Met een ezel door Sicilië
Bestrijdt klein hoefblad pleksgewijs in de wintertarwe
Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen nu ook vroeger zaaien
1 PINGEN VAN PE WEEK
6
AMT DE PRAKTIJK (Vervolg van pagina 4.)
WE schrijven weer al begin april in WEST
ZEEUWS-VLAANDEREN en de eerste ron
de in de voorjaarswerkzaamheden op onze land
bouwbedrijven is achter de rug. De afgelopen week
hebben we bij regenachtig weer kunr\en uitblazen
van een week „full speed" werken onder prach
tige weersomstandigheden.
De week vóór Pasen is met man en macht zeer
veel werk gedaan. Behoudens nog enkele percelen
suikerbieten zijn alle vroege gewassen wel ge
zaaid. Met de tegenwoordig beschikbare machines
kan in één week tijds veel gebeuren, hebben we
wel gezien; wanneer het weer maar wil mee
werken.
We maken dit nog niet zo vaak mee, dat alle
vroege gewassen achter elkaar kunnen worden
gezaaid. En dan ook nog in een vrij gunstige tijd,
zo de tweede helft van maart. Een gedeelte van
de aardappels is ook reeds gepoot, alhoewel het
merendeelsnog wel moet gepoot worden. Het
zaad is aan de grond toevertrouwd.
We zullen maar hopen dat moeder natuur wil
meewerken om tot een goede oogst te komen.
De oppervlakte suikerbieten is in West Zeeuws-
Vlaanderen aanzienlijk uitgebreid. Misschien wel
met 20 a 25 t.o.v. vorig jaar. U zult wellicht
hierom ongerust worden, maar ik hoor dat dit in
andere gebieden niet zo is, dus het kan nog wel
meevallen met een teveel aan suikerproduktie.
Voor de chemische onkruidbestrijding is vrij
algemeen gebruik gemaakt van bodemherbiciden
in bieten, erwten, uien en enkelen in vlas. Ik zag
dat verschillende collega's de Pyramin-bespuiting
op de bieten zo lang mogelijk willen uitstellen tot
tegen de opkomst. Dit is mij niet erg duidelijk.
IN OOST ZEEUWS-VLAANDEREN is inmid-
dels het meeste zaaiwerk achter de rug. Al
leen moet ook hier nog een gedeelte aardappelen
geplant worden. Hoe meer we echter in het Oos
telijk deel van Oost Zeeuws-Vlaanderen komen
hoe meer er nog gezaaid moet worden.
Het is de laatste jaren toch duidelijk gebleken,
werking van Pyramin is immers lang genoeg om
de voor jaarsperiode te overbruggen. Dit geldt ook
voor Simazin in erwten. Met de bespuiting van
het beste resultaat en de minste risico's gaf. De
dat de bespuiting toegepast direkt na het zaaien
Camparol in erwten en Ramrod in uien is dit an
ders; dit kan beter zo tegen de opkomst worden
gespoten, maar daarom is dit nog niet met Pyra
min het geval. Zij, die voor Pasen hebben gespo
ten, kunnen ons inziens goed resultaat verwachten,
immers enkele dagen na het spuiten een zachte
regen van 15 mm is ideaal te noemen.
Wanneer de omstandigheden het toelaten, wordt
het nu ook tijd voor het zaaien van de groenbe-
mesting. De eerste helft van april is de beste tijd
voor het zaaien van de klavers in de tarwe, waar
in rode-klaver de voorkeur verdient.
Het is ook tiid om aandacht te schenken aan de
klein-hoefbladbestrijding in de wintertarwe. Bij
een gewaslengte van 20 cm kan in wintertarwe
plekseewiis tegen klein-hoefblad gespoten worden
met 2V* liter 2.4.-D per ha. Dit geeft veelal een
beter resultaat dan een besouiting met 5 liter
2.4.-D in de stoppel alleen. Hierna 2 a 3 weken
later een M.C.P.A.-bespuiting (tevens tegen dis
tels) bevordert het resultaat op het klein-hoefblad.
