UW BIETEN STAAN OPEEN S! Klein Wanzleben ZlM met Klein Wanzleben Suikerbietenzaad, r fat én een Rijke Oogst én 30°/o minder voorjaarswerk KLEIN WANZLEBEN E en P0LYBETA VOOR NORMAAL-, PRECISIE- EN M-ZAAD Hoge Kiemkrachi - Hoge Eénkiemigheid. ERT J E VOORSTEL ONTWIKKELING EN SANERING De hoofdafdeling Tuinbouw van het Landbouw- ■chap heeft een voorstel opgesteld cm in het kader van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds bijdragen te verstrekken voor ontwikkeling en sanering van de glastuinbouw. In de openbare vergadering van 4 januari 1967 besloot het bestuur van het Landbouw schap om dit voorstel aan te bieden aan het bestuur van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds. Ten aanzien van de ontwikkeling wordt voorgesteld de aktiviteiten van het Ontwikkelings- en Sanerings- - fonds te richten op het verstrekken van een ontwik kelingsbijdrage die gebaseerd is op de oppervlakte af te breken verouderd glas. De bijdrage zou voor warenhuizen en kassen met een kapbreedte van minder dan 5 nieter 5,per m2 moeten bedragen als geen vaste verwarmings installatie aanwezig is. Voor glasopstanden met vaste verwarmingsinstallatie zou de bijdrage 7,moeten zijn. Voor kassen met een kapbreedte van meer dan 5 meter (bijvoorbeeld „Aalsmeerse" kassen) wordt een GLASTUINBOUW VAN LANDBOUWSCHAP bijdrage van 8,voorgesteld als geen vasté ver warmingsinstallatie aanwezig is en van 10,met vaste verwarmingsinstallatie. Zeer globaal genomen komen deze bedragen over een met 25 van de bouwkosten van nieuwe glas opstanden. Als algemene voorwaarde moet worden gesteld, dat de bijdrage wor^t gebruikt voor nieuwbouw van de afgebroken oppervlakte oude opstanden. In be paalde gevallen zou echter toegestaan kunnen wor den, dat de bijdrage wordt gebruikt om elders in het bedrijf aanwezige opstanden te moderniseren. De regeling zou kunnen gelden voor vijf jaar. De vernieuwing van het glasareaal wordt dan gespreid en bovendien wordt een temporisering van de aan vragen en van de benodigde geldmiddelen bereikt. Wat de sanering betreft wordt in het voorstel on gemerkt, dat bedrijfsbeëindiging zeer moeilijk te ver wezenlijken is, doordat de verkoopmogelijkheden voor een bedrijf met oude opstanden gering zijn. Er zou naar de mening van het Landbouwschap veel ver» beterd kunnen worden, als er een premie zou wor den verstrekt op het afbreken van oude glasopstan den. De tuinder komt er dan gemakkeli jker toe het be drijf te beëindigen, omdat hij dan een zekere vergoe ding ontvangt voor de opstanden. Bovendien kan de grond zonder opstanden gemakkelijker worden ver kocht. Voorgesteld wordt om de premie hiervoor te stel len op 2,50 per m2 af te breken glasopstand, onge acht de aard van de opstanden. Deze regeling zou een onbeperkte werkingsduur moeten hebben. Aan het voorstel van de hoofdafdeling Tuinbouw ten aanzien van de ontwikkelingsbijdragen voegt hef bestuur van het Landbouwschap toe, dat het voor be drijven in gebieden met een structurele achterstand (zoals bijvoorbeeld onvoldoende ontsluiting) slechts zinvol kan worden uitgevoerd, als onderdeel van een totale structurele aanpak van die gebieden. De alge hele structurele verbetering is daar immers eerste voorwaarde om die bedrijven tot ontwikkeling te brengen. NIEUWJAARSREDE VOORZITTER LANDBOUWSCHAP |r. C. S. KNOTTNERUS, voorzitter van het K. N: L. C., die voor de eerste drie maanden van 1967 het voorzitterschap van het Landbouwschap op zich heeft genomen, heeft in de op 4 januari gehouden be stuursvergadering in zijn nieuwjaarsrede erop ge wezen dat de rentabiliteitspositie van het agrarische bedrijf de laatste jaren sterk bij de algemene wel vaartsontwikkeling is achtergebleven. Bij velen, aldus ir. Knottnerus, is de financiële positie zelfs ernstig aangetast. Voor de boer en tuinder individueel is er onder deze omstandgheden slechts een antwoord mo gelijk, n.l. meer en efficiënter produceren en de ar- beidsproduktiviteit nog hoger opvoeren. De bedrijfs structuur moet verder worden aangepast, de bedrijfs- uitrusting gemoderniseerd, het produktie- en afzet- patroon gewijzigd. Door verdere samenwerking via verticale integratie en producentenorganisatie zal de boer moeten trachten een groter aandeel te bemach tigen van hetgeen de consument voor voedsel uit geeft. De heer Knottnerus sprak de wens uit dat de thans in de kringen van de organisaties op gang zijnde dis cussie rond de taak en organisatie van het Landbouw schap binnenkort kan worden afgesloten. Hij achtte het van belang dat bij de organisatorische toerusting van de landbouw de belangenbehartiging in handen blijft van mensen die de geestelijke spanningen, waar mee de boer en tuinder heeft te worstelen, niet al leen volledig begrijpen en aanvoelen, maar die zelf ook in -het boerenbestaan diep zijn geworteld. Over de gemeenschappelijke E. E. G.