van een vee-exportman <vi>
D. HARTOG OVERi Qg |eVenSlOOP
IK wil nu tot onze reis in Zuid-Amerika terugkeren. Vanuit Rio gingen wij naar Sao Paulo, het koffiecen-
trum van Brazilië. Deze stad is de tweede van het land, heeft ook enige miljoenen inwoners en groeide
in die tijd het meest. We werden begroet door het bestuur van de Hollandse Vereniging aldaar en het eerste
wat men ons vroeg was hoe we waren gereisd. We vertelden met dé trein in ruim een nacht van Rio. Zij
vonden dit niet zo vanzelfsprekend. Velen prefereerden de langere reis van Rio over zee naar Santos, want
de laatste maand, vertelde men ons, hadden zich met de trein 32 ongelukken voorgedaan. Enfin, wij waren
er goed afgekomen.
Wij schaften ons eerst iemand aan om de nodige correspondentie voor ons te doen in het Portugees en
vonden daarvoor een Hollander, die als onderwijzer was overgekomen voor een kleine Hollandse kolonie, die
vanuit de Hoekse Waard om godsdienstige redenen waren uitgeweken naar het binnenland van Brazilië. Een
zekere De Geus was het hoofd daarvan. Het was toen juist Pasen. Wij vroegen onze helper mede te eten in
het hotel. Het diner bestond o.a. uit speenvarken, wat wij ons best lieten smaken. Ik bood onze gast na de
koffie een sigaar aan. Die werden in Brazilië zeer goed gemaakt, dus had ik gedacht, dat die wel niet zo duur
zou zijn. Ik herinner me nog, dat er op de rekening 3,voor stond. Het was een geïmporteerde Havanna
geweest. Trouwens een appel kostte daar toen ook reeds 50 cent. Van de invoerrechten moest men het
hebben.
FEODALE INVLOED
De dag na aankomst zochten wij de heer Dr. Botel
ho, de koper van de tentoonstellingsdieren. Deze was
ook al oud-minister van landbouw. Hij had zijn boer
derij te San Carlos. De reis daarheen zou twee dagen
vergen. Ik wilde natuurlijk absoluut de dieren zien om
te kunnen waarnemen hoe ze zich hadden gedragen.
We reisden per trein ongeveer 5 uur. Dr. Botelho nam
voor ons de kaartjes, voor hem zelf niets en zei bij de
controle, dat ze hem maar moesten kennen. In de
trein was een restauratiewagen, maar die was geheel
bezet. Onze gastheer liet ruimte maken en zo ging
dat ook, toen we in San Carlos moesten overnachten.
Het hotel was vol, doch een dierenarts, die daar vast
woonde, moest er voor ons uit en maar zien ergens
anders terecht te kunnen voor onderdak.
De dieren, die wij bezichtigden, vielen mij mee en
toen ik Dr. Botelho vroeg hoe hij ze zonder te immu
niseren zo goed had gehouden, vertelde hij, dat hun
poten elke dag werden ingesmeerd met petroleum,
om de teek, de overbrenger van de bloedziekten, eraf
te houden. Verder werd ook op het voer nauwkeurig
gelet en de dieren werden voortdurend in de stal ge
houden.
KOFFIEPLANTAGES
Op een kruispunt van spoorwegen zag ik plotseling
een groot aantal Japanners. Op mijn vraag hoe dit
mogelijk was, kreeg ik ten antwoord, dat dit immi
granten waren. Elk jaar kwamen daar 30.000 a 40.000
vreemdelingen binnen. Ik opperde toen tegen Dr.
Botelho het idee om wat Hollanders te laten over
komen, maar volgens hem hadden de Noord-Europea
nen te veel eisen en wenste men hen daarom niet. Men
moest grote gezinnen hebben, die spoedig tevreden
waren, vooral voor het werk in de koffieplantages.
