Notulen Vergadering Hoofdbestuur Z.L.M. 7 In ons vorig nummer kon het begin van de notulen van de op 28 november gehouden Hoofdbestuurs vergadering der Z. L. M. opgenomen worden. De inleiding van de heer G. H. Mor sink, adjunkt-di- rekteur Cebeco, moest echter afgebroken worden, door gebrek aan plaatsruimte. Deze week nemen wij wederom een gedeelte van de notulen op, waar in dus eerst de heer Morsirik, sprekende over de de Afzet van granen", nog aan het woord is. RED. In het commerciële beleid, dat op marketing ge baseerd is, zal men vier marketinginstrumenten moeten hanteren, namelijk: de prijs; *de distributie; de prijsontwikkeling; reclame en voorlichting. Ie De prijs is lange tijd het enige verkoopinstru ment van de landbouw geweest. In het simpele ver- koopdenken wordt een lagere prijs meestal in direct verband gebracht met hogere omzetten - en een hogere prijs met lagere omzetten. Maar men moet bedenken dat hogere omzetten niet hetzelfde is als hogere winst. In het kader van de graanverbouw zullen we voor de toekomst eraan denken dat een hogere ha-opbrengst niet gelijk zal zijn aan een ho gere nettowinst. Men dient te bedenken dat niet alle marktpartijen het meeste, of grootste kwantum kopen. De meeste kopers vragen zich af bij welke prijs mag ik een goed produkt verwachten. De prijs alleen is een zwak verkoopinstrument, want er is altijd wel een concurrent die het een dubbeltje of een kwartje lager kan. Vooral bij de granen, als het mooi weer is tijdens de oogst, kan een handelaar zonder outillage wel eens een hogere prijs bieden dan de coöperatie, (doch in het raam van de marketing kunnen ze hun functie niet vervullen). De prijs is een minder een voudig marketing instrument dan vaak wordt aan genomen. 2e De distributie is het marketinginstrument dat tot taak heeft de produkten zo goedkoop mogelijk over de markt te sturen en daarbij de koper een op timale service te bieden. Bij de distributie gaat het om een goed systeem van collecteren, opslaan, bewer ken en bewaren; het c.i.f. of franco verkopen en leveren en daarbij het garanderen van de kwaliteit bij aankoirfet; regelmatige verkoop op alle afladingstermijnen, zodat de industrie regelmatig van grondstof wordt voorzien. Dit kan wel eens spanningen geven met de rentabiliteit van de silo's, die door lange be waring verhoogd kan worde»; het verkoopapparaat moet steeds ten dienste van de kopers staan, door goede informatie en per soonlijke contacten. 3e De produktontwikkeling, die betrekking heeft op de verbetering van het produkt; constante en homogene kwaliteit; minimale kwaliteitsgaranties. De produktontwikkeling moet gebaseerd zijn op een grondig marktonderzoek. De kwaliteitseisen die de graan verwerkende industrie aan de grondstoffen stelt, zijn meer en meer gebaseerd op technologische onderzoekingen; het verhandelen op monster neemt meer en meer af. In de kringen van de standorganisaties wordt zeer terecht steeds opgemerkt dat uitbetaling naar kwali teit moet geschieden, waarbij dus betere kwaliteit een hogere en slechtere kwaliteit een lagere prijs moet opbrengen. Het is gewenst, en dit is een op merking die ik hier gaarne in deze vergadering wil maken, dat het Landbouwschap die de standsorga nisaties vertegenwoordigt de prijzen, die met de Overheid zijn overeengekomen, bekend maakt, doch niet de eisen die aan de standaardkwaliteit worden gesteld en de daarbij behorende kortings- en toe slagenschalen. Wij zouden het zeer op prijs stellen wanneer de standsorganisaties dit regelmatig zouden willen publiceren., Want indien er kortingen worden toegepast op een kwaliteit, dan hebben de coöpera ties het misdaan. Op dit gebied is het gewenst dat de coöperaties een goede voorlichting geven. De laatste jaren zijn de Europese standaardkwa liteiten de basis