Bedrijfsuitkomsten in de landbouw 1966/'67 Vergadering Dagelijks Bestuur Z. L. M. Wist U dat 3 TOESLAG LICHTE GRONDEN VOOR OOGST 1967 f 90 PER HA VOERGRANEN Door de ontwikkeling van het gemeenschappe lijke landbouwbeleid in de Europese Economische Gemeenschap zal de graantoeslag voor de lichte gronden geleidelijk moeten worden afgebroken. Overeenkomstig een destijds genomen beslissing, waarover met het Landbouwschap overeenstem ming was bereikt, zal deze toeslag voor het komen de jaar wederom met 25 per ha worden vermin derd. Bij Beschikking van de Minister van Land bouw en Visserij is de toeslag voor de oogst 1967 thans vastgesteld op 90 per ha voedergranen op de zand- en veenkoloniale gronden. De uitvoeringsregeling blijft gelijk aan die van vorige jaren. Bedrijven die in het toeslaggebied zijn gelegen en op 20 april e.k. nog geen aanvraagfor mulier toegezonden hebben gekregen, dienen, wil len zij voor toeslag in aanmerking komen, zich vóór 1 mei a.s. te wenden tot hun districtsbureauhouder ter verkrijging van een dergelijk formulier. Voor aanvragen die na 1 mei worden ingediend, zal als regel geen toeslag meer worden verleend. VLASPERIKELEN IN BENELUXRAAD IN de Interparlementaire Beneluxraad heeft ir. M. A. Geuze onlangs wederom een lans ge broken om alsnog zo spoedig mogelijk tot een E.E.G.-vlasregeling te komen. Ir. Geuze merkte volgens het verslag van de ver gadering van deze Raad, op 18 maart j.l. gehouden, onder meer op dat wanneer men in de E.E.G. op het ogenblik alleen beslissingen neemt over de grote cultures en produkties, bepaalde kleine belangen in de verdrukking dreigen te komen. Ir. Geuze noem de in dit verband de hop- en de vlasteelt, voor be trokken producenten van bijzonder groot belang en waarmede hun bestaan kan zijn gemoeid. Door het uitblijven van een Benelux-inspanning dreigt Frankrijk een monopoliepositie op vlasgebied te krijgen. Dat dit geen loze bewering is, is mij nog weer eens gebleken uit een ander feit. In april a.s. zullen te Oostende de Benelux-textieldagen worden gehouden. Men heeft daar ook op de agenda ge plaatst het punt: modernisering van de viasindus- trie. Men zal zich daar laten voorlichten door een gerenommeerd deskundige op dit gebied, de heer ir. Gayet, direkteur van de „Association Technique pour la produktion et ('utilisation du lin" te Pressis- Belleville. Uit diens uiteenzettingen en over de vor deringen die in Frankrijk gemaakt zijn of nog in voorbereiding zijn op het gebied van de vlasteelt, de roting, vlasvezelbereiding en de linnengaren- spinnerij zal blijken hoe paradoxaal dat mis schien voor mensen, die niet enigszins op dit ge bied zijn ingewijd, moge klinken dat de linnen industrie zeker in Frankrijk weer aan een nieuwe evolutie bezig is. Wanneer wij ons daar dus niet mee bezighouden, zullen wij een interessante in dustrie op het altaar van de E.E.G. gaan offeren. Wij zullen wellicht later tot de conclusie moeten komen dat die evolutie, die zich op het ogenblik aandient, tot Frankrijk beperkt zal blijven. Vandaar, aldus ir. Geuze, dus de aandrang van de commissie bij de bewindslieden van Benelux om hiermee zo veel mogelijk haast te maken, als het al niet te laat ïs. LUCHTVERONTREINIGING ENKOOL ln de „Autokampioen" van 25 maart troffen wij een verhaaltje aan over de gevolgen van lucht verontreiniging door auto-uitlaatgassen in de En gelse stad Luton. De aldaar ter versiering en groen voorziening geplaatste bloembakken, met kleurige bloemen beplant, bleken de gevolgen van de „ver- keerssmook" niet te overleven. De vindingrijke direkteur van de plantsoenendienst probeerde toen met koolplanten wat groen in de city te brengen. Hij zorgde bovendien voor wat kleurvariaties door als bloembakgarnering groene, gele en rode kool te planten, waarmee hij het hele jaar net kan rond komen. Momenteel prijkt in de betonnen groente tuintjes de groene koolsoort Januari King en de plantsoenenbaas tracht zichzelf, de gemeenteraad, de ingezetenen en de vreemdelingen nu diets te maken, dat koolplanten de bloemen uitstekend kun nen vervangen. De vraag die overigens niet beant woord werd is deze: als de luchtverontreiniging de bloemen doodt, wat voor invloed heeft deze dan op ons? Dat het verhaal geen apekool is bljjkt uit een tweetal bijgeplaatste foto's 