-prijzen had ir. Knottnerus zijn zorg. Hij vond het uit oogpunt van verantwoord landbouwbeleid moeilijk te aanvaarden dat een prijsniveau wordt vastgelegd dat pas over een of twee jaar van kracht wordt. Van een goed gefundeerd prijsbeleid kan zijns inziens slechts sprake zijn, indien men vlak voor het van kracht worden van nieuwe prijzen beschikt over een voldoende inzicht in de toestand van Europese landbouw en het effect dat de nieuwe prijzen daarop zullen hebben. Bij het ministerie van landbouw en visserij en bij het Landbouwschap wordt hard gewerkt aan de samenstelling van overzichten van de belastinghef fing van de landbouw in de voornaamste andere E. E. G.-landen. Het stelsel van omzetbelasting op basis van de zogenaamde toegevoegde waarde wordt door de E. E. G.-commissie terecht aangesprezen, zo meende de heer Knottnerus. Voor een exporterend land als Nederland heeft het veel aantrekkelijks. Voor de inkomstenbelasting wordt de landbouw in haast alle andere E. E. G.-landen normatief aangeslagen, d.w.z. op grond van schattenderwijs aangenomen op brengsten die ieder jaar door de overheid na overleg met het bedrijfsleven worden vastgesteld. Ernstig zal onder ogen moeten worden gezien of ook de Neder landse landbouw niet op een dergelijke wijze moet worden aangeslagen. Van de commissie grondgebruik van het Land bouwschap kan zeer binnenkort nader commentaar worden verwacht over de nota ruimtelijke ordening van het kabinet-Cals. In dit commentaar zal tevens de zeehavennota van de regering worden besproken. Reeds thans mog worden vastgesteld, aldus ir. Knott nerus, dat de economische betekenis van de Neder landse landbouw voor de welvaart van ons land veel groter is dan overeenkomt met de getalssterkte van die landbouw ten bedrage van negen procent van be roepsbevolking. De planologen blijken dit eenvoudige feit niet altijd voldoende te beseffen. VAN HET LANDBOUWSCHAP Landbouwschap bespreekt heffingen. Het bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn openbare ver gadering van 4 januari 1967 enige voorstellen bespro ken van de werkcommissie Heffingssysteem. De algemene heffing voor de veredelingssectoren wil men wijzigen. Deze heffing bedroeg voor varkens 0,45 per varken boven 25 kilo en per kip of eend 0,01. Ten einde tot een zo billijk mogelijke verdeling van de lasten binnen de varkenshouderij te komen wil de commissie de heffing voor varkens stellen op 0,35 voor elk varken, met inbegrip van de biggen. Per bedrijf zal een aantal varkens vrijgesteld blijven De commissie acht de heffing van één cent per kip iets te hoog. In 1966 is deze heffing echter gewijzigd en het bestuur acht het niet aanbevelenswaardig om die thans weer te veranderen. De thans geldende vrij stelling voor het aantal kippen of eenden zal in ver- band met de vrijstelling voor varkens voor 1967 na der bezien worden. Bovendien is besloten, dat voortaan cultuurgrond, die voor een of meer produktieperioden zaai- of poot- klaar is verhuurd (met uitzondering van vlasland), zal worden geïnventariseerd en belast bij de huurder en niet bij de verhuurder, zoals tot nu toe geschiedde. Deze voorstellen zullen verwerkt worden in de ontwerp-heffingsverordening voor 1967. Heffingsverordening melkproduktiecontrole. In deze vergadering werd een wijziging van de Heffingsveror dening melkproduktiecontrole vastgesteld. Deze wij ziging houdt in, dat de heffing die sinds 1958 acht cent per 100 kilo afgeleverde melk bedroeg, thans wordt gesteld op 10 cent per 100 kilo afgeleverde melk. Financiering bestrijding varkensziekten 1966. Even- eens werd het Besluit financiering bestrijding varkensziekten 1966 vast gesteld. Dit besluit is vrij wel gelijk aan dat voor 1965. De bijdragen aan de gezondheidsdiensten zijfï echter verhoogd als gevolg van de verhoogde inkom sten uit de heffing van hef Produktschap voor Vee en Vlees op geslachte var kens. De verhogingen zijn overeenkomstig het advies van de commissie financie ring gezondheidsdiensten. r i voor leden 1 x per jaar gratis plaatsing vóór maandag's in te zenden aan redactie te Goes maximaal 6 regels en niet onder nummer. TE KOOP z.g.a.n. 5-velds kromtand- egge, tand lengte 15 cm, werkbr. 4 mtr; 6 veld* zig-zag-egge werkbr. 4 m. J. J. VAN MALDEGEM, tel. 01108-243, Torendjjk 47, Kortgene. Te koop gevraagd: 4 velds Kromtandegge, tanden 15 cm lang. GEBR. DE VISSER, Oude Grintweg 2, Aagtekerke. Tel. 01188—228.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 8