Door goed onderhoud
-grotere bedrijfszekerheid
KORTE WENKEN
Wie doet het en wanneer?
Hoe gaan we te werk?
De grote beurt
7
MANSHOLT OPTIMISTISCH
OVER ENGELANDS TOETREDING
Dr S. L. Mansholt, vice-voorzitter van de E.E.G.-
conunissie is van mening dat het meest specta
culaire wat de gemeenschap in 1967 te wachten
staat is, het begin van de onderhandelingen over
Engelands toetreding. „Ik ben er van overtuigd dat
Engeland het oprecht meent, als het spreekt over
toetreding en ik heb geen enkele aanwijzing dat op
dit moment voor die toetreding dezelfde politieke
voorwaarden bestaan, als indertijd, toen de onder
handelingen mislukten", zo zei hij in Den Haag tij
dens een persconferentie,
Dr Mansholt gaf als zijn indruk dat de toetre
dingsonderhandelingen succesvoller zullen verlopen
als in het verleden. In de eerste plaats „omdat het
ocmmonwealth-vraagstuk zich thans gemakkelijker
stelt dan in het verleden" en ten tweede omdat de
gemeenschap thans een gemeenschappelijk prijs
beleid op het. stuk van de landbouw bereikt heeft.
Hij verheelde niet dat er inmiddels wel nieuwe
moeilijkheden gerezen zijn. Met name de niet roos
kleurige positie van het pond sterling kan zo'n
moeilijkheid zijn. „maar die moeten we niet over
drijven". De Engelse regering is met een goed pro
gramma voor de dag gekomen om de positie van
zijn handelsbalans te verbeteren.
DE situatie waarin de gemeenschap verkeert,
schetste dr Mansholt als volgt: politiek gezien
heerst er nog steeds een niet onaanzienlijke malaise
maar op het zakelijke vlak is er een aanzienlijke
vooruitgang geboekt. Hoewel er al veel bereikt is
blijft er nog veel over om te doen. De gemeenschap
ziet zich gesteld voor de taak om obstakels op te
ruimen als die van sanitaire bepalingen, warenwet
ten en douanewetgeving. In de komende drie h vier
jaren zal de harmonisering van de indirecte belas
tingen een voornaam punt gaan vormen „Ik be
treur het," aldus de heer Mansholt, „dat Nederland
wat dit punt betreft wat achteraan zeult en ik ge
loof dat het een Nederlands belang is als er snel
een oplossing wordt bereikt." Ten aanzien van de
directe belastingen vormt een moeilijkheid dat het
verdrag van Rome daar eigenlijk weinig over zegt.
De E.E.G.-commissie stelt zich echter op het stand
punt dat het vraagstuk van de directe belastingen
niet te regelen is los van dat van de indirecte be
lastingen.
DE E.E.G. ziet zich verder geconfronteerd met 't
vraagstuk van de monopolies. Deze problema
tiek is actueel geworden als gevolg van de totstand-
koïning van de landbouwpolitiek. Er is bijvoorbeeld
geen tabakspolitiek te voeren zonder dat eerst de
monopoliepolit iek is opgelost. Een ander vraagstuk
dat om een regeling vraagt is dat van het vrijmaken
van het kapitaalverkeer. Volgens de heer Mansholt
zullen vraagstukken als die van de belastingenhar
monisatie en een transportpolitiek sneller opgelost
kunnen worden als ze aan elkaar verbenden worden
waarbfj het ene land bij de ene regeling wat zal
moeten toegeven en een andere lid-staat bij een an
dere regeling. „Ik heb wel eens de indruk dat men
de vraagstukken te apart wil behandelen", zo zei hij.
Dr. Mansholt zei vertrouwen in de toekomst van
de gemeenschap te hebben, „maar dan op een ter
mijn van vier tot vijf jaar." Hij was er van overtuigd
dat de gemeenschap belangrijke voortgang zal boe
ken ter. eerste omdat er geen alternatief is en in de
tweede plaats omdat er toch een moment zal ko
men waarop politieke overeenstemming mogelijk
zal zijn. Hij zei het te betreuren als goedwillenden
de ketels van het op de politieke zandbank vastge
lopen schip te hoog zouden opstoken in een poging
het schip van de zandbank t^ krijigen, „Ik vind dat
eerst de koers die het schip zal gaan volgen vast
moet staan." Hij zei het ook ongewenst te vinden
als men op het ogenblik de politieke moeilijkheden
zou trachten op te lossen zonder rekening te hou
den met de toekomstige leden.