1 (Vervolg van pagina 1.) TUINBOUW De heer P. J. J. Dekker deelde mede, dat de aan voer van kassla iets minder overvloedig wordt, waardoor er kans is op enig prijsherstel. Het aan bod van komkommers is voortdurend zo ruim, dat de prijs onder druk staat. Voor de kleinere voorjaarsprodukten als radijs, andijvie, kasspinazie en dergelijke is de prijsvor ming tot nu toe niet onbevredigend. De voorraden sluitkool, kroten, breekpeen zijn nog steeds groot, terwijl de vraag beperkt blijft. Daarentegen is er een vlotte afzet van waspeen. In de fruitsector zijn de peren praktisch geruimd. Op de Europese appelmarkt heerst een vriendelijke stemming. De prijs trekt wekelijks 1 a 2 cent aan, mede dankzij een bevredigende vraag. Van belang is, dat de voorraden appels in Frankrijk minder groot zijn dan de laatste raming, terwijl ook het percentage kwaliteit I bij de Franse Golden Deli cious niet hoog is. VEEHOUDERIJ De heer De Buck deelde mede, dat per 1 april de verhoogde oriëntatieprijs van kracht is geworden en dat voorts in de laatste week van maart de slachtveeprijs boven de heffingengrens vastgesteld kon worden. De zachte winter is gunstig geweest voor de veehouderij, terwijl met name in Zuid- Nederland de grasgroei zeer vroeg is. Er zijn in de afgelopen weken zeer geslaagde paasveetentoonstellingen gehouden waar hoge prij zen konden worden gemaakt. Grote successen wer den met Nederlands vee behaald op de internatio nale show in Parijs. Van vers rundvlees, aldus de heer De Buck, is de export momenteel niet erg groot. De produkten van de vleeswarenindustrie zijn goed gevraagd, voornamelijk door Engeland en Noord-Amerika. De handel in kalfsvlees ondergaat de gevolgen van de maatregelen, die Italië heeft genomen tegen de invoer. De hormoon-inspuitingen zijn verboden en zware straffen zijn reeds opgelegd. De export van kalfsvlees naar Italië leverde in 1966 circa 240.000.000,op, neerkomende op ruim 80 van de gehele kalfsvleesuitvoer. De uitvoer van geslachte varkens beloopt onge veer 1 miljoen stuks per jaar. De vraag naar biggen blijft zodoende groot en alleen uitbreiding van de foktomen kan invoer voorkomen. De slachtpaarden blijven onverminderd duur; in België blijken d« prijzen zelfs nog hoger te liggen dan in Nederland. WERKGEVERS- EN ARBEIDSZAKEN De vergadering nam kennis van de stand van zaken betreffende het overleg over de lonen en arbeidsvoorwaarden in de land- en tuinbouw voor de provincie Zeeland voor het komend kontrakt- jaar 1967/1968. Tijdens het eerste overleg, dat op 23 maart j.l. plaats vond, werd reeds over een aan tal belangrijke punten overeenstemming tussen werkgevers en werknemers bereikt. Verwacht kan worden, dat tijdens de vergadering der Sociale Commissie op vrijdag 7 april over nog enkele be staande geschilpunten tot een vergelijk gekomen kan worden. Het bestuur ondersteunde ten volle het verzoeli van de direkteur van het A.S.F. te Goes aan de landelijke direktie, waarin verzocht wordt ten aanzien van de verzekeringsplicht van de in hel bedrijf meewerkende kinderen een zekere soepel heid te betrachten. Bij overeenstemming tussen ouders en kind (eren) omtrent het wel aanwezig zijn van een dienstbetrekking zou verzekerings plicht aangenomen moeten worden voor bijvoor beeld de Ziekte- en Ziekenfondswet, de Landbouw- ongevallenwet, de Werkloosheidswet en de We1 op de Arbeidsongeschiktheid. BENOEMINGEN Het Dagelijks bestuur besloot akkoord te gaan met de volgende benoemingen of voordrachten ter benoeming: In de Districtsraad van het Landbouwschap voor Tholen en St. Philipsland de heer A. C. Breure, St. Maartensdijk. In de plaatselijke Sociale Commissie Kruiningen van het Landbouwschap de heer P. Phi- lipse, Schore. Tot lid van de Gewestelijke Advies commissie Berenhouderij de heer P. van Cruijnin- gen, Zuidzande. Tot lid van het Bestuur van de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren de heer S. de Visser, Aagtekerke. Tot lid van het Bestuur van de Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering de heer E. L. de Koeijer, Brouwershaven. JJET C. B. S. heeft de bedrijfsuitkomsten in de land- bouw, voor het boekjaar 1965/'66, bekend ge maakt. Deze uitkomsten werden opgesteld aan de hand van ruim 6000 bedrijfseconomische exploitatie rekeningen, opgemaakt