Aardappelen
1
li
i!
if
s?
I
10
9
6
s
overgestapt. Enig risico wordt hierbij toch wel genomen, het afhankelijk
zijn van de export voor wat de prijs betreft. Enkele vrij goede rassen als Dalco,
Parel en Spartaan komen vrijwel niet aan bod. Het ras Lekkerkerker heeft een
goede kans in de gebieden waar vroege rassen en vroege Eigenheimers gerooid
worden.
Bij de late rassen is een achteruitgang in oppervlakte merkbaar, alleen op
de lichtere gronden kunnen ze zich handhaven. Het ras Meerlander is in het
Zuid-Westen van weinig betekenis, in midden Zuid-Holland daarentegen wel.
De voor verbouw in aanmerking komende rassen worden hieronder op enkele
belangrijke punten gewaardeerd. Een hoog cijfer is gunstig, het betekent bij
vroegrijpheid zeer vroeg.
Gevoeligheid
V
ftS
g
voor
1
tk
'S
15 2
o
ft o
3
ba
c
vroeg;
heid
s a
loof-
ontwil
s
rooien
-2 S
JS S 4)
ft 53 -O
O 3
O
x -O
u
o
o
T3
O
co
Eersteling
7
6
8
6
3
8
8
7
Doré
9
81/*
6'/f
9
6
7
8
8
8
Tanja
8Vt
7
7
8
8
9
8
8
Lekkerlander
8
8VÏ
61/»
8
7
7
7
8
7
Bintje
VU
Vli
8
8
8
3
9
7
VI
Eigenheimer
7
9
8
5
6
3
7
4
6
Dalco
6Vi
8»/s
8«/i
7
7
VU
7
7
8
Spartaan
5
7
8
8
5
8
8
8
7
Parel
7
8'/j
VU
7
7
7
7
6
Emergo
51/.
8
8
7
6
6
7
7
8
Furore
5
8
VU
7
6
6
8
7
7
Irene
5
9
8
7
7
8
9
8
8
(Zie verder pag. 7)
Trirave vormt een lange biet; regelmatig van vorm maar vrij onregelmatig
van grootte. Vormt zeer veel loof. De wortelopbrengst is goed, vooral bij de
laatste rooitijd, het suikergehalte is matig tot vrij hoog. De biet is voornamelijk
geschikt voor late levering.
Polyrave E uit zich als een vrij lange, voornamelijk van boven goed gevulde
Wet met een regelmatige vorm. Bij vroege zaai matige, overigens vrij geringe
neiging tot schieten.
Hitteshög standaard polyploid is een matig lange biet; vrij regelmatig van
vorm, die vaak wisselend boven de grond uitsteekt. De wortelopbrengst is matig
hoog over de gehele rooiperiode, het suikergehalte is zeer goed. Is geschikt
voor zowel vroege als late levering.
Uit de cijfers in de opbrengsttabel blijkt dat de belangrijkste rassen elkaar
in wortelproduktie en suikergehalte zeer dicht benaderen. Een uitzondering
vormt het ras Zwaanpoly dat in wortelopbrengst duidelijk boven de andere
uitsteekt, al gaat deze voorsprong gepaard met een lager suikergehalte. De
rassenkeuze zal voor de bietenteler t.o.v. andere factoren dan opbrengst en
gehalte alleen afgewogen moeten worden. Ook zijn er verschillen in sapzuiver-
heid tussen de rassen, welke wellicht in de toekomst een belangrijke rol gaan
spelen. Voor een komplete beschrijving van deze raseigenschappen verwijzen
wij naar de Rassenlijst van 1967.
HET GROEISEIZOEN
Het jaar 1966 zal in de statitstieken wel als een bijzonder jaar aangetekend
staan, wat de weersomstandigheden betreft. Na een periode van veel regen in
het voorjaar kon pas laat aan het pootklaar maken van het aardappelland
voeden begonnen. Op lichte gronden iets eerder maar op de zwaardere werden
de meeste aardappelen pas in de tweede week van mei gepoot, wat echter
geenszins een bezwaar voor een goede opbrengst hoeft te zijn. In mei viel er
geen regen van betekenis, en in de eerste helft van juni ook niet; dit heeft de
resultaten van de chemische onkruidbestrijding geen goed gedaan. Na half
Juni is de regentijd begonnen, die met zijn nog vaak hoge temperaturen een
geweldige lengtegroei van de stengels teweeg bracht. Dit is op sommige gronden
ten koste gegaan van de opbrengst, op de goede aardappelgronden echter met.
Met name de vroeggepote percelen hebben de minste opbrengst aan marktbaar
produkt geleverd (doorwas, groeischeuren). De infectiekansen voor de phy-
tophthora waren groot, er is daarom meer gespoten tegen deze schimmel dan in
voorgaande jaren.
Er zijn dit jaar ook weer verschillende percelen aardappelen te vroeg dood
gegaan, een gewas aardappelen dat 2 k 3 weken te vroeg afsterft door water
overlast en/of structuuromstandigheden kan wel plm. 15 ton opbrengstderving
geven. De goede opbrengsten kwamen weer van de percelen die normaal
konden uitgroeien, een goed drainagesysteem heeft hierbij wel de belangrijkste
functie gehad.
Verschuiving in het rassensor timent. In de rassenkeuze is nog niet veel ver
andering gekomen, nog meer aardappeltelers zijn van Eigenheimer op Bintje