TUINBOUWKLANKEN
De snoei in de praktijk
1 DINGEN VAK DE WEEK
Duur leidingwater
4
OOK op SCHOUWEN-DUIVELAND zijn weer
al verschillende telers begonnen met de snoei.
In de regel begint men met de zwarte bes, omdat
deze veelal het eerst zonder blad is, maar er zijn
nu maar weinig zwarte bessen meer in de teelt,
zodat dit dus vlug gebeurd is. In feite zijn we dus
middels de snoei weer al bezig om een goede basis
voor de oogst van 1967 te leggen. Want daar zijn
we het wel over eens dat juist de snoei als cul
tuurmaatregel zeer belangrijk is voor de komen
de oogst. Het is in deze rubriek niet de plaats om
uitgebreid de snoei te behandelen. Nog pas stond
er een artikel in het „Zeeuwsche Fruittelerblad".
De schrijver geeft daarin zijn gedachten over de
snoei van jonge en oudere bomen, en met wat
daar op papier staat zijn we het wel eens, maar
nu moeten wij het gaan uitvoeren.
Wij als telers gaan onze gedachten omtrent de
snoei toepassen op onze bomen, ieder ras apart, ja
iedere boom apart, want we hebben levende bo
men - levende grond met daarin levende organis
men, allemaal belangrijk voor een goede oogst.
We hebben goed en slecht gegroeide bomen in
1966, bomen die veel - matig - weinig droegen
in 1966 of daarvoor; jonge Golden Delicious die
door windoverlast nog geen 30 cm schot gaven
en b.v. Cox Orange die eigenlijk te hard groeien.
We hebben peren van 810 jaar oud, bomen als
„kerken", maar geen peren van betekenis.
We zouden nog door kunnen gaan met deze op
somming, maar wat nu genoemd is komt allemaal
voor op Schouwen-Duiveland. Duidelijk blijkt dat
we nog niet toe zijn aan één snoei-„systeem" op
ons eiland, wellicht een enkeling en dan met een
AOK in WALCHEREN hebben we vorige week
onze zware N.W. storm gehad en moesten
we denken aan wat Bilderdijk reeds dichtte zo
rond 1800.
Het schoon seizoen is heen gesneld
En reeds wordt op het dorre veld
De ruwe storm vernomen
Het laatste bloempje neigt ter aard
En d'adem van den herfst ontblaart
De schaduwrijkste boomen.
We waren op de Boulevard in Vlissingen en
wat een majestueus natuurgeweld. De brekende
golven tegen de kaden. Wel werden we herinnerd
aan bovenstaand gedicht dat het „schoon-seizoen"
is heengesneld.
We hebben weinig van stormschade op de be
drijven gehoord. Wel hebben we veel buiten ge
werkt en met ons veel anderen. De laatste suiker
bieten rooien, witlof en stapelproducten bergen
enz. enz. en hoewel het werk schoon is zou het
zelfde werk veel schoner zijn als 't seizoen niet
erg laat wordt. Gezien bovenstaand gedicht zul
len we e.e.a. maar zonder murmureren aanvaar
den.
Onze kassenbezitters die witlof telen voor de
vroege trek komen goed uit de bus. De prijs va
rieerde vorige veilingen van 1 tot 2 per kg.
Witlof is een dure teelt door het vele werk van
zaaien tot oogsten.
Uit werk- en risicoverdeling kunnen we deze
teelt van harte aanbevelen voor hen die er nog
wat afzijdig van stonden. Op de electrisch ver-
bepaald gedeelte van het bedrijf. Maar de meeste
telers krijgen te maken met bovengenoemde pro
blemen en dan is snoeien erg moeilijk, want het
gaat er om, om een goede verhouding tussen groei
en vruchtbaarheid te bewerkstelligen en dat is
moeilijk. Je zou dat altijd niet denken als je de
mensen zo bezig ziet of er over hoort praten.
Niet alleen de snoei bepaalt een goed evenwicht
tussen groei en vruchtbaarheid, neen vele andere
factoren spelen een rol, vooral voor ons zijn van
belang de weersinvloeden.
Er is geen andere cultuurmaatregel waarover
de meningen zo verschillen dan het snoeien, de
één snoeit zwaar, de ander licht, we beginnen
soms met 2 bakken, dan weer met 3 enz., we ken
nen een aantal boomvruchten met een bepaalde
snoei.
Velen willen met de snoei tegelijk al dunnen,
maar dunnen gebeurt in junijuli wanneer de
rui en de groei-„stoten" achter de rug zijn. Bij
tijd en wijle roept er één: „Ik heb het gevonden:
goede groei en jaarlijks vruchtbaar." Er is niets
beter dan dit in de praktijk bekijken dus volgen
des zomers de bezoeken aan dit bedrijf. De ge
schiedenis bewijst dat je dan ook niet elk jaar
terecht kunt om deze vondst te bewonderen, en
we zakken weer vele tonnen per ha. Ook deze
regels zijn gedachten rond de snoei!