AL IS HET NIET EENVOUDIG een bouwplan
voor 1967 op te stellen, een zeker schema kunt u
bepaald niet missen. Houdt u daar niet aan vast
dan wordt het elk jaar moeilijker. Begin ook niet
lichtvaardig met het verbouwen van twee gewas
sen op een perceel, want dan krijgt u in de vol
gende jaren met verschillende voorvruchten te
maken.
DE LANDBOUWGIDS 1967 is alweer enige tijd
geleden verschenen en bevat een schat van ge
gevens voor het landbouwbedrijf. Zowel op het
gebied van de akkerbouw, de ruwvoederwinning
het voeren en het mesten van varkens is er heel
wat uit te leren. Bent u nog niet in het bezit van de
gids, dan kunt u deze bestellen bij de Stichting Uit
gave Landbouwgids te Utrecht
ALS WILDE HAVER VOORKOMT is het beter
een graangewas te telen waarin dit onkruid
chemisch kan worden bestreden. Gerst is dan wel
het aangewezen gewas, omdat óf bij het zaaien of
kort na opkomst gespoten kan worden. Ook de
overblijvende planten kunt u in het lage gerstge
was gemakkelijk vinden.
Verschillende werktuigen hebben het in de landbouw
daarom no
Iedereen die wel eens heeft meegemaakt dat een
machine stuk gaat, of als gevolg van een storing
uitvalt, weet hoe lastig en schadelijk dit kan zijn.
t Aantal keren dat dit voorkomt zijn talloos. Uiter
aard kost de reparatie geld. Maar nog; belangrijker
is vaak dat het werk stil komt te liggen tijdens de
weinige dagen met goed werkbaar weer. Dit spreekt
vooral duide1 ijk voor de diverse oogst/aachines.
Door doeltreffend onderhoud kunnen we twee be
langrijke zaken bereiken: a.) vergroting van de be
drijfszekerheid; b.) verlenging van de levensduur
van de werktuigeninventaris. Dit zijn de hoofdza
ken. Genoemde punten zouden nog met diverse
andere kunnen worden aangevuld.
HET onderhoud van werktuigen en machines moet
niet gebeuren omdat de wintermaanden zoge
naamd zo rustig zijn. Veeleer is het een uitgespro
ken noodzaak! Gelukkig is hiervoor in deze perio
de op vele bedrijven tijd beschikbaar. In hoeverre
het doe-het-zelf systeem uitvoerbaar is, zal sterk
worden bepaald door de kennis, de animo, de om
geving en de beschikbare hulpmiddelen. Bedacht
moet wel worden dat werkelijk goed onderhoud'
specialistenwerk is. Slechts een minderheid slaagt
daar volledig in. Een niet te verwaarlozen mogelijk
heid is het inschakelen van de landbouwmechani-
satiebedrijven in het eigen gebied. Evenals de land
bouw hebben deze bedrijven thans ook een rela
tief rustige periode. Het belangrijkste is evenwel
dat deskundige monteurs thans beschikbaar zijn (in
zomer-en najaar vaak nier).
Bovendien zijn deze mensen meestal speciaal
geschoold in de door hun geleverde werktuigen en
machines. Uit ervaring kent men de zwakke punten
waaraan speciale zorg moet worden besteed. Voorts
beschikken de goede mechanisatiebedrijven over
(kostbare) meetapparaten voor het testen van b.v.
brandstof pompen van dieselmotoren, startmotoren
en motorvermogen. Het komt herhaaldelijk voor
dat startmoeilijkheden worden toegeschreven aan
de accu, terwijl bij kontrolo blijkt dat de startmotor
niet in orde is. Ook is zonder meetapparatuur vrij
wel niet vast te stellen of de motor inderdaad het
aangegeven vermogen presteert. Zonder nog meer
voorbeelden te noemen blijkt uit het vorenstaande
wel dat onze lardbouwmeehanisatiebedrijven ook
een belangrijke bijdrage kunnen leveren voor het in
bedrijfszekere staat houden van onze werktuigen-
inventaris. Hierop wordt herhaaldelijk gewezen;
het is aan de boer om hiervan op gepaste wijze
gebruik te maken.
