Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Een nieuwe lente
geen nieuw geluid
TERWIJL in Den Haag een aantal mannen worstelt om
1 een regering in elkaar te zetten die ons land geduren
de een langere periode, liefst van vier jaar, kan besturen,
gaat het leven van alle dag gewoon door. De lente heeft
zich van de nachten van Schmelzer en Biesheuvel niets aan
getrokken en is op de normale tijd begonnen, ons zelfs een
vroeg voorjaar verschaffende. Veel zaad is aan de bodem
toevertrouwd, dat vóór het tot wasdom en rijpheid gekomen
Is, veel werk en hoop op een goed resultaat zal geven. Het
wachten is op de bloei der boomgaarden, opdat ook deze
rijke vruchten kunnen dragen. Het is maar goed, dat de
natuur haar loop vervolgt, want als het aan de mensheid lag,
schoot het ook niet op. Het werk van alle dag gaat door,
maar beslissingen over beleidszaken blijven uit. En dat ter
wijl toch de wereld, Europa en ook ons land kampt met een
hoeveelheid problemen, in wier oplossing weinig of geen
schot schijnt te zitten. De oorlog in Vietnam sleept zich
voort, het verschil tussen rijke en arme landen, maar ook
tussen rijke en arme streken wordt eerder groter dan klei
ner, de wereldwijde handelsonderhandelingen, bekend onder
de naam Kennedy-Ronde, slepen zich na vier jaren naar een
einde, waarbij in sommige sektoren wel wat bereikt zal wor
den, maar dat geensdeels beantwoordt aan de verwachtin
gen, die velen er in het begin van hadden. In Europa lijkt
het Duitse vraagstuk onoplosbaar en blijven de Westeuro-
pese landen voorlopig in twee handelsblokken, de E.E.G. en
de E.V.A., naast elkaar leven. Over de toetreding van Enge
land en de Scandinavische landen tot de E.E.G. blijven wij
voorlopig in het ongewisse, vooral nu blijkt, dat de tegen
standers van een dergelijke stap niet alleen in Frankrijk
schuilen, maar ook in Engeland zelve machtiger zijn, dan
men aanvankelijk kon verwachten.
h/| AAR ook in de Europese Economische Gemeenschap
ontbreekt het aan nieuwe initiatieven, die een impuls
zouden kunnen zijn voor de uitgroei naar een werkelijk ge
ïntegreerd Europa. Het aanvaarde gemeenschappelijke
landbouwbeleid vindt zijn realisering in de uitwerking van
vele uitvoeringsmaatregelen, waarover ambtenaren, des
kundigen en ministers dagenlang vergaderen en twisten over
detailpunten. Een methode waarbij steeds weer blijkt, dat
de vertegenwoordigers van ieder der zes landen, op welk
niveau zij ook met elkaar onderhandelen, erop uit zijn zoveel
mogelijk voordelen voor het eigen land in de wacht te slepen.
De gemeenschapsgedachte is daarbij dikwijls verre te
zoeken en van de idealen uit de beginperiode van het Ver
drag van Rome is weinig meer over. Wie kennis neemt van
de eindeloze discussies over een drempelprijs voor een be
paalde kaassoort krijgt sterk de indruk, dat de leden van
de Raad van Ministers slechts bij elkaar blijven omdat zij
niet uit elkaar kunnen.
De besluitkracht wordt telkens weer verzwakt, doordat
binnenlandse politieke moeilijkheden en kwesties de onder
handelende ministers als het ware vleugellam maken. Nadat
enige maanden geleden de Duitsers zich uit de onderlinge
strijd rond de regering-Erhardt hadden gewerkt, zit de Euro
pese Raad van Ministers nu weer met een Franse en Neder
landse regering, die door verkiezingen demissionair zijn ge
worden en waarbij de vraag voorlopig nog onopgelost blijft
welke koers de nieuwe regeringen gaan varen en welke be
windslieden men in Brussel terug zal zien. Wanneer men
dan weet, dat in 1968 in Italië algemene verkiezingen moe
ten worden gehouden en in 1969 in Duitsland, dan kan'men
vrezen dat binnenlandse belangen de politici sterker in hun
ban zullen houden, dan het streven naar werkelijke vooruit
gang ten aanzien van het E.E.G.-beleid.
Wat dit laatste betreft ten aanzien van de landbouwsektor
zal men in Brussel wel uit de vele vragen komen, die er bij
de uitvoeringsmaatregelen rijzen, zoals bijvoorbeeld voor de
granen de innameregeling, de aanvangsdatum van het ver
koopseizoen, de hoogte en lengte van de bewaarvergoedin-
gen (staffel), de regeling voor de overgang van het ene
jaar naar het ander enz. Ook zullen met hangen en wurgen
de besluiten wel vallen over de prijzen die in 1968/69 zullen
gelden voor tarwe, gerst, mais en rogge, voor koolzaad,
rijst en olijfolie, evenals de nog nieuw in te stellen inname-
prijs voor varkensvlees.
(Zie verder pagina 3.)
Het blijkt dat in de voederbietenkuilen dit jaar een sterke bezetting van luizen voorkomt;
gevaarlijk als infectiebron van de vergelingsziekte in suikerbieten. De voorraad voeder
bieten zal niet zo groot zijn als op de foto. Morgen, zaterdag 1 april, mag u echter geen
voederbieten meer in voorraad hebben wa araan spruitvorming voorkomt. Een laatste
waarschuwing om alsnog maatregelen te treffen. Ook achtergebleven resten dienen gron
dig opgeruimd te worden.
Tevens geven wij hieronder de cijfers van de zojuist gehouden aardappel-inventarisatie
betreffende de voorraden bij telers en handelaren per 17 maart 1967, geschikt voor af
levering als consumptie- of pootgoedaardappelen. Met ter vergelijking de cijfers van de
voorraden per 18 maart 1966.
17 mrt '67 18 mrt '66
Schouwen-Duiveland 7611 ton
17 mrt '67 18 mrt '66
Tholen/St. Philipsland 6821 ton
Noord-Beveland 9016 ton
O. Z.-Beveland 6507 ton
4241 ton
6776 ton
8894 ton
6873 ton
Transporteren 30155 ton 26784 ton
Transport
W. Z.-Beveland
Walcheren
O. Z.-Vlaanderen
W. Z.-Vlaanderen
Totaal
30155 ton
8167 ton
3232 ton
10853 ton
8230 ton
26784 ton
5739 ton
2145 ton
11669 ton
5235 ton
60637 ton 51572 ton