Deze plantages met de miljoenen koffiestruiken vor
men daar een fantastisch gezicht, vooral als de koffie
aan het rijpen toe is. Mijn vrouw had een takje vol
bezet met bonen medegenomen, doch aan het station
moest ze dit aan de politie afgeven. Het mocht niet
worden vervoerd met het oog op het overbrengen van
plantenziekten. Hiervoor had men dus wel 'weer zorg.
Van Sao Paulo, waar de Hollandse consul een Duit
ser was, met wien we later ervaring opdeden, dat hij
onze correspondentie openmaakte en de inhoud daar
van, zo die dienstig kon zijn, aan zijn landgenoten
doorgaf, reisden wij per trein naar Santos, de haven
stad, vandaar per Engelse boot verder naar Buenos
/.ires, een reis van ongeveer drie dagen. In Santos
bezichtigden wij de koffiebeurs, een weelderig gebouw
en zagen wij een geweldige hoeveelheid bananen ver
schepen benevens koffie. Sterke negers droegen tot
6 balen tegelijk.
Was onze reis naar Mexico een succes geweest
voor vee-export nog meer was dit het geval met de
reis naar Zuid-Amerika. Vooral Brazilië is voor ons
zeer waardevol geweest, dank zij ook onze vertegen
woordigers de heren Thenisse en Falcao, die werk
zaam bleven tot aan de tweede wereldoorlog. Toen
men geïmmuniseerde dieren wenste, had ik wel even
gebruik moeten maken van de animositeit die bestond
tussen Dr. Berger en Prof. De Bliek om de zaken
doorgang te doen vinden.
BUENOS AIRES
Bij onze aankomst te Buenos Aires werden wij af
gehaald door onze vertegenwoordiger, de heer De
Block. Hij was aan de boot met een stel journalisten
om mij te interviewen en een foto van ons te nemen,
die dan ook de volgende morgen in de couranten stond.
Dit stond mij nogal tegen en toen ik hoorde, wat men
mij had laten zeggen, werd het er niet beter op. Het
was een opgesmukt verhaal hoofdzakelijk over mijn
gedachten over de haven nota bene. Maar ik was
een Hollander en die hadden de havens aangelegd.
Toen ik er mijn afkeuring over liet blijken aan de
heer De Block beweerde die, dat het zo de gewoonte
was daar in Argentinië. Voor een Hollander, die
Spaans kon lezen, moet het belachelijk geklonken
hebben.
De tentoonstelling zou twee weken later worden
geopend en men vertelde mij, dat het niet raadzaam
zou zijn tevoren de bedrijven te bezoeken, dit om voor
al te zorgen, dat ik te voren niet zou worden beïn
vloed. Ik vond dit kinderachtig, maar het was aanlei
ding, dat ik bij de keuring eerst bekend maakte, dat
ik elk die dit wenste ter plaatse nadere inlichtingen
zou geven over mijn uitspraken. Dit werd mij sterk
afgeraden, doch ik zette toch door.
URUGUAY
We besloten nu de tijd vóór de tentoonstelling te
benutten om de quarantaine-stallen te bezichtigen en
een reisje te maken naar Uruguay. Daar werden wij
zeer hartelijk ontvangen; een excursie met Rijks
ambtenaren werd ingezet om enkele bedrijven te be
zichtigen. Wij ontmoetten later tot onze verbazing
de heer De Graaf, afkomstig uit Poortvliet en familie
van familie van ons. Deze sloot zich bij ons aan en
was die dag ook gast van de regering. Ons werd in
de openlucht een lunch aangeboden. Deze ging op een
zeer originele manier. We namen plaats aan een lange
tafel. Op enige afstand werd een vuur aangelegd,
waarbij op korte afstand een paar schapebouten wer
den geroosterd om vervolgens op wat grotere afstand
gaar te worden gebraden. Vee1 meer dan vlees werd
er niet gegeten, maar alleen de lekkerste stukken en
die met wat wijn. Na afloop werd in een uitgeholde
kalebas een soort thee aangeboden: dit was de zoge
naamde maté, erg vitaminerijk, als een soort tegengif
tegen het vele vlees, daarna koffie en likeur. Het
smaakte ons allen heerlijk.
