KERSTMIS
l
21
JEDER jaar weer worden zodra de vijfde december voorbij is de St-Nikolaas-etalages met een snel
treinvaart omgetoverd in uitstallingen, die ons er aan herinneren, dat Kerstmis niet ver meer af is.
Als winkelend publiek zijn we tegen die tijd ook wel een beetje uitgekeken op alles wat sinds eind okto
ber voor de komst van de Goed-Heiligman was tentoongesteld.
Men is blij weer eens iets anders te zien, jnaar bijna niemand denkt er aan, dat de zakenmensen nau
welijks tijd hebben na de Sinterklaasdrukte wat op adem te komen, om zo maar pardoes de etalages in
Kerstsfeer te brengen. Natuurlijk hadden ze zich daai tussen de bedrijven door op voorbereid en het groen,
rood, zilver, kerstkaarten, paddestoeltjes (rood met witte stippen), broze zilveren kerstklokjes, ge
kleurde ballen, kerstlopers, servetjes en rood lint in voorraad. Maar er is toch altijd nog een zeker organi
satietalent voor nodig om de „zaak" in een mum van tijd zo'n gedaanteverwisseling te laten ondergaan.
Toch hebben we nu nog de zaken op het oog. waarvan de exploitanten het verder niet zo heel moeilijk
hebben. Vanzelfsprekend heerst er voor Kerstmis een meer dan gewone drukte, maar meestal nemen
de mensen, die al dit fraais kopen, dat in onze tijd bij de viering van het Kerstmis onmisbaar schijnt te
zijn, meteen mee naar huis.
Ij
VEEL moeilijker hebben het de banketbakkers,
bloemisten, slagers en poeliers. Zij moeten hun
waren liefst de dag vóór Kerstmis afleveren en zo
is er voor tienduizenden mensen geen sprake van
enige rust in de nacht van 23 op 24 december.
En wij als publiek maar bellen en zeuren als een
bestelling niet op tijd is afgeleverd, of als er in
het bakje, dat we al drie dagen geleden besteld had
den een paar tulpen teveel en een hyacinth te weinig
zit.
Wij, die in een stille gang of kamer staan te tele
foneren vergeten, dat er aan de andere kant van de
lijn iemand staat, wiens hoofd gonst van gebrek
aan slaap met benen, die wegen als lood en die
toch maar steeds vriendelijk en welwillend veel
eisende klanten te woord moet staan.
Het zou geen kwaad kunnen als de ongeduldige
klanten eens een half uur achter de toonbank moes
ten staan om zelf mensen te bedienen, die vliegens
vlug geholpen willen worden, ook al staat de winkel
tot barstens toe vol en zijn ze nog lang niet aan de
beurt.
„Praat me niet van Kerstmis", hoorden we eens
een zakenman zeggen. „De dagen daarvoor zijn de
ellendigste van het hele jaar. De mensen schijnen
niet te kunnen begrijpen, dat je niet overal tegelijk
kunt zijn en je wordt gek van de telefoon!"
MATUURLIJK zitten een heleboel huisvrouwen
1* in die dagen ook met hun problemen. Soms
komen er onverwachts gasten, die een paar dagen
voor Kerstmis opbellen, dat ze het toch wel aan
durven om op reis te gaan, omdat het weer zich
zo goed houdt en ze het o zo fijn zouden vinden als
het de gastvrouw schikt hen te ontvangen. Mis
schien zijn het de schoonouders of een lieve kinder
loze oom en tante, misschien een ongetrouwde zus
ter, die er tegenop ziet met Kerstmis alleen op haar
gehuurde kamer te blijven. Zeg dan eens: „Neen,
het schikt me heus niet, want ik zit zonder hulp en
ik kan alles niet meer op tijd klaar krijgen. Jam
mer, dat jullie niet enige dagen eerder hebben
gebeld."
Zoiets doe je natuurlijk niet en met de schrik in
je benen zeg je zo opgewekt mogelijk: „Jullie ko
men maar hoor en als het niet kan zoals het moet,
dan moet het maar zoals het kan."
Aan de andere kant van de lijn worden excuses
gemaakt voor het late telefoontje en er wordt bij
hoog en laag verzocht vooral geen drukte te maken,
want ze komen voor de gezelligheid.
Wij zouden geen rechtgeaarde huisvrouwen zijn
als wij ons niet gingen uitsloven,^ dus grijpen we
naar de telefoon om de extra bestellingen te doen
of pakken resoluut de boodschappentas en gaan in
eigen persoon er op uit om inkopen te doen. Tien
tegen één kunnen we niet meer precies krijgen wat
we nodig menen te hebben en onder het boodschap
pen doen werkt ons brein koortsachtig een ander
Kerstmenu uit dan we ons eerst hadden voorge
steld.
We worden prikkelbaar als we menen in tijdnood
te zullen komen en er is in veler harten weinig te
vinden van de Vrede, die alle verstand te boven
gaat.