voor de uitbetaling naar kwaliteit voor de interventie en voor de groothandel. Van de bij deze standaardkwaliteit behorende toeslagen en kortingen worden de kortingen in de groothandel en industrie wel toegepast doch de toeslagen worden zelden of nooit gegeven. In de praktijk werkt dit systeem nogal eenzijdig. Deze kwaliteitsnormen hebben slechts betrekking op de uiterlijke kenmerken van hét graan (hl-gewicht, bijmenging, vocht, gebroken en gekiemde korrels, enz.), doch dit systeem houdt geen rekening met bakwaarde, opmengingswaarde, mout of brouwwaar- de van het graan. De huidige kwaliteitsnormen geven de graan- verwerkende industrie geen enkele garantie inzake de kwaliteit die effectief geleverd zal worden. Elke aflevering kan, wat de kwaliteit betreft, een verras sing zijn en kan dikwijls niet passen in het schema voor een evenwichtige grondstoffenvoorziening. Wanneer een meelfabriek momenteel een Mani toba IV of III uit Canada koopt, dan weet hij, dat deze tarwe voldoet aan minimum-garanties voor bakwaarde (eiwit etc.) en aan minimum-garanties voor uiterlijke kenmerken. Een ander nadeel van het huidige systeem is de omslachtige berekeningsmethode, het zijn hele krui deniersrekeningen. Tevens wordt de levering van homogene en constante partijen niet bevorderd. Het bestaande systeem voor uitbetaling naar kwaliteit, dat gebaseerd is op redelijkheid, kan ons niet voldoende helpen op de weg van marketing. Van een systeem dat zowel als marketingsinstrument dienst doet, als de uitbetaling naar kwaliteit bevor dert, moeten o.a. de volgende eisen worden gesteld: minimum eisen stellen aan en naar waarde schat ten van de uiterlijke kenmerken (hl-gewicht, bij menging, vocht, gebroken en gekiemde korrels, etc.); minimum eisen stellen aan bak- of bijmengings- waarde, de mout- en brouwwaarde enz., dus aan de interne kwaliteit; de constante en homogene kwaliteit moet bevor derd worden. Aan deze voorwaarden kan slechts voldaan wor den door een systeem van klassificering en grade ring toe te passen. In de V.S. en in Canada (de E.E.G. van 1967 is met deze markten te vergelijken) past men dit systeem reeds sinds 1912 toe en kan men de kopers minimum-garanties voor de kwaliteit verstrekken. In Frankrijk zijn door het O.N.I.C. reeds voor stellen gedaan om over export het klassificerings- en graderingssysteem in te voeren. In Duitsland zijn discussies gaande over de klassificering van z.g. „kwaliteïtstarwe". Wanneer deze landen in het handelsverkeer dit systeem invoeren, wordt Nederland gedwongen dit over te nemen, ongeacht de invoering van de mar keting. Wanneer* wij de voor- en nadelen tegenover el kaar stellen, constateren wij dat de voordelen van klassificering en graderingen groter zijn dan de na delen. De heer Morsink gaat vervolgens nader in op een Frans voorstel tot gradering en klassificering voor tarwe als voorbeeld voor een systeem ter be paling van de bakwaarde. Indien op Europees niveau het gesprek over klas sificering en gradering op gang komt, zal de Neder landse landbouw moeten weten wat de uitgangspun ten voor de klassen en de graden moeten zijn,, uit gaande van het bestaande rassenassortiment en de Nederlandse oogstomstandigheden. Een ander uitgangspunt inzake de prijs moet zijn, dat voor alle Nederlandse tarwe, waarvan de kwali teit gebaseerd is op de Europese Standaardkwaliteit, ook in het te ontwerpen systeem, te allen tijde door de interventie wordt geaccepteerd voor de interven tieprijs. Eventueel kan, onafhankelijk van Europese be sprekingen, doch in samenhang met of in reactie op de Franse activiteiten in Nederland deze richting worden bestudeerd, doch dan als onderdeel van de marketing. Gelijk van opzet kan men zich voor de brouw- gerst een indeling in klassen voorstellen evenals voor voergerst, haver