Nog één goede raad: houdt ook tijdens de snoei
het hoofd koel en de voeten warm. Want we heb
ben zoveel zorgen rond de prijs en de afzet van
ons fruit; en door de vele regen is de grond zo
nat!
warmde trek heeft men deze teelt praktisch in de
hand. Bovendien wordt er zeer weinig kasruimte
voor gevraagd en speelt het meeste werk zich
„binnenshuis" onder glas af.
Evenals bij elke agrarische teelt is er een prijs-
risico, maar dat hebben we in alle sectoren te
aanvaarden. Maar in doorsnee is het een lonen
de teelt, ook zonder fancy fair-prijzen zoals afge
lopen weken.
Enkele collega's uit de fruitsector mopperden
dat er nog zo veel blad aan de bomen was dat ze
nog niet konden snoeien. Door de vrij vroege fruit
oogst en het vele goede najaarsweer hadden ze al
tijd om aan de eerste snoei te beginnen. Daar
„d'adem der herfst reeds de schaduwrijkste boo
men ontblaart" is er ook erg veel blad van de
fruitbomen gewaaid. De eerste klap is een daalder
waard is een bekend gezegde. We willen dan ook
zo vlug mogelijk aan de slag met de snoei.
We kregen onze rekening van de waterleiding
en deze viel bar tegen. We hoorden van diverse
collega's die méér dan 1000,betalen moesten.
Dit komt door het z.g.n. piektarief a 1,per m3.
Ieder heeft een brochure gehad en dus kunnen
berekenen dat het meerverbruik in de zomer
maanden dan 70 °/o van het wintergebruik hem
ƒ1,per m3 zou gaan kosten.
Het verdient ons inziens aanbeveling om grote
opslagtanks tijdig te vullen en mogelijkheden be
rekenen of men op een andere manier aan goed
koper water kan komen. Want dat ƒ1,per m3
boven een zeker gebruik in de zomer, als men het
water 't meest nodig heeft, te hoog is, staat voor
ons als een paal boven water!
Hoewel de export van appelen de laatste weken
wat is toegenomen, wat ook merkbaar is aan het
prijspeil op de veilingen, gaan er wekelijks toch
nog steeds aanmerkelijk meer peren dan appelen
de grenzen over. Vele weken achtereen lag het
kwantum peren dat per week werd uitgevoerd bo
ven 2 miljoen kg en dat is nu gedaald tot rond 11/2
miljoen kg per week maar toch nog steeds een
hoeveelheid van betekenis dus.
In een overzicht van het Produktschap voor
Groenten en Fruit over de peren lazen we dezer
dagen, dat ondanks de kleine oogst die we dit jaar
hebben in Nederland, er per 1 november j.l. toch
reeds 25 miljoen kg peren waren geëxporteerd
tegen 13 miljoen kg het vorig jaar op het zelfde
tijdstip en 31 miljoen kg in 1964, het jaar toen de
oogst zo groot was.
Hoewel de oogst maar weinig minder klein is
dan het vorig jaar en de export belangrijk groter,
waren de prijzen gemiddeld aanzienlijk lager. Pré-
coce de Trévoux kwam dit jaar bij het Produkt
schap voor Groenten en Fruit aan een statistisch
gemiddelde prijs van 0,30 per kg. Het vorig jaar
was dat ƒ0,50. Bij Clapps Favorite bedroeg het
gemiddelde eveneens 0,30 tegen het vorig jaar
0,59 en bij Triomphe de Vienne was het 0,39
tegen het vorig jaar ƒ0,67. Beurré Hardy lijkt dit
jaar te zullen eindigen op een gemiddelde prijs van
0,57. Dat was het vorig jaar 0,72.
De veilingaanvoer, landelijk gezien, was tot dus
ver duidelijk groter dan vorig jaar. Zo te zien werd
er tot medio november ongeveer de helft meer
aangevoerd dan in 1965. Vooral in augustus en sep
tember was de veilingaanvoer groot. De laatste
weken ligt het lager maar toch nog altijd boven
dat van het vorig jaar.
Gegeven de maar weinig grotere oogst dan het
vorig jaar, vormt de grote aanvoer een aanwijzing
dat er dit seizoen minder in opslag wordt genomen,
tenzij de oogst, net als in Italië en West-Duits-
land, achteraf bezien groter blijkt te zijn dan thans
geraamd, zo besluit het Produktschap voor Groen
ten en Fruit haar perenoverzicht.
Dat laatste zit er zeker wel in, dachten wij. In
Zeeland is de perenoogst in elk geval groter ge
weest dan we bij het begin van het seizoen had
den verwacht. Bij de oogstramingen zal steeds
meer rekening gehouden dienen te worden met de
jonge aanplantingen die in produktie komen.
