VRIJDAG 9 DECEMBER 1966
54e Jaargang No. 2859
COPAins
A
ALGEMENE VERGADERING
J
Frankering bij abonnement: Terneuzen
Degene, die de vorige week donderdag de Buitengewone
Algemene Vergadering van het Copa de overkoepelende
organisatie van de landbouworganisaties in de E. E. G.
heeft bijgewoond, zal weer eens ervaren hebben, dat de
Franse taal op E. E. G.-niveau een dominerende rol speelt.
Wie daaruit echter de conclusie zou trekken, dat een
E. E. G.-regeling gelijk is aan een Franse regeling is toch
wel iets té voorbarig, hoewel men op bepaalde punten mis
schien wel geneigd zou zijn in die richting te denken
Hoe het ook zij, deze gedachtengang heeft ons bepaald
niet voorgestaan bij het schrijven van het Franse boven
schrift ..Copains" boven dit artikeltje. Wij zouden dit juist
liever zien als een voor alle gemeenschapspartners begrij
pelijke oproep tot het waarmaken van dit begrip. Slaan
we het Franse woordenboek open en kijken we naar de
betekenis van het woord ,,copain", dan krijgen we als ver
taling makker" en „maat". Het is in deze geest, dat ir.
Knottnerus, momenteel voorzitter van het Copa, sprak in
zijn slotrede op de bovengenoemde vergadering te Amster
dam.
Hij legde er de nadruk op, dat samenwerken, in welke
vorm ook, nationaal of internationaal, in de eerste plaats
een kwestie is van wederzijds vertrouwen. Dit alleen is de
basis, waarop de zo gewenste vruchten van de samenwer
king kunnen groeien.
Een blik op de opbouw van de apparatuur van de E. E. G.
leert ons, dat hierin een groot aantal adviserende comité's
is opgenomen. In deze adviescolleges is, naast organisa
ties van andere bedrijfstakken, ook het Copa vertegenwoor
digd en heeft aldus invloed op de wijze van tot standko-
ming van allerlei E. E. G.-regelingen.
Het is in de eerste plaats de taak van het Copa om daar
in Brussel de totale belangen van de landbouw op zo goed
mogelijke wijze te behartigen. Tot deze belangenbehartiging
behoort ook een goed contact met de organisaties yan an
dere bedrijfstakken. Immers, zoals de landbouw ook mede
oordeelt over industriële zaken, zo heeft op haar beurt bij
voorbeeld de industrie haar invloed op de tot standkoming
van een landbouwregeling. In dit samenspel is een goed en
regelmatig contact onderling noodzakelijk.
Aangezien een E. E. G.-regeling nu eenmaal voor een be
paald gedeelte een politieke beslissing is, en politieke ge
dragsregels veelal gevoelig zijn voor de publieke opinie, zal
het Copa eveneens voldoende aandacht dienen te hebben
voor de openbare tribune en zal zij, zo nodig en waar moge
lijk, er naar moeten streven deze zodanig te beïnvloeden
als haar goed dunkt.
De heer Knottnerus vroeg zich af, of het Copa in zijn hui
dige constitutie wel volledig is berekend voor deze taken.
Naar zijn mening is dit nog niet het geval en wel om de
volgende redenen.
In de eerste plaats is de apparatuur van de Copa niet op
een dergelijke taakvulling gericht.
Een verdere uitbouw van het Copa zou op zijn plaats
zijn, waarbij dan met name te denken valt aan een grotere
bezetting van verscheidene gespecialiseerde secties. Bo
vendien is, naar de mening van de heer Knottnerus, een
ernstige handicap voor het vlot functioneren van het appa
raat, het frequent wisselen van functionarissen en het niet
steeds aanwezig zijn van dezelfde personen bij vergade
ringen en besprekingen. Dit geldt in gelijke mate voor het
voorzitterschap van het Copa, dat jaarlijks rouleert tussen
de 6 E. E. G.-landen en dat op het ogenblik door Nederland
door de heer Knottnerus wordt bekleed.
In de tweede plaats ziet de voorzitter het als een ernstige
zaak, dat het Copa nog niet is wat het in wezen moet zijn;
namelijk de spreekbuis van de gezamenlijke landbouw in
Brussel. Tè véél brengen de samenstellende organisaties
hun zaken nog aan in Brussel via hun eigen nationale minis
ter en tè weinig vertrouwt men de behartiging van de eigen
belangen nog toe aan de eigen organisatie, omdat men het
nog niet als „eigen" beschouwt.
Een eerste voorwaarde echter voor samenwerking is ver
trouwen in elkaar èn vertrouwen in de gezamenlijke opzet.
Het betekent samen werken, aan elkaar kunnen delegeren,
zich copains strijdmakkers voelen om als één Europese
agrarische organisatie stelling te kunnen nemen.
Hier willen wij gaarne de woorden van de heer Knott
nerus onderstrepen, waarbij hij een beroep doet op allen,
die leidinggevende posities in de nationale en internationale
standsorganisaties bekleden, er aan mede te werken, dat
het Copa werkelijk wordt wat het zijn moet, n.l. dè spreek
buis van de Europese landbouw in Brussel.
E. W.
r
„Gasbuizen in de Zeeuwse klei" is de reportage in dit nummer dat op de
middenpagina's opgenomen is. De kringvoorzitter O. Zuid-Beveland, de heer
K. Dees, vertelt hierin over zijn ervaringen bij het leggen van deze pijpleiding.
„De maand december op het Zeeuws Landbouwbedrijf", Teleac Televisie Cur
sus no. 13 en het begin van de notulen van de Hoofdbestuurvergadering vindt
U tevens in dit nummer opgenomen.
ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ
op woensdag 21 december 1966 te 14 uur in het „City-Theater",
Lange Delft te Middelburg.
AGENDA:
1. Openingsrede door de Algemeen Voorzitter.
2. Notulen van de vergadering van 4 juli 1966.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Begroting en contributievaststelling 1967.
5. Rondvraag.
PAUZE
6. Inleiding door de Weledelzeergeleerde heer dr. J. J. B. P. VAN LIERDE,
medewerker van het Directoraat Landbouw-Economie en Wetgeving van
de Europese Commissie te Brussel, over het onderwerp:
„Europese landbouwproblemen en Europese landbouwpolitiek".
7. Gedachtenwisseling.
8. Sluiting.
Namens het Hoofdbestuur der Z. L.
J. PRINS, voorzitter.
E. WAGE, secretaris.