Bij zware bezetting zal men in de stoppel nog eens
moeten herhalen met een dubbele concentratie
(nl. 5 liter 2-4 D per ha). Het is zaak, dat we in
de granen dit lastige onkruid te lijf gaan. In de
hakvruchten hebben we chemisch geen mogelijk
heden, wat vorig jaar duidelijk te zien was.
Benut daarom de mogelijkheden: geef dit las
tige onkruid geen kans.
Het in februari gaan draaien gemaal te Stop
peldijk maalt het water weg tot 2.40 min N.A.P.
Een peil dat voorheen niet mogelijk was. Daar
door kan men aanmerkelijk vroeger zaaien dan
daarvoor het geval was.
Op de slempgevoelige grond is dit jaar op rui
me schaal een zaaibed bekalking uitgevoerd, voor
al op bieten is dit van groot belang. Op veel be
drijven is er op grotere afstand dan vorige jaren
bieten gezaaid b.v. 8 a 9 cm. Het areaal dat op
eindafstand is gezaaid beloopt zo'n 5 van de
totale oppervlakte bieten. Mede door het niet voor
radig zijn van goedgekeurd zgn. „super-zaad" is
deze oppervlakte kleiner gebleven dan aanvan
kelijk was bedoeld.
Deze percelen op eindafstand gezaaid zullen
door de bedrijfsvoorlichters van de voorlichtings
dienst nauwlettend worden gevolgd, o.a. planten-
aantal per m, regelmaat, handwerk, opbrengst
etc. Een en ander gebeurt onder auspiciën van
het I.R.S.
Klein hoefblad „dokken" vragen uw bijzondere
aandacht. Vele percelen zijn de laatste jaren aan
een grondige bestrijding toe. Dit vraagt goed sa
menspel van mechanische, chemische en vrucht-
wisselingsmaatregelen.
Naast o.a. wieden kan men in wintertarwe de
chemische bestrijding goed toepassen.
Als in wintertarwe reeds tegen de muur e.d.
werd gespoten, kan bij een gewaslengte van
15:20 cm (nu) 2V2 liter 24 D amine per ha
worden gespoten. Deze bespuiting moet onge
veer 14 dagen later worden gevolgd door de
normale hoeveelheid MCPA.
Als in wintertarwe naast het hoefblad ook nog
muur moet worden bestreden, dient aan de 2V2
liter 24 D amine nog 1 liter Loxynil te
worden toegevoegd.
In zomergranen dient in verband met de gevoe
ligheid de bestrijding pleksgewijs te zijn Het is
in zomergranen daarom aan te bevelen inplaats
van 24 D, te spuiten met de mengsels MCPP -f-
MCPA of Loxynil -f- MCPP. Deze werken zachter,
maar zullen het hoefblad slechts voor één seizoen
bestrijden. Voor een afdoende bestrijding zal dan
ook in de graanstoppel een 2,4 D behandeling
steeds noodzakelijk zijn.
Vermeldenswaard is nog dat in het kleigebied
ZaamslagAxel, de Melkcontrólevereniging Zaam-
slag van de ongeveer 800 melkcontróleverenigin-
gen in ons land, de 5e plaats in de melkvetpro
ductie heeft weten te behalen!
Drukke weken staan de Zeeuwse telers van win
terbloemkool te wachten. De oogst gaat beginnen
en dat betekent dat het er op aan komt voor de
teler. In de komende weken zal moeten blijken wat
het wordt: goud of koper of misschien nog minder.
