De levensloop van een vee-exportman (iv> Hoefverzorging bij rundvee 17 D. HARTOG OVER: MIJN vrouw en ik reisden naar Mexico via New York, eerst per boot van de Holland-Amerikalijn en en verder per spoor, via San-LouisLa Redo. De spoorreis duurde 3 dagen en vier nachten en was nogal vervelend. Wij zagen tamelijk veel verlaten boerderijen en verder veel vlak land. De slaap gelegenheid in de trein was erg primitief, 's Nachts werd de coupé met een zeiltje afgesloten van de middengang, zodat je kans liep onverwachts een persoon op je bed te krijgen, indien deze door de mid dengang liep en niet te vast op zijn benen stond. Het achterste rijtuig van de trein had 'n uitkijk naar ach teren, maar dat verveelde gauw, omdat je eigenlijk steeds maar op.de rails keek. New York is een geweldige grote stad met torenhoge gebouwen. Vanuit ons hotel keken wij van bovenaf op kerken en torens, die zo enige honderden meters lager lagen. Voordat we San Louis be reikten passeerden wij de Mississippi-rivier. Onze trein was enkele uren te laat. Wij kregen daarvoor 1 dollar per uur vergoed. Deze vergoeding was het gevolg van concurrentie tussen verschillende par ticuliere spoorlijnen. Ofschoon onze papieren met bewijzen van inentingen enz. prima in orde waren, moesten wij te La Redo, de grensplaats van Mexico, opnieuw worden ingeënt. Wij dachten, dat dit te doen was om het geld hiervoor. Onze trein stopte midden op een brug over de rivier en toen kwam de douane. Niemand kon deze zo ontgaan. Wij zagen ineens kerels met grote revolvers voor ons staan, die mij gelastten Spaans te spreken. Aan dit verzoek kon.ik natuurlijk niet voldoen. Tenslotte waren ze te vreden met Engels. een koppel dieren lopen die bij navraag vecht-' stieren bleken te zijn. De man leverde regelmatig stieren voor de arena en wij kwamen overeen, dat hij ons de volgende dag mee zou nemen naar zo'n stierengevecht. Ik werd daar eerst voorgesteld aan de hoofdpersonen. Het bleek mij, dat de toreador een zeer grote dunk van zichzelf had. Hij behan delde mij zeer uit de hoogte. Onze vriend biacht ons vervolgens in zijn loge. die van beton was met een smal langwerpig kijkgat, dat gesloten kon worden met ijzeren deuren, waarin ronde palen. Dit was volgens onze vriend voor het geval er soms gescho ten zou worden. De loge stond op een plaats die het mogelijk maakte het voornaamste van de voor stelling, het doden van een stier, de aanvallen op de paarden etc. van dichtbij te volgen. Toen wij het spelen met twee van de zeven stieren hadden ge zien, zijn wij maar weggegaan. Wij hadden er toen genoeg van. Dit alles aan te zien was voor ons geen genoegen. De andere toeschouwers genoten echter enorm. Zelfs zagen wij één van hen in de arena springen, waar hij direct door een stier werd aan gevallen en zwaar gewond naar een operatie-gele genheid werd gebracht. MEXICO-STAD Mexico-City is een stad met zeer voorname oude gebouwen uit de Spaanse tijd, vooral kerken, waar. van het interieur met veel oud zilveren voorwerpen is versierd, oud fluwelen gordijnen etc. Toen wij er waren werden zeer veel geestelijken, die niet in het land geboren waren, verdreven. Vlak bij de stad is een zeer groot park, waar regelmatig concerten in oude trant worden gegeven. Voor ons was het aardig bij sommige melkzaken een schild te zi-en met een zwartbonte Hollandse koe erop. Ook viel het ons op, dat bij sommige meisjesscholen de soldaten de wacht hielden. Dit zou zijn om het schaken van meisjes te voorkomen. Het merendeel van de bewoners bestaat tlit India nen of kruisingen daarvan met Spanjaarden. Onze terugreis liep per trein tot Veracruz door 'n prach tige bergstreek en langs oude pyramiden der Azte ken