UIENTELERS VICTORIA GEBR. DE JONGH Jongeren discussieerden over ondernemerschap Frvaringen van een Zwitserse IFYE WIJBO-UIEN belangrijke voorlichtingsavond Schipper en Zn. n.v. Goes H.H. melkveehouders in Z-Vlaanderen 15 yAN plattelander zo zonder meer tot agrarisch ondernemer; dat is een stap, die vele leden van de P. J. G. Z. doen. Het is een stap die voor vele vrouwelijke leden de mogelijkheid schept om het predikaat platte landsvrouw te dragen. Of is het juist andersom Aan jullie laat ik graag over om dit uit te maken. In ieder geval zit er voor beide sexen wel de konsekwentie aan vast, dat men uit de mooie kanten van het boer-zijn („nieuwe stijl" natuurlijk) zoveel energie put, dat men met een grote slagvaardigheid de moei lijke kanten het hoofd weet te bieden. Zoals jullie wellicht weet is „Het Ondernemerschap in Land- en Tuinbouw" in discussie geweest. Dit juist om de hierboven aangestipte mooie en moeilijke kanten van het ondernemerschap te belichten. Degenen die aanwezig waren op die discussie-bijeenkomst (op 12 november) hebben aan de hand van vier inleidingen een aantal punten tevoorschijn gepraat en bovendien een aantal beloften bij de inleiders weten los te discussiëren, zo interessant dat ik de thuisblijvers deze punten en beloften niet wil onthouden. Allereerst echter een woord van hulde aan de inleiders, mevrouw Van LiereJanse en de heren ir. J. Roest, J. Markusse en A. J. G. Doeleman. Zij belichtten het ondernemerschap respectievelijk vanuit hun po sitie als plattelandsvrouw, deskundige op het gebied van het landbouwonderwijs, agrarisch-sociaal voorlich ter en praktiserend boer. Zij hebben, tesamen, een aantal perspectieven geboden bij de vorming tot agrarisch ondernemer. Perspectieven die men elders wel eens tevergeefs zoekt. Het lijkt me goed om slechts enkele op vallende punten te noemen uit de korte inleidingen. DE TAAK VAN DE VROUW De têAk van de plattelandsvrouw in het moderne ondernemerschap werd verdeeld in drie onderdelen: a. huishoudelijke taak; b. een taak in het bedrijf (voornamelijk administratief en eventueel nog wat huk) bij het vee); c. de gezinstaak. Het accent kwam te liggen op de gezinstaak. Op merkingen als „leven in een dorpsgemeenschap heeft plaats gemaakt voor leven in de wereld", „men leeft veel meer volgens persoonlijke opvattingen", „de de mocratisering van het platteland maakt dat vader niet meer de persoon is waar alles om draait, vrouw en kinderen willen medezeggenschap", deze Opmer kingen dus grijpen geloof ik wel heel diep in in het leven van vele gezinnen. De belofte die hierin schuilt is openheid in het gezin. Elke moeilijkheid èn moge lijkheid wordt op zijn juiste waarde geschat en dit stuk vorming binnen het gezin opent mijns inziens mooie perspectieven. Laten we hopen dat mevrouw Van Liere de tolk is geweest van vele, ja alle Zeeuwse gezinnen! GOEDE GRONDSLAG IN ONDERWIJS. „Beginnen met een goede grondslag, dat is de eigenlijke vak opleiding èn de algemeen vormende opleiding", zo vatte ir. Roest zijn inleiding samen. Goed lezen, ook willen lezen, schrijven, spreken, ook duiven spreken, luisteren, kunnen vergaderen, kennis hebben van de wereld om je heen, talenkennis, je plaats weten, zelf standig optreden, enz. Dat alles houdt de belofte in van het onderwijs. Sterker nog, deze belofte is in de meest gunstige gevallen in het landbouwonderwijs reeds gerealiseerd. BIJBLIJVEN IS VEREIST. „Vijfendertig jaar ge leden ging de verworven landbouwschoolkennis wel 25 jaar mee, nu nog geen 10 jaar meer" Dit typeert volgens de heer Markusse wel heel duidelijk dat bij blijven tegenwoordig een zaak is van het grootste be lang. Het geeft dan ook meteen bestaansrecht aan het cursuswerk, wat hij speciaal belichtte. Ook het ontwikkelen van de commerciële instel ling, het bestuderen van de „verlengstukken van de boerderij", zoals waterschappen, organisaties, coöpe raties kunnen in cursusverband worden gerealiseerd. Het doorbreken van het individualisme zou ook door het samen denken en praten over eenzelfde onder werp in cursusverband zeer soepel verlopen. Als de ouderen ons in dit verband willen helpen met allerlei cursuswerk, dan houdt dit toch wel een mooie belofte in. „Aan de jongeren de vraag wélke cursussen er komen", aldus de heer Markusse. Dus, P. J. G.