VRIJDAG 26 MEI 1967
55e Jaargang No. 2882
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Resultaten Kennedy-ronde
Frankering bij abonnement: Terneuzem
De Gaulle en Engeland
Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN
QOK de twee achter ons liggende weken hebben weer
enkele internationale gebeurtenissen opgeleverd, die
wan invloed zullen en kunnen zijn op het landbouwbeleid
fel de E. E. G. en dus mede de toekomstige kansen en positie
yan onze Nederlandse en Zeeuwse boeren zullen bepalen.
Er is in de eerste plaats de gunstige afloop van de onder
handelingen, die gedurende vier jaren te Genève onder de
naam Kennedy-ronde werden gevoerd in het kader van de
Algemene Overeenkomst voor Tarieven en Handel (G. A.
T. T.) tussen 54 bij die wereldovereenkomst aangesloten
landen. Zij beoogden verlaging van de door alle landen
op grote schaal toegepaste invoer- en douanerechten te be
werkstelligen, waardoor een opbloei van de wereldhandel
kan ontstaan, welke op haar beurt weer kan bijdragen tot
grotere concurrentie, efficiëntere produktie, lagere prijzen
©n hogere welvaart.
Deze onderhandelingen omvatten zowel industrie- als
landbouwprodukten. Voor de eerstgenoemde zullen in de
komende jaren tariefsverlagingen worden doorgevoerd, die
variëren van 10 tot 50%. Het voorlopig berekende gemid
delde bedraagt ongeveer 35 wat zeker een succes ge
noemd mag worden. Nooit eerder zijn bij dergelijke veel
omvattende onderhandelingen zulke grote resultaten bereikt.
IN de landbouwsektor is het lang zover niet gekomen,
hetgeen mede veroorzaakt wordt door het landbouw
beleid, dat alle regeringen ter bescherming van de eigen
producenten voeren, door de ongeregeldheid van de wereld
markten van verschillende landbouwprodukten, waar over
schotten en tekorten voor sterk wisselende prijzen zorgen
©n door de zeer verschillende systemen van subsidies, hef
fingen, exportrestituties enz., die overal worden toegepast.
Pogingen van de Europese Commissie om tijdens de
onderhandelingen meer ordening in dit geheel te brengen
door voor te stellen, de steun, die men praktisch overal
op de landbouwproduktie verleent, per produkt voor drie
jaar vast te leggen (het Mansholt-voorstel van de „montants
de soutien) en door zelfvoorzieningsgraden vast te stellen
mislukten totaal, doordat met name Amerika deze voorstel
len verwierp. De Amerikaanse regering die in haar volks
vertegenwoordiging te maken heeft met heel wat senato-
ïen en congresleden van agrarische oorsprong, was er voor
al op uit iets te bereiken op het gebied van de tarwe, waar
van haar overschotten met grote geldverslindende verlie
zen gespuid moeten worden.
De belangrijkste resultaten werden dan ook in de graan-
aektor behaald. Besloten werd de minimumprijs van tarwe
in het reeds thans bestaande wereldakkcord voor tarwe te
verhogen tot 1.73 dollar per bushel (27,2 kg) of ongeveer
f 22,30 per 100 kg. Deze prijs, waar beneden door de im
porterende landen niet gekocht zal worden, geldt voor de
Canadese Hard-winter kwaliteit. Zij moet nog door de lan
den die geen lid zijn van het G. A. T. T., maar wel mee
doen aan de Wereldtarwe-overeenkomst, zoals Rusland,
worden aanvaard.
Daar de meeste landen, zoals Amerika en de E. E. G., hun
tarwe-exporten subsidiëren en dus zelf voor hun telers ho
gere prijzen hebben dan genoemde minimum, betekent deze
verhoging geen stimulans om de produktie uit te breiden.
Hun exportsubsidie-bedragen kunnen wat verlaagd worden,
hetgeen hun schatkisten ten goede komt of zoals in de
E. E. G. het gemeenschappelijke landbouwfonds. Alleen in
Canada en gedeeltelijk in Australië en Argentinië zou de
prijs voor de telers wat kunnen optrekken en dus misschien
een hogere produktie veroorzaken.
In de landen, die veel tarwe invoeren, zoals Groot-Brit-
tannië, China en soms Rusland kan het van belang worden
de eigen teelt aan te moedigen. Zoals wij reeds zagen, kan
de hoogte van de restituties, die de E. E. G. bij de export
van Franse tarwe vergoedt iets verlaagd worden, hetgeen
dus wat lagere uitgaven voor het Fonds betekent. Daar
tegenover staat, dat de E. E. G. nog altijd een 2 miljoen ton
harde tarwe invoert, waarop de heffing dus ook wat lager
wordt, hetgeen minder inkomsten voor het Fonds mee zal
brengen. Dit alles geldt slechts als de producentenprijs van
tarwe in de E. E. G. dezelfde blijft.
In dit nummer deze week onder meer:
De algemene vergadering van onze Onderlinge Verzekering. „Rij
den we wel zo goed?"pagina 3
Tuinbouwklanken en Dingen van de Weekpagina 4
„Belangrijke wijzigingen in de sociale verzekeringspremies" op de
K.N.LC.-paginapagina 6
Zeeuwse bedrijfsresultaten Varkenshouderij in 1966 pagina 7
Besparing op krachtvoer begint in de zomer - Phytophtorabestrij-
ding in aardappelen en Mechanisatienieuwspagina 8-9
Bram, Markt, Voor de vrouw en Plattelandsjeugd pagina 11-13-15
V.
HET tweede besluit is, dat de G. A. T. T.-
leden een gemeenschappelijke voedsel
hulp aan hongerende onderontwikkelde lan
den van 4,5 miljoen ton graan gaan betalen.
Hiervan zullen Amerika 42 de E. E. G.
23 Canada 11 Engeland, Australië en
Japan ieder 5 en de andere landen de rest
voor hun rekening nemen. De deelnemende
landen mogen zelf beslissen of zij graan leve
ren of geld geven om het benodigde graan
aan te kopen.
Vluchtig uitgerekend kost dit ons land een
25 miljoen per jaar, maar het is natuurlijk
nog niet zeker of de kosten van deze voedsel
hulp ten laste van het landbouwfonds komen
of door de E. E. G. direkt op de regeringen
der zes lid-staten verhaald zullen worden.
Daar het hier zuivere ontwikkelingshulp
betreft, zouden wij voorstanders van het
tweede systeem zijn.
VERDERE resultaten in de landbouwsek
tor zijn van bescheidener aard. Zij be
treffen enige verlaging van E. E. G.-invoer-
rechten op bevroren vlees uit Argentinië, op
kipconserven, op perziken, vruchtsalades en
grapefruit in blik of op sap. Denemarken
krijgt een wat groter contingent voor de uit
voer naar de E.E.G. van slachtkoeien. Voor
zuivelprodukten, vlees en plantaardige oliën
en vetten werd niets bereikt.
(Zie verder pagina 3.)