en verderop over enorme hoge viaducten. Mexico-City ligt op een hoogte van 2500 meter, Veracruz aan de zee. Was het klimaat in Mexico heerlijk, in Veracruz was het zeer heet. Bij ons vertrek uit Mexico-Stad waren zowel mijn vrouw als ik bedacht met mooie cadeaus. Men had ons bezoek blijkbaar zeer gewaardeerd, vooral ons ini tiatief ten opzichte van de veezending. Toch was ik zeer opgelucht weer heelhuids aan boord te kunnen stappen van 'n zeer mooie Spaanse boot, die ons eerst naar Havanna op Cuba zou brengen. Op deze boot scheepten zich ook zeer veel uitgewezen geestelijken en nonnen in. Aan boord was ook een kapel. Met het eten hadden wij de eerste dagen veel moeite. De spijslijst was in het Spaans opgemaakt en had vanzelfsprekend betrek king op Spaanse gerechten. Ik herinner mij nog, dat mijn vrouw elke dag een paar anijsjes dronk voor de spijsvertering. Intussen bestond ons gezel schap uit drie personen. Ruyter reisde ook met ons terug. Via Havanna op Cuba en Key-West in Flo rida gingen we per trein naar de boot voor Rotter dam in New York. RECORD-MELKPRIJS Toen wij Washington bereikten was het daar enorm heet, 102 a 103 graden Fahrenheit. Wij bezochten daar het kapitool. de bibliotheek er vlak tegenover en het Witte Huis, benevens in de directe omgeving 'n boerderij van een soldiers-home, zoiets als Bronbeek bij Arnhem. De producten van de boerderij dienden voor de huishouding van het home. We zagen hier een vrij uitgebreide veefok kerij. Een van de melkrijkste dieren werd bewerkt voor een record-melkgift. Dit dier werd een lange droogstal vooruit gegeven. Het was 'n grote sterke koe, volgens Hollandse "smaak meer aan de grove kant. Het dier werd niet meer opnieuw in de kalf gebracht, tenminste niet op de normale tijd. Zij stond in 'n stal met ventilatoren, die gebouwd was in 'n heuvel en met 'n flinke uitloop in de buiten lucht, dit alles om haar zoveel mogelijk van een gelijkmatige temperatuur te doen genieten. Werd vier keer per dag gemolken, had water ad libitum en voer dat speciaal voor haar werd bereid. Zodra ze minder graag at werd voer van een andere samenstelling gegeven. Op de kosten werd niet gekeken. Met behulp van haar afstammelingen werd dit wel betaald. F EN onze trein stopte om water in te nemen, nadat wij enkele uren op Mexicaans gebied waren, zagen wij een typisch tafereeltje, een in landse vrouw zo in de buitenlucht bezig op een stuk blik boven een vuur koeken te bakken. Een groot gedeelte van het treinpersoneel zat om haar heen en verorberde haar produkt. Ik kon niet nalaten hiervan een kiekje te nemen. Een ogenblik later kwam de politie op mij af. Volgens onze medereizi gers werd ik verdacht van het bespottelijk willen maken van Mexico. Ik gaf de film uit mijn toestel over, waarmede men blijkbaar geen raad wist en kroop toen maar gauw weer in de trein. Onze vertegenwoordiger had beloofd, ons in La-Redo te ontmoeten. Daar wij hem daar niet ont dekten, informeerden wij bij onze reisgenoten naar een hotel in Mexico City. Het hotel dat zij ons aan bevolen bleek inderdaad goed te zijn. Zij waar schuwden ons echter voor de taxi's aan het station, waarvan er een aantal minder aanbevelenswaardig was. Onze trein kwam te laat aan. Wij troffen ook hier niemand aan om ons af te halen. Er waren alleen nog maar de taxi's, waartegen wij gewaar schuwd waren. Toen wij met een daarvan toch maar van het stationsplein afreden, werd onze chauffeur door de politie aangehouden. Hij moest zijn nummer opgeven, de naam van het hotel waar heen hij ons moest brengen. Ik kan wel zeggen, dat ik heel blij was toen wij daar arriveerden. Na een nacht goed te hebben uitgerust was onze eerste gang naar ons vee. Dit