In gesprek met: Ir. D. van der Zaken
CULTUURTECHNISCH WERK IN 1966
Deze week alle bieten opéén
(Vervolg van pagina 5)
KAPELLE—WEMELDINGE DAAR MOET WAT GEBEUREN
PEN gebied waar de problemen geheel anders liggen en waar de Cultuurtech-
nische Dienst ten nauwste bij betrokken is, is het gebied KapelleWemel-
dinge. Ook daar is een voorbereidingscommissie aan de slag getogen, om de moge
lijkheden om tot een ruilverkaveling te komen te onderzoeken. Opgedane ervaringen
elders in Nederland met gebieden die met soortgelijke problemen kampen staan
niet ter beschikking. Het is het eerste van deze „soort" in Nederland. Daar móét wat
gebeuren.
Kapelle kan, zoals de toestand nu is, niet blijven liggen. Ook kan het niet aan
het particuliere initiatief overgelaten worden, want de mensen komen er binnen
hun eigen bedrijfsgrenzen nieteuit en men blijft zitten met slechte structurele om
standigheden, zoals bedrijfsgrootte, versnippering van de percelen, slechte af
watering enz. Misschien kan ruilverkaveling een oplossing van de vele problemen
geven; al is er nu nog geen verstandig woord over te zeggen of dit zal lukken.
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN WITTE VLEK
PROVINCIE ZEELAND
I. TOT STAND GEKOMEN
v. afsl.
ha
1957
2 blokken
2050
1957
Walcheren
17350
1958
Eede
1130
1960
Waarde
930
1963
Schouwen-Duiveland
20600
1964
Kleverskerke
950
Tholen
12170
Zak van Z.-Beveland
4530
2. IN UITVOERING
Jaar v. stemming
1961 Stoppeldijk
1962 Walzoorden
Canis vliet
1964 Noord-Beveland
1966 Koewacht
3. IN VOORBEREIDING
Jaar v. afsl.
1966 De Poel-Heinkenszand
1969 Kield recht
1970 KapelleWemeldinge
4. AANGEVRAAGD:
Niet in 3 begrepen
Totaal
ha
59710
6030
1150
1720
7470
5220 21590
6500
3800
4000 14300
4100
Toestand 1 januari 1967
TOT STAND GEKOMEN
HHm IN UITVOERING
IN VOORBEREIDING
AANGEVRAAGD
TOT STAND GEKOMEN
OPNIEUW IN UITVOERING
TI/IET het overzichtskaartje omtrent de stand van zaken her- en ruilverkavelingen
Zeeland eind 1966 in de hand toont Ir. Van der Zaken aan dat dit in Oost
Zeeuws-Vlaanderen bijzonder vlot verloopt. Walzoorden zal dit jaar worden afge
sloten, Stoppeldijk en Canisvliet verkeren in de eindfase. Net begonnen is met de
uitvoering van de ruilverkaveling Koewacht, terwijl de ruilverkaveling Kieldrecht
in voorbereiding is. Samen vormen deze verkavelingen een aardig gesloten geheel.
Nu is door het waterschap De Verenigde Braakmanpolders voor het gebied ten
Westen van het Kanaal ook een vraag ingediend, waarmee een bruggehoofd ge
slagen is naar West Zeeuws-Vlaanderen. Op de verkaveling Eede na nog een
maagdelijk wit gebied op de ruilverkavelingskaart van Zeeland. Wel is daar door
het waterschap Het Vrije van Sluis veel gedaan aan de verbetering van ontsluiting
en afwatering. Het waterschap heeft reeds in de loop der jaren verschillende Hogin
gen gedaan, maar er is (nog) geen meerderheid te vinden om tot ruilverkaveling te
komen. De noodzaak daartoe wordt door deze waterschapsvoorzieningen bepaald
minder, maar geven in vele gevallen toch geen afdoende oplossing van alle pro
blemen. Bijvoorbeeld het oude land van Cadzand noemt Ir. Van der Zaken een
schoolvoorbeeld van een pebied dat ruilverkavelingsbehoeftig is. Maar, zo zegt hij,
het is en blijft een vrijwillige zaak
Financieel is ruilverkavelen beslist aantrekkelijker dan dat de verschillende ver
beteringen, alhoewel hierop subsidies worden ontvangen, apart worden uitgevoerd.
DE JONGEREN
IUIJ stellen nog aan de H. I. D. de vraag in hoeverre de jongeren bij deze ook
voor hen ingrijpende veranderingen betrokken worden. Ir. Van der Zaken
zegt hierover: Het is erg moeilijk om de jongeren officieel inspraak te geven bij de
voorbereiding en de uitvoering van ruilverkavelingen. Wel heeft mijn direkteur er
in toegestemd, dat als een commissie dat wenst er een vertegenwoordiger van de
jongeren als toehoorder aan de plaatselijke commissie kan worden toegevoegd.
Nieuw in de geschiedenis van de ruilverkavelingen. We zijn de eerste die hiermee
experimenteren. Het is bijzonder belangrijk, dat de mening van de iongeren n^ar
voren komt en deze kunnen zeggen wat zij ervan denken. Ze hebben als toehoorder
wel geen stemrecht, maar stemmen komt in een plaatselijke commissie toch in
de praktijk niet vaak voor. Leden, adviseurs enz. zitten gezamenlijk om de tafel
en overleggen op hetzelfde niveau. Bij de ruilverkaveling Noord-Beveland hebben
we aan deze oplossing reeds vorm kunnen geven, en zit Ho beer Davidse namens
de beide jongerenorganisaties als toehoorder in de plaatselijke commissie.
