van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
BOER EN TUINDER
IN DE KNEL?
0OOR ons dagelijks werk hebben wij direkt te maken
met vele publikaties over verricht onderzoek op het
brede gebied van de land- en tuinbouw en alles wat daarmee
samenhangt Een voortdurende, naar het lijkt nimmer aflaten
de, stroom van studies en rapporten passeert regelmatig ons
bureau. De land- en tuinbouw, zo lijkt het ons tenminste
soms toe, is een van de bedrijfstakken in ons land die het
meest onderzocht, bekeken, doorgelicht en becommentari-
seerd wordt.
D«t onderzoek betreft slechts ten dele de zuivere techni
sche kant van het agrarisch bedrijfsleven, zoals rassenkeuze,
teeltmethoden, arbeidsproduktiviteit, mechanisatie enz. Een
groot deel van de studies heeft betrekking op de sociale, de
ekonomische en maatschappelijke kant. Rapporten over de
toekomstige ontwikkeling van de land- en tuinbouw, over het
vraagstuk van de beroepskeuze, over de behoefte aan
vreemd kapitaal, over de redenen waarom zoveel jongeren
en landarbeiders het agrarisch bedrijf de rug toekeren, over
de financiering, de vererving zijn slechts enkele van de on
derwerpen die onder de loupe worden genomen.
Niemand kan beweren dat onze bóeren en tuinders in het
algemeen niet bij de tijd zijn en hun uiterste best doen om
dit te blijven. Zij beseffen maar al te wel dat stilstand ook
hier achteruitgang zou betekenen!
Jaarlijks worden in de agrarische sektor miljoenen guldens
geïnvesteerd aan nieuwe werktuigen, bedrijfsuitrustingen,
gebouwen, kassen enz. Het beste zaai- en pootgoed wordt
gebruikt: het nunstmestverbruik fu ons land ligt bijzonder
hoog. Een goed werkend voorlichtingsapparaat staat boer
eti tuinder met raad en daad terzijde. De afzet van de pro-
dukten via veiilng, coöperatie of handel is goed georgani
seerd en anderen zijn er zelfs jaloers op.
Toch blijkt uit de diverse inkomencalculaties van het L.E.I.
en uit de bereikte bedrijfsresultaten over het afgelopen jaar
dat dooreengenomen deze boer en tuinder veelal geen kans
ziet een inkomen te verdienen dat in overeenstemming is
met de welvaartsstijging die grote bevolkingsgroepen in ons
land de laatste jaren deelachtig is geworden. Velen zien de
oorzaak hiervan onder meer in het verhoudingsgewijs grote
aantal kleine bedrijven. Het kleinbedrijf, dat een verkleinde
uitgave is van een groter bedrijfstype, is bijzonder kwets
baar. Welvaart is vooral een kwestie van produktiviteit per
man. Daar staat tegenover dat echter ook op kleine opper
vlakten een hoge arbeidsproduktiviteit en een goed inkomen
zyn te bereiken. Verschillende voorbeelden hiervan zijn in
onze provincie te vinden. Maar intensivering dan wel ver
groting van het bedrijf vragen investeringen en het nemen
van risico's.
Niettegenstaande de ontplooide initiatieven en aktiviteiten
zit het de boer en tuinder bepaald niet mee. Gedrr wonder
dat men zich dan ongerust en ontmoedigd gaat voelen. Dit
vooral omdat zij de indruk hebben dat de E.E.G. wel tastbare
resultaten voor hem kan opleveren maar dat, voordat deze
bereikt zijn, nog een lange en moeilijke weg gegaan zal moe
ten worden om de bestaande verschillen op te heffen. Er is
nog lang geen sprake van een eerlijke en vrije concurrentie
op de gemeenschappelijke markt!
Het Landbouwschap heeft nu aan de Minister van Land
bouw eén aantal prijsvoorstellen voor het jaar 1967 voor de
melk, het rundvlees, de suikerbieten, vlas en graszaad voor
gelegd. Voorstellen die zeer redelijk en in het licht van de
E.E.G.-verhoudingen verantwoord zijn. Wij mogen verwach
ten dat de Minister deze ten volle zal honoreren. Want om
terug te komen op het begin van ons artikel: met studies
alleen schieten we niets op. Redelijke financiële uitkomsten
moeten de boer en tuinder de gelegenheid bieden de resul
taten van deze onderzoekingen in de praktijk te kunnen uit
voeren en toepassen
BI.
Deze week in dit nummer o.m.:
20 jaar Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland pag:na 3
Tuinbouwklanken, Dingen van de Week en tuinbouwnieuws pagina 4 en 11
Aardappelvoorraden in Zeeland en Nederland en de aardappelen in de E.E.G. pagina 5
Voor recht vlas is er zeker nog belangstellingpagina 7
Het vervolg op „De levensloop van een vee-exportman" pagina 9
Mechanisatienieuws en nieuwe werktuigen pagina 12, 13 en 15
Markt, Voor de vrouw en Plattelandsjeugdpagina 19, 21 en 22
V