Bezoek aan een zeer goed perenbedrijf 6 Twee kilometer van de grens bij Nieuw Namen ligt het fruitbedrijf van de heer Georg van den Berg te Kieldrecht. Het is één der meest bekende bedrijven van België. De heer Van den Berg ziet namelijk kans om vrijwel elk jaar veel peren te oogsten, terwijl de vruchten bovendien van prima kwaliteit zijn. Hij schijnt dus de fijne kneepjes vai> de pere teelt extra goed te kennen. Zijn kollega's zeggen bewonderend: „Hij snoeit de peren er aan". Mede omdat de pereteelt in de belangstel ling staat, is een bezoek aan zijn bedrijf zeer interessant. Woning met links het koelhuis. De heer Van den Berg in één der jongere percelen. MEER DAN 80 PEREN De heer Van den Berg heeft een sterke voorkeur voor peren en dat komt in zijn aanplant duidelijk tot uiting. Meer dan 80 van de beplante oppervlakte wordt inge nomen door deze fruitsoort. Bij zijn woning heeft hij bijna 7 ha fruit. Hiervan is 1 ha appels en de rest allemaal peren. Over enige jaren zal ook die bunder appels omgezet zijn in peren. Verder heeft hij samen met zijn „kozijn" deze winter 9 ha grond met fruitbomen be plant, waarvan nog geen 2 ha appels (Cox's en Golden) en de overige 7 ha weer alle peren. Toch meent hij dat vooral de Cox's het op het laatste perceel goed zal doen. Hij zegt; „Daar kweek je een vaste, goed houdbare Cox's die je met Pasen tegen de muur kunt smijten en dan nog niet geblutst is." Maar hij heeft nu eenmaal meer vertrou wen in peren. En dat is geen wonder, want hij kon daaraan in 't algemeen minstens drie maal zoveel verdienen dan aan appels. Van daar die wel zelden voorkomende verhouding van 13 ha peren tegenover 3 ha appels! OOK HIER LATE PRODUKTIE De late produktie geldt algemeen als een belangrijk nadeel van de pereteelt. Dat pro bleem kan ook de heer Van den Berg niet oplossen. Ook hij rekent op 6-7 jaar wachten op de vroeg vruchtbare pererassen en 10 jaar wachten op een laat vruchtbaar ras als b.v. Beurré Hardy. Wel lukt het soms om de bomen vroeger aan het dragen te krijgen, maar dat is meer uitzondering dan regel. Hij heeft echter min of meer vrede met die late produktie. Hij ziet het niet uitslui tend als een nadeel. Juist doordat peren laat dragen blijft de aanplant beperkt en is er minder gevaar voor overproduktie en lage prijzen. Nu blijft het aanbod binnen de per ken en dat komt tot uiting in de prijzen, die veelal hoger liggen dan voor de appels. Wel geeft hij graag toe dat de late produk tie voor een beginnende teler een vrijwel on overkomelijk struikelblok vormt. De op kweek van jonge peren moet men kunnen financieren met de opbrengst van een pro- duktieve oudere aanplant van appels of peren, want anders is men failliet voor de bomen wat opleveren. GROOT VERSCHIL TUSSEN APPELS EN PEREN Een zeer belangrijke opmerking van hem is, dat velen te weinig verschil maken tussen appels en peren. Men behandelt bij het plan ten, opkweken, snoeien enz. de beide vrucht soorten veel te veel gelijk en doet dan of het allemaal appels zijn. Een peer vraagt echter een andere opkweek en verzorging dan een appel. Men wil nu ook de peren erg nauw plan ten, maar daar is de heer Van den Berg het niet mee eens. Erg nauw planten heeft vol gens hem weinig zin, want de bomen dragen de eerste jaren toch niet. Men verhoogt er de aanloopkosten sterk mee, doch krijgt die hogere investeringen niet terug door een vroegere produktie. Men moet nu eenmaal tot een bepaalde leeftijd wachten op vruch ten. Maar er staat tegenover dat de bomen tot hun veertigste jaar mee kunnen. Dat is het grote verschil met appels, die snel in pro duktie moeten komen, omdat ze ook weer snel vervangen moeten worden. Bij peren moet men alles op langere termijn bekijken. De oudste, thans 25-jarige struiken Zelf plant hy overwegend op 4 x 2% meter. Wel gebruikt hij ouder materiaal. Hij kweekt de bomen zelf (met spéciaal geselecteerd enthout) en laat het materiaal twee jaar op de boomkwekerij staan. Daarna worden ze twee jaar vrij nauw opgeplant en pas daarna komen intussen vierjarige bomen op de defi nitieve plaats te staan. Dat twee maal ver planten vindt hij van veel betekenis, omdat de bomen dan 'n oppervlakkig („kruipend") wortelsysteem krijgen. De dikke wortels raakt men door het verplanten kwijt en men krijgt een fijn vertakt wortelstelsel. Het is een poging de type IX na te bootsen. Door dit alles wordt de groei afgeremd en wordt de boom vroeger vruchtbaar. Sterke groei leidt tot later vruchtbaarheid en daar om wordt doelbewust de groei bij jonge bomen verzwakt. AFGEPLATTE HAAG Als boomvorm verkiest hij thans de afge platte haag. Hij begint met twee zware vrij steile takken in de rij. Deze worden opval lend kort ingesnoeid, met het doel vlug zij- hout te krijgen. De heer Van den Berg is geen voorstander van de slanke spil, met alle takken direct op de middenstam ingeplant. Althans niet voor peren. Bij de stam is de sapstroom zo sterk, dat de jonge vruchtjes gemakkelijk worden afgestoten. Hij heeft de peren liever verder van de stam op zwak zij hout, want daar is de rui minder. Bij de opkweek wordt de eerste jaren ge bruik gemaakt van jukken en draden, om de takken de goede stand en richting te kunnen geven. Die stand moet zijn: vrij steil voor de hoofdtakken en meer vlak of desnoods han gend voor het lichtere zijhout, waaraan de meeste vruchten moeten groeien. Pas geplant boompje, reeds 4 jaar oud. Let op de korte snoei.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 6