Wij bezochten verder ook nog het bedrijf van de
heer Vincente Casares, betrekkelijk dicht bij Buenos
Aires gelegen. Dit bedrijf is erg groot. 30.000 stuks
vee, waarvan ongeveer 18.000 melkkoeien. Deze
leverden melk voor ongeveer 800 melkwinkels in
Buenos Aires. Daarnaast is er een fabriek, waar de
dulce wordt gemaakt. Dit is een produkt van melk en
suiker, dat zeer lang kan worden bewaard. Een paar
blikken, die wij medekregen naar Holland, hebben ons
nog dienst bewezen tijdens de tweede wereldoorlog.
Op het bedrijf werd ook een proef genomen met een
groep vee uit Holland tegen een groep Amerikaanse
zwartbonten. In totaal had men 500 fokstieren.
DE TENTOONSTELLING; JURYLID
De tentoonstelling was niet erg groot. De grote
show, waar voornamelijk dieren van vleesrassen wor
den ingezonden, is later in het jaar. Men vroeg mij ook
nog Jersey's te keuren, maar daaraan heb ik mij maar
niet gewaagd. Het terrein was permanent. Tribunes,
stallen, keuringsringen waren alle vaste gebouwen.
Dit alles maakte een grote indruk op mij. Wij bezich
tigden vervolgens een typisch Argentijns landbouw
bedrijf, groot ongeveer 20.000 ha. Dit lag op ongeveer
Vz van de afstand naar Chili. Men had hier een ge
deelte van 5000 ha gereserveerd voor een fokbedrijf
met zwartbonten.
FRIESE BEDRIJFSLEIDER
Op dit bedrijf troffen wij een Friese leider, die ge
trouwd was met een Groningse vrouw, geboren in
de buurt van mijn vrouw's geboorteplaats, zodat een
praatje werd gemaakt over wederzijdse kennissen. De
rest van het landgoed werd beteeld met mais, die
juist werd geöogst met behulp van een groot aantal
losse arbeiders. Ook wordt er vlas geteeld, maar meer
voor het oliezaad. De grond is in Argentinië zeer
vruchtbaar, zodat het vetweiden er zeer voordelig is.
De rassen, die hiervoor worden gehouden, zijn Short
horn en Aberdeen. In Uruguay heeft men meer
6ucces met Hereford. De bodem schijnt daar niet zo
vruchtbaar te zijn. De dieren lopen op lucerne-klaver:
Alfalfa. De verkoop aan de grote slachterijen heeft
ongeveer plaats als bij ons die van schapen, dus bij
grote partijen, die worden aangeboden naar keuze
van bovenaf. Voor eigen gebruik worden meestal
oudere koeien geslacht, waarvan het vlees niet zo'n
grote waarde heeft. Op dit bedrijf slachtte men voor
eigen gebruik twee zware koeien per dag; die, welke
wij zagen slachten, waren erg vet. Na smelting wordt
dit vet meestal als wagensmeer gebruikt.
Wij hebben enkele jaren later nog geprobeerd voor
onze roodbonten hier een afzetgebied te krijgen, maar
dat mislukte, bij Brazilië hadden wij wat meer succes,
doch ook daar dacht men dat Hollands vee beslist
zwartbont moet zijn.