stond er prima voor en hier zagen wij dan ook de heer Arie Ruyter weer terug benevens nog een andere geleider. Het geheel van ons vee bleek een mooie collectie te vormen. De verzorging was natuurlijk bij Ruyter in prima han den geweest. Wij brachten de dieren over naar een soort tentoonstellingsruimte. VEEVERKOOP De Minister van Landbouw, een oud-stierenvech ter, werd bereid bevonden onze z.s. tentoonstelling te openen en zo liep een en ander tot nu toe van een leien dakje. De Mexicanen zijn echte veelief hebbers en men vindt er ook wel kenners onder. Men verklaarde nog nimmer zo'n grote groep goede stieren samen te hebben gezien en zo verkochten wij vlot tegen goede prijzen. De laatste 15 stieren gingen naar een grootgrondbezitter en zij zouden worden betaald in z.g. pagarés, dat zijn wissels over verschillende termijnen betaalbaar. Wij regel den de zaak zó, dat onze vertegenwoordiger niet aan het geld zou komen, tenminste zo dachten wij. Een oud-consul van Nederland was ons daarbij behulp zaam. Deze, die de gehele zaak voor ons geregeld had was onderhand als consul afgezet. Daarvan had ons de Nederlandse gezant niets medegedeeld, toen wij deze bezochten, terwijl hij toch wist wie onze vertrouwensman was. Het bleek achteraf, dat de zaak met deze betalingen zo was geregeld, dat de gelden in handen kwamen van een soort oplichter, ook een Nederlander. Bij onze terugkomst in Hol land hebben wij direct een gesprek gehad op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ons bezwaar was, dat de gezant ons onvoldoende had gewaar schuwd tegen onze vertrouwensman, de ex-consul. Ondertussen was deze opgevolgd door een nieuwe, die zo netjes was, kort daarna bij zijn aankomst in Holland, naar één van onze concurrenten te gaan en die in te lichten omtrent onze zaken in Mexico en aan te zetten te trachten met onze ervaringen in Mexico zijn voordeel te doen. Zowel de afgezette als de nieuwe consul waren beide uit families af komstig, die in-Nederland in hoog aanzien stonden. Verder besteedden wij onze tijd aan het bezoeken van fokbedrijven. Wij zagen o.a. een partij 2-jarige zwartbonte melkvaarsen ingevoerd uit Zuid-Ame- rika van een zeer mooi type, die veel beloofden voor de melkproductie. De koeien worden daar ge houden in aantallen van 300 per bedrijf. Meest zagen wij behalve zwartbonten, dieren van het Zwitserse Braunviehras. De grond is er nogal zwaar en uitstekend geschikt voor lucerneteelt. Door het weiden hierop komt veel trommelzucht voor. Men gebruikt hiertegen voornamelijk de tro- quart. Sommige koeien lopen hun leven lang met een open wond voor de heup. VECHTS TIEREN Toen wij bij een fokker kwamen, die veel met zwartbonten ophad, zagen wij in een afgezet gebied slechts afgezet als bij ons in een melkplaats We arriveerden in New York zwart van kolen stof, en waren wat blij eindelijk weer op de Hol- landse boot te komen. THUISREIS EN AFREKENING Deze reis kan als ons eerste grotere succes in zaken worden beschouwd. Wij hadden daarbij een mooi resultaat geboekt op het gebied van reclame. De financiële kant was in orde, zodat we later tot ons groot genoegen een flinke nabetaling konden doen aan die fokkers, die ons vertrouwen hadden geschonken door aandeel in het risico te nemen. Ook hadden wij nog een mooie bestelling gekregen op een flink aantal drachtige vaarzen voor de pre sident van Mexico. Erg jammer dat zo kort daarop Noord-Amerika de Mexicaanse regering dwong de invoer van vee te verbieden. Met onze vertegen woordiger hadden wij echter geen geluk. Het kostte ons nog ongeveer 2 jaar procederen in Holland voor we het grootste gedeelte van het geld in handen hadden van de laatste 15 op wissel verkochte