en rogge, zij het dan eenvoudiger. Commerciële planning - Poolvorming Om de doelen die men zich gesteld heeft in de marketing te bereiken, is het noodzakelijk dat de telers nog sterker samenwerken in hun coöperaties om hun marktposities in de totaliteit te verbeteren. Wij verwijzen hier naar de uitspraken van de valo risatiecommissie, die zegt dat de telers tot heden in onvoldoende mate bevoegdheden aan hun coöpe raties delegeren. Deze delegatie kan plaatselijk en regionaal ge schieden, door op dit niveau in pools van de regio nale coöperaties te gaan samenwerken. Op de func tionering van het poolsysteem zal ik hier niet verder ingaan, daar dit bekend wordt verondersteld. Doch de pool zal regionaal aan de telers advies moeten uitbrengen en eventueel bindende voor schriften moeten geven voor de verbouw van be paalde variëteiten; dit advies moet tot stand komen in overleg met de standsorganisaties en na inge wonnen advies van de landbouwconsulenten. Uiteraard moeten deze adviezen of bindende voorschriften gebaseerd zijn op de rentabiliteit van de produktie èn van de marketing. Het is o.i. de taak van de standsorganisaties het klimaat te scheppen waarin de coöperaties met hun pools de marketing ter hand kunnen nemen. De standsorganisaties zullen de telers marketing-min ded moeten maken; want, we hebben het reeds ge zegd, we zien niet dat marketing een direct voordeel aan de boer zal geven, doch dat deze voordelen eerst op langere termijn zichtbaar zullen worden. De standsorganisaties zullen achter de poolvor ming van de coöperaties moeten gaan staan, er zul len goede contacten moeten zijn tussen standsorga nisaties en coöperaties, waar regelmatig de proble matiek van de graanafzet wordt doorgesproken. Een ieder kan daarbij zijn eigen inbreng hebben, doch ook zijn eigen verantwoordelijkheid. Die van de standsorganisaties is de politieke, die van de coöpe raties de commerciële. Maar er moet een wissel werking zijn omdat ze elkaar completeren, aanvul len. Wanneer we samen weten te bereiken dat op het gebied van de granen marketing wordt bedreven, dan zullen we, na veel moeilijkheden te hebben overwonnen, de Nederlandse landbouw een grote dienst bewijzen, omdat de Europese industrie op basis van de klassificering en gradering de beschik king kan krijgen over homogene en constante par tijen, die aan minimum-eisen voldoen. Deze in dustrie kan tevens regelmatig van een constant produkt worden voorzien, waardoor een evenwich tige prijs en marktontwikkeling wordt bevorderd. In het voorgaande betoog hebben wij enkele prak tische details aan de orde gesteld, doch daarbij is tevens getracht het afzetbeleid op lange termijn aan de orde te stellen. Dit is een eerste poging, doch we zullen samen, èn standsorganisaties en coöpera ties, het eens moeten worden over dat beleid. Voor ons is de vraag, hoe denken de standsorganisaties over dit beleid op lange termijn? We willen dat graag van u vernemen, want het interne gesprek bij de coöperaties over dit probleem begint op volle gang te komen en we willen gaarne rekening houden met het standpunt van de standsorganisaties. Aldus de heer Morsink tot besluit van zijn inleiding. DISCUSSIE „DE AFZET VAN GRANEN" De Voorzitter dankt de heer Morsink voor zijn interessante lezing en zegt dat de kernvraag zal zijn of de graanverbouwer de interventieprijs zal halen. Hoewel men dichtbij een tekortgebied zit en de interventieprijs in Frankrijk lager zal liggen, zou het volgens spreker voor gunstige vervoersmogelijk heden toch nog wel mogelijk zijn dat bij ons de bodem lager dan de interventieprijs komt te liggen. De heer Morsink antwoordt hierop dat de inter ventieprijs inderdaad gehaald zal worden. De coöpe- (Zie verder volgende pag.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 7