NIEUW
tegen aardappelziekte
Commentaar van de redaktie
Nc
wetenschap in dienst van land- en tuinbouw
23
ONZE AMSTERDAMSE LIEVERDJES
Maar de redacteur heeft met geen woord gerept
over het falen van de plaatselijke overheid, welke
een dergelijke overval noodzakelijk maakte. In
tegendeel, hij probeert het gedrag der provo's goed
te praten door het aanhalen en verdraaien van n-
belangrijke feiten,
ALLEREERST de naam „Provo". Er zijn er niet
meer dan 35, zegt U. Verder zijn er nog een
aantal andere langharigen „Nozems", of hoe men
ze ook noemen moet. Ik herinner me de rechter in
Amsterdam, die tegen een groepje van dergelijke
jongelui zei: „In mijn tijd had men ook een naam
voor jullie soort, n.l. „Schorem".
Het interesseert mij niets welke naam ze heb
ben, maar wèl het feit dat ze de burgers in Am
sterdam terroriseren, en dat doen ze.
Het is niet belangrijk of dit in de ingangshal
of in de uitgang van C. S. gebeurt, ze deden het.
In de latere avonduren werden diverse mensen
lastig gevallen en bedreigd. Het gebeurde dat men
sen koffie gingen halen en de bekers uit de han
den gerukt werden onder het motto: „Als je je
smoel niet houdt, zul je nog eens wat anders be
leven". En verder de zedeloze practijken, die ze
onder elkaar in het openbaar uithaalden met min
derjarige meisjes
HET rapport van minister Beernink liegt er dan
ook niet om: Sedert de zomer vorig jaar wer
den er op C. S. 170 processen-verbaal gegeven, 199
minderjarigen en 77 anderen opgebracht, 21 pro-
cessen-verbaal wegens misdrijf en meer dan 9 ge
vallen van mishandeling en openlijke geweldple
ging tegen een burger of het lastigvallen van meis
jes en verder 17 gevallen van diefstal.
Zoiets mag ik niet, zij niet, niemand niet.
„Het omgooien van auto's en het vernielen van
dagbladkantoren (14 juni) werd niet door de be
doelde jeugd gedaan". Bekijkt U de foto's maar
eens, dan zult U zien dat er veel langharige bouw
vakkers zijn. Dat vuurtje stoken in de hekken van
het paleis waren dat ook bouwvakkers?
JOGMAALS, het interesseert me niks hoe men
ze noemen moet, maar bovenstaande dingen
dienen niet te kunnen gebeuren. Als dan de over
heid niet ingrijpt om de burgers de bescherming
te geven waar ze recht op hebben, dan is het be
grijpelijk dat er anderen zijn die het recht in hand
nemen. Evenals vele jaren geleden de Amsterdamse
onderwereld een einde maakte aan nozemterreur.
Het eigen rechter spelen is niet goed te keuren,
maar in dit geval was het hartverheffend te zien
dat er ook nog andere jongeren zijn, want mariniers
zijn óók jongeren. Ironiserend noemt U de naam
„Jantjes" „een mooie klassieke troetelnaam", maar
als men over Provo's en Nozems praat als „de
jongeren" dan is dit beledigend voor de hele Neder
landse jeugd.
HET gaat niet op om deze „jongeren" op een ver
tederende manier te verdedigen. Het kan best
zijn, dat ze in het C. S. staan omdat het er droog
en warm is en omdat ze er goedkoop koffie en eten
kunnen krijgen. Dat ze nergens anders heen kun
nen, wil er bij mij niet in.
Ze staan er de hele middag tot laat in de avond,
's Middags kunnen ze werken, studeren of een an
dere bezigheid hebben en zoüden ze 's avonds niet
thuis kunnen zitten? En als ze per se uit de muur
willen eten, dan zijn er genoeg andere automatie
ken in de stad. Overigens van mij mogen ze er ge
rust staan, maar ze dienen zich te gedragen zoals
iedere burger zich gedragen moet.
Bij de marine overval waren er geen 30 „jon
geren". maar meer dan 60, velen gewapend met
fietskettingen e.d. De „Jantjes" kwamen met hun
blote vuisten.
OOK met koninginnedag hebben we een staaltje
van hun kunnen gezien: Agenten pesten door
ze met fietsbellen en straatklinkers te bekogelen
en te slaan met stukken betonijzer. En als de politie
dan ten lange leste iets terug doet, dan maar bieren
over het „schofterige optreden van de politie en
mishandeling van die arme zieltjes van Amster
damse jongeren".