De weersomstandigheden spelen een grote rol in
deze periode. Tot nu toe waren ze zeer gunstig voor
dit typisch Zeeuwse produkt. Geen wintervorst-
schade, koud weer in de afgelopen weken met als
gevolg een afgeremde, maar zeer gestadige groei
en een goede koolvorming. Voor de winterbloem-
koolteler zou het zulk weer moeten blijven. Niet
alleen is dan de vraag naar bloemkool groot maar
de kwaliteit kan ook best worden. Bij warm weer
loopt de kwaliteit al gauw terug en de vraag is dan
ook meestal wat minder groot, al moeten we er bij
zeggen, dat dit in deze tijd van het jaar ook weer
niet zulk een grote rol speelt.
De weersomstandigheden heeft de teler niet in
de hand. Hij kan echter veel doen om een kwali-
teitsprodukt aan de veilingen te brengen.
De Zeeuwse Groentetelers Organisatie heeft
hierover vorige week een belangrijke mededeling
aan haar leden doen uitgaan. We mogen iedere
teler van winterbloemkool aanraden daar kennis
van te nemen en bovenal het geschrevene in de
praktijk toe te passen. Een goede verzorging van
het produkt in de oogsttijd kan veel geld opbrengen,
evengoed als een nonchalante houding veel geld
kan kosten.
We denken aan het dekken van de kool, een
punt van zeer grote betekenis dat voor een groot
deel de kwaliteit van de kool bepaalt.
Het tijdstip van oogsten moet de teler zelf vast
stellen en daarbij ook weer letten op de kwaliteit
van het produkt. Dat is belangrijker dan de grootte.
En dan niet te vergeten de sortering en verpakking.
Hiermede worden nog dikwijls fouten gemaakt en
dat heeft tot gevolg dat men minder krijgt op de
veiling dan wanneer men een betere sortering had
toegepast. Niet vergeten mag worden dat de kool
vanaf de veiling naar het distributiepunt vervoerd
moet worden en daar moet ze goed aankomen.
Houd dat steeds voor ogen wanneer u in de komen
de weken in de winterbloemkool werkt.
We vernamen dat het in de bedoeling van de
Zeeuwse Groentetelers Organisatie ligt om in alle
kringen demonstraties te geven van het oogsten en
veilingklaar maken van dit produkt. Dat is een ge
lukkig initiatief, dat genomen is in samenwerking
met de plaatselijke veilingen. Om resultaat op te
leveren rs echter nodig dat de telers deze demon
straties bijwonen en hetgeen door wordt geleerd in
de praktijk toepassen.
Bovendien is het advies gegeven om in de ko
mende weken op de veiling te gaan kijken hoe col
lega's het produkt aanvoeren. Daar kan men altijd
van leren. Soms hoe het moet, soms hoe het niet
moet.
De prijsverwachtingen van de Zeeuwse winter
bloemkool zijn gunstig. Tot nu toe lijkt het erop dat
het voor de telers een goed seizoen gaat worden.
Het zou een s.timulans kunnen betekenen voor de
vele ondernemers met een klein bedrijf waar deze
teelt past. Het is in onze sektor immers over het
algemeen zo dat we het voor de uitbreiding van
teelten moeten hebben van geslaagde teelten in
voorgaande jaren. Laten we hopen dat voor de
winterbloemkool de gunstige verwachtingen be
waarheid zullen worden
Op de groenteveilingen is in de afgelopen weken
enorm veel sla aangevoerd. Dagaanvoeren van
1 miljoen kroppen waren in de laatste weken bij
sommige veilingen in het Westland eerder regel
dan uitzondering. Wat dat betreft komt Zeeland
ver achteraan met de groenteteelt, want op de vel
ling in Middelburg waren soms aardige hoeveel
heden goede sla te koop maar overigens had het
toch weinig te betekenen.
In een overzicht van het Produktschap Groenten
en Fruit over de sla-aanvoer lazen we, dat de
periode januari/maart waarschijnlijk een record-
aanvoer te zien zal geven, n.l. van 184 miljoen krop
terwijl tot nu toe 1964 een uitschieter was met 180
miljoen krop in deze drie maanden. Het vorig jaar
bedroeg de aanvoer in januari/maart 129 miljoen
krop.