70 spoedig mogelijk na beëindiging van het werk
worden de werktuigen en machines met water
schoongemaakt. Vooral het schoonspuiten is doel
treffend en maakt terecht veel opgang. Over het
hoe en het wat van schoonspuiten van werktuigen
schrijft de heer J. Maring (I. L. R. Wageningen)
uitvoerig in Landbouwmechanisatie van november
1966. In principe kan met iedere soort waterstraal
worden gewerkt. Voor voldoende effekt op de te
reinigen landbouwmachines (modder, olie, vet) en
om vlot te kunnen werken is vooral de waterdruk
belangrijk. De heer Maring stelt als minimum een
soms zwaar te verduren. Regelmatig onderhoud is
clruk van 10 ato bij de straal. Uit de praktijk is be
kend dat zowel met lagere- als met aanzienlijk
hogere drukken wordt gewerkt. Een hoge druk is
aantrekkelijk uit oogpunten van gemakkelijker en
sneller reinigen. Indien meer dan één werktuig
moet worden gereinigd is het praktisch om deze
bij elkaar op de spuitplaats te zetten.
Na één- of tweemaal voorreinigen weekt het vuil
los waardoor het schoonmaken vlotter verloopt. In
vele gevallen is liet gebruik van een pomp gewenst.
Eenvoudige aftakaspompen worden vcor dit doel
dikwijls gebruikt. Ook spuitmachincs 'bewijzen vaak
uitstekende diensten.
Nadat de werktuigen zijn gereinigd laat men ze
zo goed mogelijk drogen; blanke delen met roestwe-
rende middelen behandelen en vervolgens de hele
machine doorsmeren. Dit doorsmeren moet niet
worden vergeten. De in de lagers ontstane zuren
zouden dan hun vernietigend werk kunnen voort
zetten; de beruchte slijtage tijdens stilstand is vaak
veel groter dan men denkt. Om dezelfde reden kan
het verversen van olie ook beter direkt na beëindi
ging van het werk gebeuren. Dit is beter dan daar
mee te wachten tot het volgend seizoen. Zijn voren
genoemde- werkzaamhed.en uitgevoerd dan kunnen
de werktuigen voorlopig worden opgeborgen totdat
er tijd beschikbaar komt voor een grote beurt. Voor
het opbergen moot als minimum eis gelden dat de
werktuigen in ieder geval onder dak komen te
staan.
KORT gezegd omvat de grote beurt een demon
tage van vitale delen, 'n nauwkeurige kontrole
daarvan -en zonodig reparatie en/of vervanging.
Een grondige inspektie van de belangrijke delen is
praktisch alleen mogelijk na het demonteren en
schoonmaken. In twijfelgevallen, zoals b.v. bij
lagers veel voorkomt, is het vrijwel steeds aan te
raden om meteen tot vervanging te besluiten. Om
het gehele werk tot een goed einde te brengen
moet vooraf het instruktieboekje worden bestu
deerd. Het bestellen van nieuwe onderdelen kan
eveneens aan de hand van dit -- vaak vergeten
boekje geschieden. Het behoeft wellicht geen be
toog dat passende sleutels en doelmatig gereed
schap vrijwel onontbeerlijk zijn. Goed licht in een
verwarmde ruimte zijn eveneens voorwaarden die
bijdragen tot het gewenste succes.
Schilderen is een behoud voor de machine en
streelt het oog. Zo enigszins mogelijk gebruikt men
de orgininele kleuren. Als eindkontrole op het ver
richte werk verdient het aanbeveling om het werk
tuig nog even op zijn goede werking te testen.
Door de geïnteresseerden en handigen kan aan de
waardevolle inventaris gedurende de wintermaan
den bijzonder veel nuttig werk worden verricht. De
één zal hiermee veel verder kunnen en durven gaan
dan de ander. In geval u er geen kans voor ziet om
dit noodzakelijke werk zelf te doen. schroom dan
niet om het uitwendig gereinigde werktuig in han
den van uw mechanise tiebedrij f te stellen.
Het is nu de tijd om de zo gewenste bedrijfszeker
heid van de machines te vergroten door doeltref
fend onderhond'.
J. T. AN1DRINGA.
R.L. V.D. Goes.