RIJKE ARGENTIJNEN
Wij waren ook nog een dag de gasten vwn de heer
Villanueva, een vooraanstaand Argentijn, zeer groot
grondbezitter en schatrijk. Wij werden van het station
bij zijn boerderij afgehaald met een rijtuig gespannen
met twee witte paarden. Hij was ook een fokker van
renpaarden en verkocht daarvan elk jaar publiek een
40 stuks eigengefokte exemplaren. Soms stuurde hij
merries naar Europa of Amerika om gedekt te worden
door een beroemde hengst. De rensport staat in Argen
tinië hoog aangeschreven. In gezelschap van de heer
Villanueva woonden wij ook een race bij. Het viel ons
op, dat men voor het wedden niet naar de bookmaker
behoefde te gaan, maar op zijn plaats bediend werd.
De heer Villanueva liet voor de dag, dat wij bij hem
waren, speciaal zijn huis in orde maken met personeel
enz. Die dagen verbleef hij n.l. in Buenos Aires. De
rijke Argentijnen gingen in de zomer naar een bad
plaats. Men vond, dat men dit aan zijn stand verplicht
was. Zij die het niet meer zo goed konden doen deden
vaak alsof, vertelde men ons. Er kwam dan een ver
huiswagen voor; de blinden werden gesloten, maar
de bewoners bleven. Enkele weken later komt de ver
huiswagen weer voor, de blinden gaan open en men
is z.g. enkele weken naar buiten geweest. De status
symboliek is dus niet nieuw!
Toen wij aankwamen en van de hoge hotelprijzen
hoorden, zijn wij in een voorstad in een pension ge
gaan en hebben ons adres voor brieven etc. opgegeven
bij de jockey-club, dus ook wat comedie gespeeld.
Enkele weken nadat wij in Holland terug waren,
kwam de heer Villanueva ons bezoeken om een paar
stieren te kopen. Hij kwam uit Parijs en had een soort
secretaris medegebracht, die armen vol dozen bon
bons meebracht als een cadeau voor mijn vrouw. Ik
herinner mij nog, dat zijn grootste zorg was, of hij wel
in het deftigste hotel logeerde. De R-dtschilds waren
hier in Europa zijn grootste vrienden
THUISREIS; DE MORAAL VAN HET VERHAAL
Met een boot van de Hollandse Lloyd kwamen wij
na 'n reis van enkele weken weer behouden thuis. Wat
ik op deze reizen gezien had van de Amerikaanse
dieren van het zwartbonte ras gaf mij wel wat te den
ken. Die mooie groep vaarzen in Mexico, de r>roef
van de heer Casares met de dieren afkomstig uit Ne
derland en uit Noord-Amerika, deden mij meer en
meer twijfelen of wij met onze smaak wel op de goede
weg waren èn voor de toekomst van onze export èn
uit een oogpunt van economie. Deze indruk werd er
niet minder op, toen ik een paar jaar later de heer
Moscrip ontmoette, die mij foto's van zijn dieren liet
zien. Hij was een vooraanstaand fokker en jurylid in
Noord-Amerika en verbleef in Holland om onze wijze
van keuring te bestuderen. In dit verband moet ik
ook nog wijzen op een uitlating van een buitenlandse
fokker, die mij bij een bezoek aan Nederland vroeg:
„Waar zijn toch die mooie uiers bij jullie zwartbonten
gebleven, die ik vroeger hier zo kon bewonderen",
en op het verschijnsel dat van de stieren, die prefe
rent werden verklaard, een zo gering percentage de
hoeveelheid melk bij hun nakomelingen verbeterde.
(ADVERTENTIE)
VRUCHTDRAGEND
VERZEKEREN
Vroeger plukte Kareltje boterbloe
men en madeliefjes
Later sloot hij een levensverzeke
ring bij het OBF.
Nu plukt hij rijke vruchten van die
verstandige beslissing: de juiste
zekerheid voor zijn gezin tegen de
laagst mogelijke premie. En daar-,
bij delen in de winst en gunstige
voorwaarden.
Doe ais Karei (en 32.000 anderen)
en sluit uw levensverzekering bij
het
ONDERLING
BOERENVERZEKERINGSFONDS
SOPHIALAAN 2 LEEUWARDEN