In het voorbereidingsstadium van de Ruilverkaveling De PoelHeink^nczand
hebben wij speciaal voor de jongeren enkele discussiebijeenkomsten beleed Daar
uit komen bijzonder aardige suggesties naar voren, waarmee wij ons nut hebben
kunnen doen
BI.
In cultuurtechnische werken fs vorig jaar 241,5 miljoen geïnvesteerd,
dat was f 18,5 miljoen meer dan in 1965. Aldus het jaarverslag 1966 van
de cultuur-technische dienst waaraan wij het volgende ontlenen.
In ruilverkavelingen werd 162 miljoen besteed, tegen 139 miljoen
in 1965. Van die f162 miljoen was f 142J! miljoen op de rijksbegroting
uitgetrokken. Van derden andere ministeries, provincies, gemeenten
en waterschappen werd een bedrag van 15,5 miljoen aan bijdragen
verkregen. Eigenlijk was het van deze derden invorderbare bedrag f 20
miljoen, maar in 1966 bleek opnieuw dat vooral lagere publiekrechtelijke
lichamen hun financiële verplichtingen vaak slechts met vertraging kon
den nakomen. In het hierdoor bij de ruïlverkavélingswerken ontstane
tekort van rond f4 miljoen werd voorzien door een overeenkomstige
beperking van de uitgaven voor een andere categorie van door de cul
tuurtechnische dienst verzorgde werken, de z.g. gemeente- en water-
schapswerken. De investeringen in deze gemeente- en waterschapswer-
ken liepen terug van f67 miljoen in 1965 tot f64 miljoen in 1966, de
rijksbijdrage in deze werken in 1966 bedroeg f36,5 miljoen.
Het jaarverslag geeft ook enige bijzonderheden over de bedrijfsbeëin
digingsregelingen van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de
Landbouw. Op grond van beëindigingsregeling I werden in het verslaq-
jaar 2.156 bedrijven met een gezamenlijke oppervlakte van 12.584 ha
beëindigd.
Voor beëindigingsregeling II die op 1 januari 1966 werd ingevoerd,
waren aan het eind van dat jaar 626 aanvragen ontvangen voor een
oppervlakte van in totaal 6.196 ha. Er werden 62 aanvragen afgewezen,
met 25 aanvragers werd een definitieve overeenkomst gesloten.
De Stichting Beheer Landbouwgronden, die een rol speelt bij de uit
voering van de beëindigingsregelingen en bij de bedrijfsv erg roting in
ruilverkavelingen, verwierf door koop of ruiling in 1.497 transacties 5.754
ha grond, liet zich in een zestal ruilverkavelingen voor in totaal 403 ha
onderbedelen zodat deze grond voor anderen beschikbaar kwam, ver
kocht rond 60 ha voor niet-agrarische bestemmingen, verkocht onenbaar
161 gebouwen, die aan hun agrarische bestemming moesten worden ont
trokken. Het aantal verkochte gebouwen steeg met 45 procent (in 1965
waren het er 111), maar de gemiddelde verkoopprijs daalde van f 19.500
tot f 15.800. Het aantal verliesgevende transacties steeg daardoor van
69 in 1965 tot 108 in 1966.
UIT DE PRAKTIJK
De groei van de gewassen verloopt op WALCHE
REN zeer bevredigend. Hoewel het in mei een
aantal dagen koel en donker weer was waren er
ook een aantal dagen zeer groeizaam. In totaal
viel er tot 27 mei 60 mm regen verdeeld over
twaalf dagen. Geen grote hoeveelheden, maar klei
nere buitjes waar de gewassen volop profijt van
hebben. Door het veelvuldig voorkomen van regen
stagneerden de werkzaamheden op het veld enig
zins. Juist in deze tijd is elke dag kostbaar. Toch
mag worden verwacht dat omstreeks eind mei,
dus deze week, vrijwel alle bieten opéén zullen
staan. En daarmee is dan weer één van de hoog
tepunten in de vorzorging van de gewassen in het
voorjaar afgesloten.
De onkruidbestrijding in verschillende percelen
bieten zal de eerstkomende weken nog wel vol-
goede resultaten met het eggen van de bieten met
een onkruidegge. Sommigen vinden dit te rigo-
reus, maar wij zijn van mening dat het een goede
methode is om een groot aantal zaadonkruiden in
het kiemplantstadium om zeep te brengen. We
denken dan met name aan de zwarte nachtschade,
vooral op de z.g. rode gronden.
In de erwten vraagt de bestrijding van de gal-
mug omstreeks deze dagen onze aandacht. Daar
er in vrijwel ons gehele gebied de laatste jaren
een ernstige aantasting is geweest, lijkt het ons
dat alle percelen voor bespuitingen in aanmer
king komen. Het tijdstip van bespuiten hangt af
van de ontwikkeling van het gewas. De indruk
bestaat dat, indien de weersomstandigheden gun
stig zijn (warm weer), een infektie al verschil
lende dagen voor de bloei van het gewas kan
doende werk verschaffen. Vele kollega's hebben
plaats vinden. Enkele warme dagen kunnen on
verwachts optreden. Om geen risico te lopen is
het daarom gewenst het erwtengewas 6 dagen
voor de te verwachten datum dat de bloei begint,
een bestrijding uit te voeren en deze na 6
dagen te herhalen.
De bestrijdingskosten per keer bedragen onge
veer 30,per ha, inclusief spuitkosten. Slechts
een zeer matige aantasting kan al een schade ver
oorzaken die vele malen hoger ligt.
Ook de bestrijding van de aardappelziekte vraagt
weer de aandacht. Tijdig beginnen met spuiten is
een eerste vereiste.
Op de proefbedrijven in Zeeland zijn de eerst
komende weken weer zeer interessante objekten
te bezichtigen. Een dag hiér aan besteedt is zeker
de moeite waard. Er valt veel te leren.