-ers, geef uw wensen eens door! VORMING IN DE PRAKTIJK. De heer Doeleman tenslotte, gerijpt door de praktijk van het boer-zijn, gaf zijn visie en propageerde een praktische scholing op een ander dan het eigen bedrijf. „Door enige tijd bij anderen te werken leert men zich aanpassen". Dat is waar. Hopelijk is de heer Doeleman hier een tolk van alle agrarische ondernemers geweest! In ieder geval, het houdt voor ons weer een belofte in, n.l. een mogelijkheid voor een ruime praktische arvaring. Grijp die kans! De discussie resulteerde in een aantal vragen: Moet de boer commercieel inzicht hebben? Con clusie: „de beurs is niet meer in", een volkomen te onderschrijven feit wanneer men een bezoek aan een van de centrumgemeenten van Zeeland „verrijkt" met een beursbezoek op de marktdag. Toch blijft ook bij de nieuwe afzetsystemen een inzicht in de commer- cialisatie gewenst. Men kan weliswaar veel specialis tische taken aan anderen overlaten. Bepaalde prin cipes van de afzet der produkten moet de boer echter volledig beheersen, wil hij niet zelf afgezet worden. Natuurlijk moet door een goede schoolopleiding de basis hiervoor gelegd worden met vakken als econo mie en handelskennis. Is het nodig dat een agrarisch ondernemer uit de landbouw stamt Door middel van een goede school opleiding kan men wel veel aanleren. Een zekere „feeling" voor de zaak moet er echter zijn. Deze kan in een praktische periode worden getoetst. In het kader van de mammoetwet voor net onderwijs zal (SLOT II) JONGEREN PESSIMISTISCH De Hollandse boer staat bekend als pionier in overzeese gebieden. Tegen het eind van mijn verblijf heb ik het gevoel dat de winstgevende pioniersarbeid ook in eigen land volbracht wordt. Met verbazing heb ik echter vastgesteld hoe wei nig enthousiaste jonge boeren er zijn. Velen zien alles even zwart en zijn van een pessimisme door trokken dat gewoonweg beangstigend is. Men denkt vaak niet verder dan aan de rekensom, hoeveel men in de industrie kan verdienen en hoe weinig men daar zou moeten werken! Waarom worden deze vergelijkingen altijd gemaakt? Wie altijd negatief is, kan het mooie niet meer zien. De mensen in Holland zijn ook niet altijd een zelfde mening toegedaan, wat in het groot aantal kerkgenootschappen, politieke partijen en landbouw organisaties tot uiting komt. Toch krijgt men van een land als dit de indruk van een vrij grote eens gezindheid. In de bergen opgegroeid, ben ik aan meer af wisseling in bet landschap gewend. Het is dus be grijpelijk dat het vlakke land op mii een bijzondere indruk maakte. NIET ALLEEN KLOMPEN EN KLEDERDRACHTEN Maar ook de dorpen en steden zijn karakteristiek, 'omdat zij zich alleen maar uiterlijk door een een dere bouwstijl onderscheiden. De rode bakstenen, de grote ramen in de woonkamers, die ook 's-avonds iedere voorbijganger een vrije blik in het huis gunnen. Bovendien zijn die woonkamers meestal erg gezellig ingericht. De slaapkamers daarentegen zijn eerder somber. In het huis op een boerderij zijn vaak zelfs twee woonruimten. Daarmee zou ik willen aantonen dat men in Holland meer waarde aan ge zelligheid hecht dan in Zwitserland. In de vrij korte tijd die ik in Holland heb doorge bracht, heb ik vele mooie