (wilde wilg), akkermunt, moerasandoorn (stinkers) en de akkerpaardestaart. Zodra het gewas van het land is kan men de wortelonkruiden mechanisch bestrijden door het land te stoppelen en daarna regelmatig te bewerken met een triltandkultivator. Voor deze regelmatige bewerking is droog weer nood zakelijk. Zijn de weersomstandigheden aen de natte kant, dan moeten de wortelonkruiden ook chemisch bestreden worden. Na het ruimen van de oogst kan men het effekt van een chemische (Zie verder pag. 1&) De kapaciteit van de maaidorser wordt bij het uit het zwad dorsen van graszaad mede bepaald door de breedte van het zwad. Voor goede kwaliteit op tijd het vlas trekken. Op tarwepercelen waar geen groenbemestingsgewas ge teeld wordt dient met het oog op de overdracht van gele roest de stoppel zo goed mogelijk zwart gehouden te worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 11