IN een modern Kerstverhaal lazen wij kortgeleden
over c-en oud dametje, dat er ondanks haar tach
tigjarige leeftijd toch nog prijs op stelde haar kin
deren. klein- en achterkleinkinderen met Kerstmis
aan haar tafel te nodigen.
Hoewel zij nog over personeel beschikte zat ze
zelf niet stil en wilde de tafel zelf dekken. Haar
jongste kleindochter, studente in Amsterdam hielp
haar hierbij een handje en verbaasde zich over de
ernst en toewijding, waarmee grootmoedertje zich
van haar taak kweet. Voor haar was het een prettig
karweitje, dat ze weieens vlug zou opknappen,
maar ze besefte niet, dat het dekken van de Kerst
tafel voor haar grootmoeder een wereld vol herin
neringen was. Het mooie blauwe servies was nog
afkomstig uit haar ouderlijk huis, de zilveren kan
delaars waren het huwelijkscadeau van de groot
ouders van haar man geweest en hoe vaak had
haar man, die al dertig jaar geleden gestorven was,
de fraai geslepen wijnkaraffen gehanteerd. Zijn
plaats was niet de enige, die openviel in de rij der
dierbaren, want één harer dochters was met haar
echtgenoot bij een auto-ongeluk om het leven ge
komen.
Maar groot was de rijkdom, die haar nog, was
overgebleven en talrijk waren de plaatsen, die zij
op de lange tafel uitlegde en waaraan zij straks
allen zouden aanzitten. Ja. het moest een groot
feestmaal worden en plotseling zei haar kleindoch
ter: „Grootmoedertje, het lijkt wel of u zich voor
bereidt op een gewichtige hofceremonie of op een
religieuze plechtigheid. Zeg eens eerlijk grootmoe
der, betekent dit alles voor u nu Kerstmis?"
Toen was er een glimlach gegleden over groot
moeders lief gezicht. Natuurlijk, dit was heerlijk.
Deze voorbereiding, de sfeer, de geladenheid der
goede oude dingen. Maar Kerstmis, mijn kind, is
meer. En grootmoeder vertelde verder aan haar
moderne kleindochter, die daar rondliep in haar
sportieve toilet, dat zij in haar lange leven haar
hart had kunnen openstellen voor het Kind, dat in
Bethlehem was'geboren, voor het licht, dat de duis
ternis overwon. En hoe duister had de wereld haar
soms toegeschenen. Maar altijd weer had zij het
licht opnieuw ontdekt. Al is het uiterlijke niet hele
maal opzij te schuiven, toch mag het nooit zo zijn,
dat het innerlijk leven verwaarloosd wordt.
TOEN wij dit fragment gelezen hadden, moesten
wij meteen denken aan al die jachtige mensen,
die het met de voorbereidingen voor Kerstmis zo
druk hebben. dat de zin van het Kerstfeest aan hen
voorbij gaar.
Tienduizenden mensen zijn doodmoe en haast uit
geblust als de Kerstmorgen aanbreekt. Voor een
groot deel is al die overdadige luxe, waarmee het
Kerstfeest gevierd wordt aan de welvaartstij d toe
te schrijven, waardoor de materiële zaken teveel
aandacht hebben gekregen en men zo gemakkelijk
aan de geestelijke waarden, die het leven zo'n rijke
inhoud kunnen geven, voorbij gaat.
Het materiële is van tijdelijke aard en misschien
leven we naar een tijd toe, waarin het niet meer
mogelijk is zich met allerlei luxe en overvloed te
omringen, die we nu zo vanzelfsprekend aanvaar
den. Zij, die zich uitsluitend op de materie hebben
ingesteld, zullen dan in werkelijkheid arme mensen
zijn omdat zij de geestelijke waarden niet hebben
leren kennen en daardoor innerlijke kracht missen.
Wij mogen van het Kerstfeest gerust een warm
gezellig huiselijk feest maken, doch laten wij
daarbij niet vergeten, dat het tevens het geboorte
feest is van het Kind van Bethlehem, dat als het
Grote Licht in de wereld kwam.
Dit Kind wees ons op de liefde tot onze naasten
en als wij hieraan denken, zullen wij misschien een
beetje milder zijn tegenover hen, die ons de dag
vóór Kerstmis op onze wenken moeten bedienen en
die wij vaak onnodig en onvriendelijk lastig vallen
als wij menen, dat zij met hun dienstvaardigheid
in gebreke blijven.
Laten ook de gezinsleden niet alles aan moeder
overlaten, doch meehelpen met de voorbereidingen
voor de Kerstdagen, opdat ook moeder met vreug
de in haar hart en niet oververmoeid het Kerstfeest
zal kunnen meevieren.
Tenslotte wensen wij u allen een Gelukkig Kerst
feest.
*1
V M
De tekeningen op deze
pag. werden gemaakt
door de kleindochter
van mevrouw Huijsman-
Griep, Louise H. Bom.