door de Landbouwboekhoud- bureaus en het L. E. I. De resultaten hebben betrek king op landbouwbedrijven van 4100 ha voor de pe riode van 1 mei 196530 april 1966. Het arbeidsin komen van de ondernemer bedroeg dit boekjaar ge middeld 10.126, tegen 11.031 in 1964/'65 en 7.508 in 1963/'64. De uitkomsten van de landbouwbedrijven, gerang schikt naar bedrijfstype, wijzen uit dat de resultaten op de akkerbouwbedrijven in 1965/'66 gemiddeld min der gunstig waren dan in 1964/'65. In de 4 grootte klassen bij dit bedrijfstype liggen de dalingspercen tages van het arbeidsinkomen van de ondernemer tus sen 17 en 28 Op de weidebedrijven lag, in alle grootteklassen, het arbeidsinkomen van de ondernemer iets hoger dan in 1964/'65. De bedrijfsuitkomsten op de gemengde bedrijven op de zandgronden waren in alle grootte klassen lager dan in 1964/'65. Het gemiddeld arbeids inkomen van de ondernemer liep met name sterk terug op de bedrijven met een oppervlakte cultuurgrond van 15—30 ha en 30—50 ha (24 resp. 30 (Zie verder pagina 8.) FR thans van een niet onbetekenende verlaging van de rentestand sprake is? Een tweetal lezers van ons blad stelde mij de vraag of dit nu maatschappelijk gezien wel een zo groot voordeel is als soms wordt gezegd? Ik zou willen antwoor den dat iedere medaille haar keerzijde heeft. Zo is het ook met de hoogte van de rentevoet. Uiteraard is het zo dat een hoge rente een NADEEL is voor degenen die geld moeten lenen, maar omgekeerd een voordeel voor hen die geld ter leen verstrek ken. Onze lezers spreken echter van het „maatschap pelijk bezien van dit vraagstuk". Om deze vraag te beantwoorden zou men dus de som van alle voor delen moeten vergelijken met de som van alle na delen. Deze weging, dit tegen elkaar afwegen, is zoal niet onmogelijk dan toch wel uitermate moei lijk. We willen eens enkele dingen noemen Geld lenen heeft plaats met in hoofdzaak een tweeledige doelstelling. Men kan geld lenen ter dekking van: a. produktieve behoeften; b. consumptieve behoeften. NDIEN men geld leent met een produktief doel, wil men door investering in produktie- middelen de maatschappelijke produktie verhogen. Als nu deze produktieverhoging maatschappelijk verantwoord is cn dus uiteindelijk de produktie tot gevolg heeft dat meer en/of betere produkten voor de bevolking beschikbaar komen is deze produktie maatschappelijk gezien nuttig, mits hiermede de behoeften worden bevredigd. Indien echter van één of meerdere produkten een zodanig overschot ontstaat dat van een blijvende overproduküe sprake is, is deze produktie verkeerd gericht. Indien er dus ongedekte behoefte aan een be paald goed bestaat en de produktie wordt door een renteverlaging (goedkoper geld) gestimuleerd dan is dit een maatschappelijk voordeel, terwijl omge keerd een te hoge rente deze produktie kan rem men en dus een maatschappelijk nadeel betekent. J3IJ de consumptieve behoeften liggen de kaar- ten tot op zekere hoogte gelijk. Geld lenen voor een consumptief doel kunnen we stellig niet zonder meer als onverantwoord beschouwen, maarhier past grote voorzichtigheid. Wie leent móet rente gaan betalen en te eniger tijd af lossen. Bij een geldlening in de produktieve sfeer kunnen deze verplichtingen uit de nieuwe of ver grote produktie worden gevonden, in de consump tieve sfeer niet en moeten dus andere wegen open staan om rente en aflossing te voldoen. We zouden het tenslotte zo willen stellen dat voor nuttige consumptieve doelstellingen een lage rentevoet een maatschappelijk voordeel moet wor den genoemd, maar dat een hoge rentevoet een rem is op ongezonde consumptieve bestedingen en dus zo bezien ook een maatschappelijk voordeel is. Onze tweede vraagsteller noemt nog de belangen van hen die van hun rente-inkomen moeten leven. Uit den aard der zaak is een hoge rente voor hen een voordeel en voorzover er in de maatschappij sprake is van een grote z.g. vergeten groep (hier van rentetrekkers) is een hoge rente die hun leven leefbaarmaakt ook een maatschappelijk voor deel. Onze lezers moeten nu zelf maar eens de vóór- en nadelen afwegen en daarbij bedenken dat op iedere stelling uit bovenstaande kritiek mogelijk is. Men bedenke waarmee we begonnen, „iedere me daille heeft haar keerzijde"!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 3