De Zeeuws-Vlaamse Landbouw in de komende jaren 5 de varkensfokkerij. En bijvoorbeeld in de omgeving van Kloosterzande tracht men deze intensivering te vinden in de gladiolenteelt en de wijnpeën.- Die bedrijven, die zich werkelijk toeleggen op intensi vering, zitten goed. Maar van de kleinere bedrijven, die een bouwplan aanhouden als een groot akker bouwbedrijf, geraken er veel in moeilijkheden en dan komen de klachten. Daaraan trachten wij grote aandacht te besteden. VRAAG: Bereikt naar Uw mening de voorlichting de doorsneeboer voldoende Ir. de Wit: Dat is ook voor ons de grote vraag. Bereiken wij alleen diegenen, die de vergaderingen bezoeken Die aan de discussies deelnemen In Zeeuws-Vlaanderen hebben wij het systeem van de studieclubs. Overigens een unicum in Nederland Deze ontplooien bepaald aktiviteiten. Het is echter alweer, in zekere zin, een geselecteerde groep. Een aantal mensen sluit zich ook daar niet bij aan. Omtrent de waarde van de studieclubs en de voor lichting ten opzichte van diegenen die daar niet aan deelnemen is een onderzoek door de afdeling Voorlichtingskunde van de Landbouw Hogeschool te Wageningen ingesteld. Jammer genoeg zijn de re sultaten daarvan nog niet bekend. De voorlopige in druk is wel, dat de leden daarvan de boeren zijn die om voorlichting en advies vragen. Onze personeels bezetting laat niet meer toe om zo maar eens de „boer" op te gaan en een bedrijf te gaan zoeken, dat met problemen zit. De man moet naar ons toe komen. Het z\jn nog steeds de bedrijven, die met de tijd meegaan, die om voorlichting vragen. En juist niet de mensen, die het in feite harder nodig hebben, die het bedrijf nog steeds op oude traditionele manier voortzetten! Bij deze enquête is ook gevraagd waaraan men de eerste informatie over iets nieuws ontleent. B.v. aan het landbouwblad, de radio, de televisie, uit gesprekken met voorlichters, excursies, uit een proefobject in de buurt enz. Ook is gevraagd, wan neer het nieuwe op eigen bedrijf wordt toegepast. Dan blijkt, dat de groep van de studieclubleden vooruitstrevend is. De rest wacht eerst eens rustig af en kijkt de kat uit de boom! VRAAG: Wat denkt U van de akkerbouwbe drijven in Zeeuws-Vlaanderen Ir. de Wit: De oppervlakte aan granen neemt steeds meer toe en variëert tegenwoordig tussen de 46 en 48 Een gevaarlijke zone, die bereikt wordt Alhoewel de gronden hier tot de zware gerekend worden, kunnen uitstekende aardappelen geteeld worden. Echter moet het een prima vakman zijn. De oppervlakte beteeld met aardappelen is vrij laag, maar ca. 7 °/o. De mogelijkheden tot uitbreiding van het areaal. Naar goede Zeeuwse kleiaardappelen blijft vraag. Alleen moeten voldoende grote partijen aangeboden kunnen worden. Anders is Zeeuws- Vlaanderen voor de handel niet interessant genoeg, hetgeen de prijs nadelig kan beïnvloeden. Het suikerbietenareaal ligt rond de 15 Af hankelijk van de gezondheid van de grond van de bedrijven kan enige uitbreiding mogelijk zijn, mede gezien de mogelijkheden van de mechanisatie bij deze teelt. Ik zie in de toekomst meer mogelijkheden voor het op eindafstand zaaien. Met het dunnen zjjn we nu al enkele jaren bezig. Het is mij gebleken dat de boer, als hij de ravage in het gewas na het dunnen ziet, hem dit bijzonder huiverig daarvoor maakt. Hij durft het de volgende keer niet meer aan en probeert op een andere manier zijn bieten op eindafstand te krijgen. Bij het op eindafstand zaaien kan hij er niets meer aan doen en moet maar afwachten wat er van komt. De Belgen die dit jaar al 6.000 ha op eindafstand (Zie verder pag. 8 en 9) Zeeuws-Vlaams Akkerbouwbedrijf Zeeuws-Vlaanderen heeft de naam het laud van de „grote" bedrijven te zijn. Een mening die bepaald niet juist is. In een vraaggesprek van de Redaktie met de Rijkslandbouwconsulent voor Zeeuws-Vlaanderen ir. L. T. J. de Wit geeft deze zijn visie op de ontwikke lingsmogelijkheden van de Zeeuws-Vlaamse landbouw. VRAAG: Wat denkt U van de bedrijfsgrootte van de bedrijven in Zeeuws-Vlaanderen En in verband hiermede de arbeidsbezetting op de bedrijven Ir. de Wit: Zeeuws-Vlaanderen heeft de naam het land van de „grote" bedrijven te zijn; dat het grote