FEEST IN DE NACHT
VRIJDAG 23 DECEMBER I960
54e Jaargang
No. 2861
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinboiiw en Veeteelt in Zeeland
Frankering bij abonnement: Terneuze*
,,De herders zeiden tot elkaar: Laten wij dan naar Bethlehem gaan om te
zien hetgeen geschied is en ons door de Heer is bekend gemaakt".
Lueas 2 15b
„Wij kwamen saam in onze overvolle kerken,
om er het feest te vieren van het goddelijk licht.
Men zag de vrede en de rust op elk gezicht
en van de dagelijkse sleur was niets te merken.
Terwijl wij zongen de vanouds vertrouwde zangen,
van Stille Nacht en van De Herders op het Veld,
heeft een politieman op zijn bureau gemeld,
in het N.N.-park heeft zich iemand opgehangen.
Signalement: normaal postuur en gaaf van leden,
gewoon een mens als U en ik en iedereen.
Misschien alleen maar onuitsprekelijk alléén,
zonder geloof aan God, aan engelen en vrede.
Hij heeft misschien nog wel de klokken horen zingen,
hij heeft misschien nog wel een poosje stilgestaan.
Toen hij de mensen door de stille nacht zag gaan,
waren dat allemaal voor hem slechts vreemdelingen.
Want in de wereld is maar weinig te bespeuren,
van de aanwezigheid van het koninkrijk van God.
Daarom wordt Jezus steeds geboren in een grot,
terwijl wij zingen achter stijf gesloten deuren.
70 zingt Jules de Corte zijn kerstliedje en wij zouden er veel cou-
pletten aan kunnen toevoegen. Wat bemerken we van Gods aan
wezigheid in deze wereld? Wij hebben ons kerstdiner al in huis ge
haald, maar van de wereld lijdt honger; op vele plaatsen in de we
reld is er oorlog; er sneuvelen duizenden, week in, week uit. Als je
het journaal van de t.v. iedere dag ziet, dan vraag je je toch werke
lijk even af: Hoe kan het in godsnaam Kerstfeest worden, een feest
van vrede, in een wereld, die op zoveel plaatsen in brand staat?
Wat moeten wij, in deze baaierd van de chaos, beginnen met die
„Engelenzang"? Hoe kunnen wij het „Welbehagen van God in men
sen" begrijpen, verstaan, zolang de mensen nog zo'n welbehagen heb
ben in zichzelf?
Het „Ere zij God" heeft moeten wijken voor het „eer aan mijzelf";
hoe kunnen wij dan ooit aan „de vrede" toekomen? En „wij zijn ook
zo moe, want we zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe".
Zitten wij niet midden in de nacht? Ja, dat is toch eigenlijk de we
reld om ons heen: nacht! De nacht van honger en dood, van corruptie
en bewapeningswedloop, van rassendiscriminatie en eigenbelang. En
wilt U nu kerstfeest gaan vieren in die nacht?
Ja, in die nacht", viert de kerk het kerstfeest. En dat zal ze wel moe
ten ook, want het kerstfeest heeft juist te maken metde nacht.
Het heeft zich ook in de nacht afgespeeld; en ik dachtniet
zonder reden. Immers: wat is het kenmerk van de nacht? De nacht is
de tijd van het verborgene, de schaduwen en de vergeten mensen; het
is het domein van de negatieve, demonische machten. In de nacht sluipt
het verderf rond; in de nacht werd Jezus verraden!
Zo is de nacht de afspiegeling van de gespannen wereld-tijd! En daar
om vindt het kerstgebeuren, het komen van Hem, Die het Licht der
wereld is, plaats in de nacht; als symbool, als proclamatie, dat de nacht
van de wereld, de nacht in Uw en mijn leven niet het laatste woord
meer heeft.
„God heeft het eerste woord,
Hij heeft in den beginne
het licht doen overwinnen,
Hij spreekt nog altijd voort".
En waar werd Hij geboren en wie hoorden hiervan het eerst? De
armen, de a-socialen, zowel van de dieren als van de mensen, hadden
het eerst contact met Hem. Jezus werd geboren bij de os en de ezel.
Oftewel in het Hebreeuws bij de „schoor wa chamoor", het
„schorremorrie".
Zijn eerste contact is met de ontkrachte de os en met de ver
schoppeling de ezel!
En: er waren herders in die onmiddellijke omgeving, die in het veld
waren en in die nacht de wacht hielden over hun kudde. Herders!
Geen lieve herdertjes, zoals zovele liedjes zeggen, maar rauw volk,
het tegendeel van de elite. Die harde knapen verre van idyllische
figuren waren bij de Joden de out-casts, de uitgeworpenen. Zij wer
den beschouwd als de paria's, het uitschot van de maatschappij. Zelfs
door de Joodse rechtbank werden ze niet erkend als volwaardig. Ze
telden niet mee!
En uitgerekend deze ongeciliviseerde herders worden door de hemel
se boodschappers opgezocht. Zij mogen de blijde boodschap het Evan
gelie het eerst horen. „U is heden de Messias geboren, Christus de
Heer".
Javoor U! Niet alleen voor koningen, ministers en theologen,
de schriftgeleerden en de Farizeeën, maar juist, en zeker voor U, die
(Zie verder pag. 3)