stieren. Gelukkig, dat het proces in Hol land kon worden gevoerd. Onze vertrouwensman in Mexico was n.l. directeur van een hypotheekbank hier te lande, waardoor wij verhaal op hem kregen. DE LEVERBOTBESTRIJDING In ons blad van vrijdag 20 januari wees dr. J. Tesink, direkteur van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland, erop dat besmetting van het vee in Zeeland met leverbot veelvuldig voorkomt. De bestrijding daarvan moet dan ook krachtig aangepakt worden. Ook van de zijde van de afdeling Voorlichting van het Landbouwschap wordt hier nog eens op ge wezen. Iedere Zeeuwse veehouder die wil laten na gaan of onder zijn runderen en schapen infectie met leverbot voorkomt, en deze wil gaan be strijden als dit het geval zou zijn kan zich voor een mestonderzoek opgeven bij de Gezondheids dienst voor Dieren in Goes of de bedrijfsvoor- lichters van deze dienst. GESLAAGDE CURSUSSEN PLKE veehouder is bekend met de grote waarde van gezonde hoeven bij het rundvee. Immers een dier dat „goed ter been" is kan zich in de weide- tijd goed verplaatsen om voldoende voedsel op te nemen voor groei en produktie. Alleen deze dieren kunnen „goed ter bek" zijn. De hoeven vormen het draagvlak van het lichaam. Het hoornweefsel van de hoeven vertoont een voortdurende groei. Bij het lopen ontstaat slijtage. Bij een evenredige groei en slijtage behouden de hoeven een goede vorm. Het afslijten is echter meestal onvoldoende. Vooral in natte tijden, gedurende de weideperiode, is de groei groter dan de slijtage. In de stalperiode wordt ver groeien in de hand gewerkt door het ontbreken van voldoende beweging. Te lange en vervormde hoeven veroorzaken een af wijkende beenstand; het lopen wordt hierdoor be moeilijkt. Erge hoefvervorming veroorzaakt pijn en kreupelheid. Door het minder verplaatsen en ook door de gevoeiligheid bij het staan wordt minder voedsel opgenomen, hetgeen schadelijk is voor groei en pro duktie. Deze gang van zaken is in de praktijk bekend. Het uitvoeren van een tijdige behandeling wordt vaak ont zien omdat men zichzelf onvoldoende vertrouwt om dit aan te pakken. Het inroepen van vakkundige hulp gebeurt meestal als de dieren reeds kreupel zijn of moeilijk kunnen gaan. VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN Om de veehouders vertrouwd te maken met het toe passen van een goede hoefverzorging bij rundvee zijn in de winter van 1966/'67 een 2-tal cursussen in hoef verzorging geformeerd, n.l. te Scherpenisse en Mid delburg, met respektievelijk 9 en 10 deelnemers. Deze cursussen van 12 lessen a 2 uur zijn verzorgd door de heer G. Schep te Middelburg in samenwerking met de dierenartsen, al naar de plaats, de heer A. Rinses te Scherpenisse en de heer E. P. Oldenkamp te Melis- kerke. Naast het behandelen van de leerstof omtrent kennis van de hoeven en het te gebruiken gereed schap is het zwaartepunt van deze cursussen vooral de praktische toepassing van de hoefverzorging. De eerste oefeningen door de cursisten worden toegepast op zgn. „dode" klauwen, die van slachthuizen worden betrokken. Vervolgens worden de oefeningen bij de levende koe uitgevoerd. Het examen vond plaats op 10 en 15 februari op het bedrijf van de heer M. Anthonisse te Poortvliet en de heer J. P. Geerse te Middelburg. Aan alle cursisten kon een diploma worden toegekend. De grote waarde van een dergelijke cursus ligt vooral in een tijdiger onderkennen van een hoefaf- wijking zodat een behandeling dan op een gewenst tijdstip wordt uitgevoerd. Door de vergaarde „kennis" en vooral door het „kunnen" worden de hoefafwijkin- gen beperkt. Een waardevolle praktische scholing. J. H. LANTINGA.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 17