bedrijf daar overheerstDit is bepaald niet juist. De bedrijf sgrootte van het Zeeuws-Vlaamse be drijf is gemiddeld slechts ca. 18 ha. Ongeveer 625 bedrijven hebben een bedrijfsgrootte van meer dan 30 ha. Het totaal aantal bedrijven, dat boven de 3 ha oppervlakte ligt, is echter ca. 3000. En de helft hiervan valt in de grootteklasse van 5-20 ha. De veelal kleine bedrijven in de zandstreek drukken het gemiddelde behoorlijk naar beneden Het ar- beidsoverschot, dat in dit gebied vroeger aanwezig was, is vooral de laatste jaren door de industriali satie in de kanaalzone praktisch geheel verdwenen. Momenteel is de arbeidsbezetting op de bedrijven boven de 20 ha ongeveer 1 man op de 25 ha. Ge middeld gerekend over alle bedrijven, zitten we op 14 ha per arbeidskracht. Dit gemiddelde wordt ook weer beïnvloed door de kleinere bedrijven. Bij een vader-zoon bedrijf van bijvoorbeeld 10-15 ha is het gemiddelde maar 5-772 ha per arbeids kracht. Op vele bedrijven van 25 ha en zelfs van 40 en 50 ha werkt de boer alleen zonder enige hulp En dat redden ze Wel heeft hij zich aan de om standigheden moeten aanpassen. Hij zal bijvoor beeld niet meer, zoals vroeger, naast zijn bedrijf nog wat vee erbij gaan houden. Hoogstens nog wat vetweiderij. En de loonwerker waar nodig inschake len met daarnaast allerlei vormen van samenwer king tussen de bedrijven onderling. VRAAG: Ziet U het bedrijfstype van de Zeeuws- Vlaamse bedrijven (m.u.v. de zandgebieden) steeds meer de richting opgaan van het zuivere akker bouwbedrijf Ir. de Wit: Inderdaad schakelen de bedrijven meer en meer over op het zuivere akkerbouwbedrijf. De laatste jaren is veel scheurbaar grasland omge werkt. Enige jaren geleden is door het Consulent schap te Axel in verband met de bedrijfsecono mische uitkomsten op de gemengde bedrijven daarop gewezen. Maar er is soms wel iets te veel gescheurd. Want gepaalde gronden kwamen gezien hun kwaliteit en structuur hiervoor niet in aanmerking. Die had men beter als grasland kunnen laten liggen. Ongeschikt voor scheuren zijn ook de dijken en de onderlanden langs de kreken enz. Ik vraag mijzelf wel eens af, wanneer over sa menwerking wordt gesproken, waarom niet meer samengewerkt wordt om deze onscheurbare wei landen gezamenlijk lonend te exploiteren. Vrij veel bedrijven in ons gebied hebben een paar gemet dijken of onderland. Daarop lopen enige dieren, meestal voor de vetweiderij. Die vragen in de zo mermaanden weinig werk. Maar in de wintermaan den zijn het „handenbinders" door het moeten voeren en uitmesten. Waarom niet een of andere vorm van samenwerken in gezamenlijk verzorgen in één stal? Waar, doet er minder toe. Het belangrijkste is, dat dit systeem een enorme werkbesparing met zich mee zou brengen. Een ge zamenlijke loop- of grupstal met een automatische uitmestinstallatie zou de oplossing zijn. Voor een 5 of 10 dieren lonen deze voorzieningen niet en moet men het wel op de traditionele wijze doen. Gezamenlijk worden deze investeringen betaalbaar en meer rendabelEn niet iedereen hoeft op deze wijze te moderniseren. Hetzelfde zou gesteld kunnen worden betreffende het melkvee. Op onze akkerbouwbedrijven is nog veel melkvee, maar veelal gaat het om slechts een beperkt aantal koeien. Waarom durft men deze niet aan elkaar toe te vertrouwen De kinderen laat men wel achter onder de hoede van een „babysit" Maar voor koeien ligt dit blijkbaar anders VRAAG: Hoe staat het met de ontwihkeling van het gemengde bedrijf in uw gebied Ir. de Wit: Er is bepaald verschil tussen de be drijven in de polders en die langs de grens. Door voorlichting mede in het kader van de streekver- beteringen wordt op de gemengde bedrijven ge tracht de produktiviteit zoveel mogelijk op te voeren. Onder meer door intensivering van de melk- houderij. In de streekverbetering Eede is het aardig gelukt om het aantal melkkoeien per bedrijf uit te breiden. In de streekverbetering Koewacht begint nu langzamerhand deze ontwikkeling ook door te werken. Alles moet zijn tijd hebben, voor je resul taten zietVerder ziet men op sommige kleinere gemengde bedrijven in de akkerbouw wel wat in

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 5