Dat de oogstramingen van peren ook in andere
landen wel eens aan de lage kant zijn, blijkt uit
het feit dat West-Duitsland dezer dagen bekend
maakte, dat de perenproduktie 12 hoger zou zijn
dan aanvankelijk werd gedacht. Deze werd nu ge
schat op 351 miljoen kg wat 23 meer is dan het
vorig jaar.
De Westduitse appelproduktie voor dit jaar werd
nader geschat op 1,47 miljoen ton, wat 22 meer
is dan de produktie van het vorig jaar.
Italië maakte bekend dat de perenproduktie dit
jaar 4,5 hoger zou zijn dan aanvankelijk werd
geraamd. Geen hoog percentage dus, maar het
maakt naar hoeveelheid een kwantum uit van 50
miljoen kg.
Bijzonder groot is dit jaar de Italiaanse peren-
oogst geweest. Dat was niet alleen een gevolg
van de hoge dracht per boom, maar ook van de
uitbreiding van de teelt in de laatste jaren.
Op het ogenblik is er in de pers van dit land
reeds een discussie aan de gang over de uitbrei
ding van de perenteelt, die grotere vorm heeft aan
genomen dan de overheids-adviseurs hadden be
doeld. In zes tot zeven jaar is de Italiaanse peren
produktie ongeveer verdubbeld.
Tenslotte vermelden we nog dat de perenpro
duktie van Engeland dit jaar bijzonder klein is en
nog steeds blijft tegenvallen. Er zou op het ogenblik
in Engeland nog een kleine 16 miljoen kg Confe
rence in de koelhuizen zijn opgeslagen. Het vorig
jaar omstreeks deze tijd was dat ca. 35 miljoen
kg.
Mogelijk dat er hierdoor voor onze goede be-
waarperen afzetkansen zijn op de Engelse markt
dit jaar. In elk geval worden er op het ogenblik
reeds regelmatig naar dit land verladen.
De Nederlandse perenmarkt is niet ongunstig.
Hoe de toekomstige prijsontwikkeling zal zijn we
ten we niet, maar het is altijd verstandig om de
markt te voorzien wanneer er vraag is en de peren
in de mond te houden, juist in het begin van de
winter. We hebben de indruk dat Zeeland van dit
nut ook overtuigd is, gezien de wijze waarop de
poolcommissies van de veilingen op het ogenblik
werken.
Uit al deze cijfers blijkt overigens duidelijk van
welk een grote betekenis de perenteelt in Europa
is en hoe die betekenis nog steeds toeneemt. Dat
wil niet zeggen, dat er voor het goed geleide en
goed opgezette perenbedrijf in onze omgeving
geen kansen zouden zijn. Integendeel!
Tot de volgende week.
KNOLSELDERIJOOGST VERLIEP VOORSPOEDIG
Veel Zeeuwse landbouwers en tuinders hebben
de laatste weken in de knolselderij gezeten. Het
areaal van dit produkt heeft de laatste jaren een
geleidelijke uitbreiding ondergaan. Gemiddeld zijn
de teeltresultaten dit jaar niet slecht geweest. Het
is echter een produkt dat veel arbeid vraagt in de
oogsttijd, omdat het oogsten bij voorkeur met de
hand moet plaats vinden. Bovendien vraagt de
ziektebestrijding in de zomer alle aandacht want
ziekten en plagen belagen de knollen vanaf het
plantbed tot de oogst.
Voor degene die er geschikte grond voor heeft en
er de tijd aan kan besteden die nodig is, biedt de
teelt van knolselderij echter wel perspectief, vooral
omdat er een toenemende vraag naar bestaat, niet
alleen van de zijde der soepfabrikanten maar ook
voer directe consumptie. De oogst is dit jaar voor
spoedig verlopen. De afzet vindt in hoofdzaak
plaats via de veilingen.
Een bekend verschijnsel in deze tijd is de knolseldctij
in hopen op het land. Het is echter beslist noodzake
lijk de hopen af te dekken, waartoe het loof goede
diensten kan bewijzen.
DOODGEVAARLIJK
Een reactie op het artikel in ons vorig nummer
„Wat doen we met de Cox's Orange?" en de ge
dachten van de heer J. L. J. van den Berge te Tho-
len over het appelsortiment gaf ir. Vellekoop op de
N. F. O.-vergadering in Kapelle.
ir. Vellekoop zei hierover: „We hebben vandaag
kunnen lezen dat een appelsortiment werd genoemd
met 15% Odin. Ik vind dat een doodgevaarlijke
zaak".
Overigens bleek het bespreken van het sorti
ment voor de appeltelers een moeilijke zaak te zijn
waar men niet uit kwam!