Zeeuwse plaatsnamen
Met een ezel
door Sicilië
5
(Vervolg van pagina 4)
onderdelen van Zeeuwse plaatsnamen te verklaren Tot slot daarom nog enkele
zuivere naamsverklaringen, waarbij af en toe weer een naamsverklarende sage
sneuvelt
ENKELE VERKLARINGEN
Vlissingen heeft niets te maken met „Het veer aan de flessche", d.i. een
herberg waar de fles uithing en ook niet met bewoners die de fles teveel aan
spraken. Men kan slechts veronderstellen, dat het een -ing-vorm is bij een
persoonsnaam Flisso of Filiso, wie en wat deze man ook geweest moge zijn.
Aagtekerke (in 1063 Agathenkyrica) is genoemd naar een aan de H. Agatha
gewijde kerk.
Axel is Aksel en er zijn twee mogelijkheden: 1. Asclo of essenbos; 2. sel is
een afkorting van lo(o) of bos, dus het bos van Ago. (Eekloo eikenbos).
Baarland is baar land; baar betekent open.
Biervliet is een waternaam (vliet) en bier kan modder betekenen.
Biezelinge is een met riet begroeide linge of moeras.
Biggekerke heeft niets met de varkenshouderij te maken, maar is de kerk
van Biggo, een afkorting van iemand die Bighard of Bigwald geheten heeft.
Braakman heeft niets te doen met spijsverteringsstoornissen of het braken
van bouwland, maar wel met een „grondbrekeme", dat is het afbrokkelen van
land in zee. De oude naam is trouwens Breckeme.
Dreischor was in 1206 Drieskire en Dreeskiere. De betekenis hoeft echter
volstrekt niet „drie schorren" te zijn, want een schor of schar was vroeger
een weide (inscharen van vee).
Ede is een waternaam (de Die) in tegenstelling tot het Gelderse Ede, dat
vroeger Edesthorpa, dorp van Eda, heette.
Goes heeft slechts in de verte iets te maken met het Engelse woord voor
ganzen, al staat er ook een gans in het stadswapen Maar er is een waternaam
bekend uit 776: Gusaha (u oe) en dat kan ganzenwater betekend hebben.
Haringvliet is niet een visrijk water, maar een water genoemd naar een
persoon.
Hulst hangt inderdaad samen met de stekelige boom van die naam, maar
deze naam sloeg vroeger op een stekelige plant in het algemeen.
Cadzand is samengesteld uit kade (kaai) en zand.
Veere was vroeger Campvere, dus het veer op Kampen.
Gapinge duidt, net als vele andere ingvormen, de nakomelingen van een
bepaalde man aan, in dit geval Gape, een afkorting van een naam als Gebwolf,
Gebwald of zoiets.
Misschien hebben wij met het bovenstaande een klein beetje licht gegeven
in dit moeilijke vraagstuk. Van tal van plaatsnamen is de verklaring overigens
moeilijk of twijfelachtig.
W. GELDOF
(Vervolg van pagina 3)
,,lk ben", zei een Italiaanse mevrouw aan wie ik
in Nederland van mijn voorgenomen reis naar Si
cilië vertelde, „ik ben gek op Sicilië. U zult beslist
heel interessante dingen tegenkomen. Maar ik ben
het negatieve geschrijf over dit schitterende eiland
wei beu. leder die er geweest is, schijnt over de
armoede te móéten schrijven".
Zij heeft gelijk.
Want je kunt „de drijvende tuin van de Middel
landse Zee" (ik citeer een toeristenwervende fol
der van een reisbureau) niet bereizen zonder voort
durend met je neus te worden gedrukt op de mf-
sèria, de wanhopige ellende waarin honderdduizen
den mensen leven.
„De mooiste parel uit Gods halssnoer die Hij in
het water liet vallen toen Hij de schepping gereed
had" zó zien de zonzijde-zoekende toeristen Si
cilië het liefst. De sight-seers onder hen kunnen
deze opvatting zonder veel moeite onderschragen.
Zij moeten hun reis dan wel zoveel mogelijk tot de
noord- en de oostkust beperken. Zij kunnen hun
hart ophalen aan Griekse tempels en theaters, Ro
meinse mozaïeken, Moorse koepels, Noordse kathe
dralen en Barok- en 20ste-eeuwse architektuur.
Als de Siciliaanse lente daar is losgebarsten, stap
je er In het paradijs rond: de boomgaarden zijn met
sinaasappels en citroenen oranje en geel gestip
peld; de amandelbomen bloeien helwit en de judas-
bomen lichtrose; de zee is pauwgroen en de lucht
kobaltblauw; de zon schijnt elke dag en overal snuif
je de geur van tijm en lavendel en munt.
Maar wie hoofdzakelijk aan de kusten blijft, mag
na thuiskomst niet rondbazuinen dat hij Sicilië heeft
gezien. Hij heeft zich tot de randen beperkt. Van
het innerlijke wezen heeft hij niets geproefd. Je kunt
geen olijven eten zonder steeds op een harde pit te
stuiten. Zo kun je Sicilië ook niet leren kennen als
je het binnenland niet intrekt
Van nu af aan trekken wij 's morgens in karavaan met de Siciliaanse boeren de steden uit. 's Avonds
lest Jecco aan de openbare drinkplaats tezamen met collega's zijn dorst.
Wie aan sight-seeing niet genoeg heeft, maar
ook de life-seeing weet te beoefenen, doorziet de
paradijsachtige sluier die Sicilië bedekt op de
meest onverwachte plaatsen. Wie een paar maal de
levensgeschiedenis van een doorsnee-dorpeling
beluistert wie in de kleine huizen mag rondkijken,
wie ontdekt hoe talloze, altijd kinderrijke gezinnen
één kleine kamer moeten bewonen, wie bemerkt
hoe deze mensen nog letterlijk moeten vechten voor
een dagelijks stuk brood (en dan ook niets méér)
hij begint te begrijpen waarom de Siciliaan zijn
land als vergeten beschouwt. Hij ontdekt een schrij
nende armoede die hij in Europa niet meer voor
mogelijk had gehouden. Er staan Nederlanders te
dringen om ontwikkelingshulp te bieden aan Afri
kaanse, Aziatische en Zuidamerikaanse landen.
Maar in ons eigen als welvarend beschouwde
werelddeel ligt ook zoveel ontwikkelingswerk te
wachten.
Op de voetbal die door de Italiaanse laars wordt
weggeschopt, gaan elke avond duizenden mensen
vroeg naar bed om de honger maar niet te voelen.
Als je voortdurend op zulke zaken stuit, móét je
daar wel over schrijven. Dus daarin had de Ita
liaanse mevrouw gelijk I
DICK DUS.