Met de prijzen was het na de Pasen niet te best
gesteld. De zwaarste sla kon nog aan 20 cent per
krop komen maar veel exportsla ging weg tegen
prijzen van 15-17 cent per krop en de lichte sla
noteerde hoogstens 14 cent per krop, de minimum
prijs van het Centraal Bureau van veilingen, of
draaide door.
In de week voor Pasen zat het wat beter. De zeer
grote sla-aanvoeren van dit voorjaar hebben ge
middeld toch minder opgebracht dan het vorig jaar
want het Produktschap voor Groenten en Fruit heeft
berekend dat bij een 44% hogere produktie. de
prijs gemiddeld in januari/maart 27 lager was
dan het vorig jaar en dat had tot gevolg dat de be
somming van de grote sla-aanvoer in deze drie
maanden slechts 5 hoger was dan die van 1966.
(Vervolg van pagina 5.)
Achthonderdduizend analfabeten op Sicilië zo
willen de officiële cijfers mij wijsmaken. Dat komt
neer op vijftien procent van de bevolking. Maar als
ik per dorp en stad bij burgemeesters, gemeenteraads
leden, postboden en politiemensen informeer, kom ik
aan een percentage van tussen de dertig en de veertig.
Daarom schuw ik ook de officiële werkloosheids
cijfers. Kijk in een dorp of een stad rond en je ziet
honderden mannen doelloes op de piazza en in de stra
ten rondhangen. Zij doen dat beslist niet uit weelde.
Maanden en maanden zitten zij zonder werk. De flink-
sten van hen trekken ten langen leste naar het buiten
land.
„Wie kan, ontsnapt" hoorde ik iemand zeggen. Met
koffers en jutezakken, met tassen en teilen vol bagage
reizen zij noordwaarts. Noord-Italië is al van zuide
lijke arbeiders verzadigd. Zwitserland werd door hen
overspoeld. In Duitsland en Frankrijk werken zij bij
tienduizenden.
Zij leven er zuinig. Zij verlangen bijna geen zak
geld. Een flink deel van hun loon moeten zij aan huur
besteden. Als zij op hun eigen kamer koken, kan de
voedselpot laag worden gehouden. Zo kunnen zij maan
delijks een flink bedrag naar huis sturen. In hun dorp
werkt dat aanstekelijk. Arme pachtboeren laten hun
land in de steek en trekken ook weg. Steeds meer
akkers op de Siciliaanse heuvels komen braak te lig
gen. De boeren verkiezen de stank van de Po-vlakte
of het Ruhrgebied boven de wijde lucht van hun ge
boortestreek.
Na een of twee jaar reizen zij naar hun dorp terug.
De schulden zijn betaald, het huisraad kan wat worden
aangevuld en er is een klein spaarpotje gevormd.
Maar als zij enige weken thuis zijn worden zij ge
confronteerd met een voor hen nooit te ontlopen tra
giek. In Noord-Italië, in Zwitserland, Duitsland, Frank
rijk, België en Nederland hebben zij wat ruimer leren
leven. Zij hebben rondgekeken in een welvaartsstaat
en hebben geproefd van wat luxe. Maar in hun eigen
dorp moeten zij terugvallen in het armoedige bestaan
van vóór hun buitenlandse periode. Opnieuw lopen
zij maanden zonder werk. Hun spaarpotje teert in. En
ten langen leste besluiten zij opnieuw naar het rijke
noorden te reizen. Het is daar kouder dan thuis. En
er is bijna geen woonruimte. Zij blijven er ook altijd
vreemdeling een wat gewantrouwde vreemdeling.
Maar dat nemen zij op de koop toe.
Want zij hebben geen keus.
De cirkelgang heeft hen omsloten.
DICK DUS.