indrukken opgedaan, en ik kon zien dat er niet alleen klompen, windmolens en klederdrachten zijn. Maar ook een volk dat goed werkt en zijn strijd tegen het water met succes be kroond ziet. De landbouw in het bijzonder is oo het goede pad om naast zijn grote partners in de E.E.G. te concurreren, wat niet op de laatste plaats te danken is aan het aanpassingsvermogen van de individuele boer. Na al de goede ervaringen die ik met het TFYE- programma heb gehad, zou ik gaag iedere boeren dochter en boerenzoon die de mogelijkheid hebben enige maanden naar het buitenland te gaan. willen aanraden zich aan te sluiten bij de TFYE's. Zij kun nen dan naar Noorwegen. Zvoeden, Finland, Amerika, Denemarken en Zwitserland. De organisatie is zo geregeld dat men iedere maand in een andere landstreek en dus bij een an dere familie komt. Dat geeft de 'mogelijkheid in korte tijd veel te zien en daar een optimaal resultaat van te ondervinden. Hierbij zou ik graag mijn gastfamilies in Zee land. Noord-Holland. Gelderland. Noord-Oostpolder en Friesland oprecht heel hartelijk willen bedanken, voor al het mogelijke dat zij voor het welslagen van mijn verblijf hebben gedaan. HEINRICH TANNLER. bovendien de keuzemogelijkheid ruimer worden, zowel voor agrarische jongeren die deze bedrijfstak vaarwel willen zeggen als andersom. Hoe kan de vrouw „bijblijven" in deze snel ver anderende samenleving Ook en vooral voor de vrou welijke agrariërs kan cursuswerk oa de schooloplei ding in dezen uitkomst bieden. Wélke cursussen is echter meer een vraag voor de mensen zelf. Het rea liseren van een cursus is dan nog maar een koud kunstje. Kan men nog boer worden, gezien de rentabiliteit van het bedrijf Hier werden verschillende punten pro en contra genoemd van resp. eigenaars- en pacht bedrijven, met de daaraan klevende problemen in ver band met de opvolging. Overigens, werd hier opge merkt, de landbouw is niet het enige probleem in onze economie; denk bijvoorbeeld eens aan alle vesti gingsfaciliteiten en sociale investeringen voor indus trieën; is dat niet te vergelijken met de subsidie die de landbouw ontvangt Blijft er voor een boer nog tijd over voor taken in het organisatieleven De dagelijkse leiding moet in handen zijn van deskundige mensen die daaraan een dagtaak hebben. Het „tussenkader" kan gevormd wor den door landbouwondernemers. Dezen moeten dan op hun beurt in een doeltreffende arbeidsindeling óók de tijd voor de organisatie inpassen (niet vergaderen bij arbeidspieken!). En als men vergadert, dan moet ook dat efficiënt gebeuren Dit waren naar mijn mening enkele waardevolle aantekeningen van een waardevolle middag. En nu alleen voor de thuisblijvers: hopelijk zijn jullie de vol gende keer in de gelegenheid om zelf je steentje in de discussie bij te dragen. J. C. ZAJMDEE. Wilt U verzekerd zijn van een grote opbrengst en een zeer lange bewaarbaarheid, zaai dan ons ras Een der beste exportrassen van de Nederlandse Rassenlijst. Specialisten voor de teelt van Uienzaad o.a. Rijnsburger selecties, Zwijndr. pootuien, Stutt- garter voor plantuitjesteelt, Zilveruien. Postbus 35, GOES en wederverkopers. bezoekt de met kleurenfilms lezingen discussie over het actuele onderwerp: „Machinaal melken", te AXEL op DINSDAG 13 DECEMBER a.s. in „Het Centrum", Zeestraat 33; te OOSTBURG op WOENSDAG 14 DECEMBER a.s. in hotel „De Eenhoorn", Markt 1; aanvang telkens half acht. Medewerking wordt o.a. verleend door de heer J. H. LANTINGA van het Rijks veeteeltconsul ent schap. Ook medewerkers en gezinsleden zijn van harte welkom Telefoon 011006410 (4 lijnen) ALFA-LAVAL-dealer voor Zeeland zijn vroeg, fijn van staart, lang bewaarbaar, en! Let wel: Voor Export de meest gevraagde.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 15