r VRIJDAG 2 JUNI 1967 55e Jaargang No. 2883 mmik mm Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Lanil- en Tuinbouw en ieeteelt in Zeeland Bedrijfsopleiding in Europees verband Franke ring bij abonnement: Terneuzwj K.NL.C. itn Brussel vindt niet alleen de discussie plaats over het prijsbeleid in de landbouw zowel als in andere bedrijfstak ken van onze economie. Ook met sociale vraagstukken houdt de E.E.G. zich bezig. Een van die vraagstukken is de be roepsopleiding, die in de zes landen van de E.E.G. tot een zekere onderlinge aanpassing zal moeten komen in verband met de gemeenschappelijke markt. Ook de arbeidsmarkt im mers hoort tot het geheel waarover de eenwording van het Europa van de Zes zich uitstrekt. Voor tal van onderwerpen laat de Europese Commissie zich bijstaan door een Raadgevend Comité waarin de over heid, de werkgevers en de werknemers van elk van de zes landen vertegenwoordigd zijn. De praktijk wil dat voor land bouwvraagstukken het agrarisch bedrijfsleven in deze Raad gevende Comité's vaak nog eens speciaal vertegenwoordigd Is. Een dergelijk Raadgevend Comité is onder meer ingesteld voor de behandeling van de vraagstukken voor de beroeps opleiding. Kort geleden heeft de Raad van Ministers een programma aanvaard voor de economische politiek van de E.E.G. op middellange termijn. Het gaat hier om globale uitgangspunten en richtlijnen voor de periode 1966-1970. In algemene ter men wordt in dit programma gesproken over de vooruitgang die in economische zin in de E.E.G. reeds is bereikt, maar vooral ook over de problemen die nog overwonnen moeten worden. De in ontwikkeling achterblijvende gebieden vor men een last voor de gemeenschap en een rem op de ont wikkeling. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onvol doende op elkaar afgestemd. Niet alleen moet hier verbete ring worden gebracht in de huidige toestand, maar vooral moet men zich richten op de problemen van de toekomst, zo wordt in dit programma van de Ministerraad van de E.E.G. naar voren gebracht. „Indien de zes landen 's werelds voor naamste importeur van ontdekkingen en grootste exporteur van intellect mocht blijven hetgeen zij waarschijnlijk sedert een generatie zijn geweest dan zouden zij zichzelf ver oordelen tot een cumulatieve onderontwikkeling welke al spoedig tot een onherstelbaar verval zou leiden", aldus let terlijk het rapport. Het Raadgevend Comité voor de beroepsopleiding heeft nu een werkgroep ingesteld die deze algemene vraagstuk ken die voor de middellange termijn worden geconstateerd nader onder de loep neemt. Praktische adviezen zijn nodig voor de nabije toekomst. Allereerst acht men het gewenst om te komen tot vergelijking van de mogelijkheden die de beroepsopleiding in de zes landen biedt met de behoefte die er aan deze opleiding is. Wij zeiden al dat de arbeids markt een duidelijke rol speelt. Hier kan dus gesproken worden van een vraag naar en aanbod van de opleidings mogelijkheden. Daarnaast is het nodig om in het bijzonder voor de ontwikkelingsgebieden in E. E. G.-verband na te gaan hoe groot de behoefte is aan versnelde opleiding en herscholing van volwassen en jonge ondernemers. Naast de behoeftepeiling in aantallen is ook een behoefte peiling in de aard van de beroepsopleiding nodig. Uitgangs punt is daarbij, dat men een zo breed mogelijke basiskennis gewenst acht. Hierop immers kan een gespecialiseerde be roepsopleiding worden opgebouwd. De scholen en het be drijfsleven zullen bij de opleiding, de bijscholing en de her scholing samen moeten werken zo stelt men in E. E. G.- verband. De werkgroep heeft o.a. op zijn programma als verdere punten ter bestudering staan de verhoging van de leerplich tige leeftijd, de opleiding van de leerkrachten en de bestu dering van de onderwijssystemen in de verschillende lan den. Dit alles zal natuurlijk veel tijd en aandacht vragen, maar het komt ons voor dat men hier op de goede weg is om te komen tot een beter op elkaar afgestemd systeem van beroepsopleiding. Ook dat is in E. E. G.-verband langza merhand onmisbaar. J. R. W. Op vele Zeeuwse bedrijven is in de afgelopen weken de knolselderij de grond inge gaan waarbij op grote schaal gebruik werd gemaakt van machinaal planten. Alhoewel dit wel voorzichtig moet gebeuren was het succes hiervan toch groot. Verschillenden moes ten dan ook hierop wachten voor ze aan de beurt kwamen. Langer wachten is echter be slist niet verantwoord want dit gaat ten koste van de kg-opbrengst. Verder in dit nummer Het jaarverslag van Landbouwrisico Zeeland en Brabant over 1966 en een oproep tot het bijwonen van de algemene vergaderingpag. 3/4 COVECO gaat fusie aan met de N.V. Hollandse Vlees Combinatie pag. 4 In gesprek met ir. D. van der Zaken, de H.I.D. van de provinciale direktie Zeeland van de Cultuurtechnische Dienstpag. 5/7 Uit de praktijkpag. 6 Dingen van de week en andere mededelingenpag. 8/9 Bestrijding valse meeldauw, ontwikkeling op het gebied van de veeteelt in Zeeland en over schade veroorzaakt door ingeschaard vee pag. 1 1 De maand juni op het Zeeuws landbouwbedrijf en een artikel betreffende de overbemesting op stambonenpag. 12/13 Rapporten, publikaties en jaarverslagen die wij de laatste tijd mochten ontvangenpag. 17/19 Markt en Piattelandsjeugdpag. 20/23

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 1