WE moeten ook niet vergeten de enorme schade
die geleden wordt door de slechte naam, die
we in het buitenland krijgen en het teruglopen van
het tourisme tengevolge daarvan. Bij de opening
van het nieuwe Schiphol hebben het A. N. V. V. en
het V. V. V. ƒ200.000,besteed om journalisten
en hoofdredacteuren naar ons land te trekken
opdat zij propaganda konden maken voor Amster
dam en Nederland.
Tijdens de nozemrellen zijn drie van hen mis
handeld. Men kan gerust stellen dat daarmee die
twee ton naar de maan zijn.
Het gaat mij alleen om de algehele strekking
van het door mij gewraakte artikel. Het commen
taar, dat de secretaris der Brabantse plattelands
jongeren schreef als spontane reactie, bevatte veel
onzin. Hij stelde: „hadden wij dit idee maar gekre
gen dan hadden we er met de Brabantse platte
landsjongeren naar toe gegaan en hadden we de
marine vóór kunnen zijn".
Maar het getuigde van een frisse geest.
FRANS DEES.
V II
PHILIPS-DUPHAR NEDERLAND n.v. AFD- FYTOFARMACIE
TOLSTRAAT 12? AMSTERDAM TEL. (Q20) 730961
7.4.209
DIJ het schrijven van een reactie op het vorige
artikel van „Muis" wisten we dat we een
risico aanvaardden. Het risico namelijk, dat men
ons zou zien als „verdedigers van alle handelingen
van de jeugd waarover Muis schrijft". Zo stond het
woordelijk in de laatste alinea van ons commen
taar. Inderdaad gaat men ons nu verwijten dat we
alles wat door provo's, nozems of zo u wilt „scho
rem", in Amsterdam wordtuitgehaald, trachten goed
te praten. Dit is dus niet juist. We herhalen echter
nog eens: als je je een mening wilt vormen moet je
ook bereid zijn de zaak eens van een andere kant
te zien.
Waarom, vraagt de heer Dees zich af, was de
redaktie zo snel met commentaar? De stukjes van
Muis vragen immers om reacties van lezers? Inder
daad, maar die zijn op zijn vorige stukjes nimmer
gekomen. Bovendien gaven wij als argument een
sprekend voorbeeld („De boer werd mens") dat
reacties helaas nauwelijks te verwachten zijn. De
heer Dees wandelt hier achteloos omheen. Hij
kon beter weten!
Ten aanzien van de brief van de heer Roelse wil
len wij één opmerking maken. Men mag natuurlijk
altijd met iemand van mening verschillen, dat is het
recht van iedere staatsburger. Als men dan echter
bij voorbaat beweert dat de ander de zaken met
opzet in een heel verkeerd daglicht stelt, dan is
naar ons oordeel de weg tot een zinnige discussie
afgesloten.
7OWEL Muis als de heer De Buck raden ons
aan zelf een kijkje te gaan nemen. Dus „je
moet er geweest zijn om te kunnen oordelen", wat
men ook in ander verband vaak hoort. Of dit al dan
niet juist is laat ik hier in het midden. Als men niet
regelmatig de voorvallen in Amsterdam kan mee
maken moet men het nu eenmaal met pers en T.V.
doen. De ene perspublikatie, dat is bekend, wil ech
ter nog wel eens van een ander verschillen. Eén
voorbeeld: de heer Dees meldt dat de matrozen in
het station met de blote vuist vochten. Uit onze
bronnen vernemen we, dat die blote vuisten nogal
eens voorzien waren van boksbeugels en harpslui-
tingen. Wat is waar? Het blijkt dus gevaarlijk om
op deze basis te discussiëren. Zolang we hier nog
niet een duidelijk en vooral onbevooroordeeld oog-
getuigeverslag kunnen plaatsen, niet van één maar
van meerdere voorvallen in Amsterdam, zolang zal
de discussie blijven hangen op een nietes-welles-
niveau, waar geen mens wijzer van wordt.
Als dit alles in druk verschijnt zullen inmiddels
de conclusies uit het rapport van de commissie-
Enschedé zijn vrijgegeven. Laten we met z'n allen
hopen dat een aantal deskundigen eindelijk in staat
zal zijn, oplossingen aan de hand te doen om aan
de toestanden in Amsterdam een einde te maken.
Er zonder meer op los slaan, een methode die vele
voorstanders heeft, blijkt averechts te werken. We
zijn benieuwd hoe het anders moet. En zouden hier
mee eigenlijk de discussie willen sluiten.
REDAKTIE (L. A. Nobels).