nieuw 500 HANOMAG GRANIT 500 Ruggen-opbouw bij aardappelen op kiei- en zavelgronden Wegens plaatsruimte wordt de Vrouwenpagina in het volgend nummer opgenomen. lil In Schotland heeft men een experimentele machine ontworpen, die in één bewerking grond klaarmaakt, kunstmest toedient, aardappelen poot, ruggen maakt en herbiciden kan toepassen. Men gaat daar dus nog een stapje verder. RUGGEN MAKEN IN DE HERFST In Friesland heeft de rijkslandbouwvoorlichtingsdienst reeds enige jaren geëxperimenteerd met ruggen die al in de herfst zijn gemaakt. In het voorjaar wordt in deze ruggen, die dan mooi verweerd zijn, gepoot. Voordeel van deze methode is dat de aardappelen in grond komen, waar geen wielen over hebben gereden. Bovendien kan men op deze wijze ongeveer een week eerder poten dan volgens de gebruike lijke methode. Er zijn natuurlijk ook wel moeilijkheden, zoals het maken van rug gen in de herfst op zware grond en de kunstmesttoediening. We noemen deze methode, omdat voor deze werkwijze nog meer dan voor het systeem „land klaarmaken en poten in één werkgang" geldt, dat daardoor waarschijnlijk weinig grond vastgereden wordt. Deze methode moet zeker op zwaardere gronden verder worden be proefd. VERGROTING VAN DE RIJENAFSTAND In de figuur rechts boven aan pagina 9 is nagegaan welke rug kan worden gemaakt met 6 cm losse grond bij verschillende rijen- afstanden. Hierbij is aangenomen dat geen grond wordt vastgereden. Pas bij een rijenafstand van 75 cm is de geul zo breed, dat trekker banden er door kunnen rijden zonder de zijkanten van dé ruggen vast te rijden. Een minstens zo belangrijk punt bij verruiming van de rijenaf stand is, dat met eenzelfde dikke laag losse grond een zwaardere rug kan worden gemaakt. Hoeveel losse grond nodig is om ruggen van bepaalde omvang te maken Een doorsnede van de losse grond in de rug moet (zoals ge schreven) minstens 500 cm2 zijn. Bij een rijenafstand van 75 cm is een losse laag van 6,7 cm al voldoende, mits niets wordt vastgereden; bij 67 cm moet deze laag 7,5 cm dik zijn. Verband tussen rijenafstand, rugomvang en hoeveelheid losse grond in cm (Vervolg van pag. 9) Rijen Doorsnede rug (cm2) afstand 400 500 600 50 8,0 10,0 12,0 62.3 6,4 8,0 9.6 65 6,2 7,7 9,2 67 6,0 7,5 8.9 70 5,7 7,1 8,6 75 5,3 6,7 8,0 Alleen reeds om deze beide redenen zouden alle telers op klei- en zavelgronden op de rijenafstand van 75 cm over moeten stappen. Van het principe om door herhaaldelijk bewerken de vaste grond tussen de rijen los te maken, komt in de praktijk dus niet veel terecht. Men kan hier de verbetering in twee richtingen zoeken, namelijk het effectiever maken van deze bewerkingen of: het aantal drastisch ver minderen. In de eerste mogelijkheid zien we niet veel perspectief, te meer niet omdat ook om andere redenen het aantal bewerkingen moet worden beperkt. Steeds duidelijker blijkt nl. dat door vele bewerkin gen vrij veel vocht verloren gaat en soms ook veel wortels worden beschadigd. Het Is daarom beter het aantal bewerkingen zoveel mogelijk te be perken. Dit betekent dat of geen grond moet worden vastgereden of een zeer effectieve methode moet worden toegepast om deze vaste grond in één of twee bewerkingen weer los te maken. Op wat zwaardere gronden zal men dan al gauw de strokenfrees te hulp roepen. Dit zou niet nodig zijn als bij rijenafstand 75 cm en een pootbed van 7 cm losse grond zeer weinig weer wordt vastgereden. Deze één of twee bewerkingen moeten na het poten worden uit gevoerd, en wel zodra de grond hiervoor geschikt is. Dit kan één dag, misschien ook tien dagen na het poten zijn. Na deze bewerking moet men zoveel mogelijk van het land afblijven. De grote voordelen van deze werkwijze zijn dat vochtverlies, wortelbeschadiging en vast- rijden van de grond tot een minimum beperkt blijven. Ook wordt hier door in tijden van nachtvorst de kans op schade verminderd. Een nadeel kan zijn dat de aardappel al vrij spoedig een dikke laag grond boven zich krijgt. Komt de aardappel hierdoor niet te koud te liggen, waardoor de groei van de kiemen wordt vertraagd Voor normale, niet-slempige grond en voor normale, sterke poters wordt dit niet als een nadeel gezien. Maar op gronden die slemp- gevoelig zijn, of in geval de poters vrij zwak zijn, kan direct zwaai: aanaarden wél nadelige gevolgen hebben. De kans op onregelmatige en zelfs slechte opkomst moet dan niet worden uitgesloten. In derge lijke gevallen kan beter met het maken van zware ruggen worden gewacht tot het moment dat de kiemen al veel wortels hebben ge vormd en op het punt staan om in de lengte te gaan groeien. Een ander nadeel van zware ruggen vóór opkomst is dat veel stengels de neiging hebben uit de zijkanten van de rug te komen. Deze algemene klacht uit de praktijk behoeft geen probleem te zijn als de rug maar een voldoende brede kop heeft en niet spits is zoals veelal gebruikelijk is. ONKRUIDBESTRIJDING Wordt het aantal bewerkingen tot één of twee beperkt, dan zal er toch iets aan liet onkruid moeten worden gedaan. Zomeronkruid kan men tegenwoordig goed met chemische middelen de baas. Op alle gronden waar tussen de laatste bewerking en de opkomst van de aardappelen zoveel tijd is dat het merendeel van het zomeronkruid eerder boven staat dan de aardappelen, kan met DNOC (8 kg per ha) goede resultaten worden verkregen. Dit zal vooral het geval zijn op de zand- en dalgronden en de lichte zavelgronden. Op de zwaardere gronden lukt het meestal niet het zomeronkruid voor opkomst van de aardappelen zo massaal boven te hebben. De langwerkende middelen moeten dan uitkomst bieden. Gelukkig zijn een aantal middelen hiervoor geschikt. De langwerkende middelen verhinderen dat het onkruid boven komt, terwijl DNOC het reeds bovengekomen onkruid door contact werking doodt. Onkruid dat reeds boven staat, wordt door middelen als Camparol en Ivorin nog wel enigszins bestreden, door middelen als Aresin en Aalinuron niet. In het algemeen moeten al deze lang werkende middelen voor opkomst van het onkruid worden gegeven. De werking is wel zo lang, dat ze ver in het groeiseizoen het land schoonhouden. Deze middelen werken onvoldoende als de grond droog is en ook op humeuze gronden stellen ze teleur. Met het DNOC zijn reeds vele jaren praktijkervaringen opgedaan; met de langwerkende middelen is dit niet het geval. Op aardappelen zijn ze pas op enige plaatsen in de praktijk toegepast. Men doet er daarom verstandig aan ze proefsgewijze eens te proberen. Beide typen middelen werken niet tegen wortelonkruiden. In aardappelen moet men deze onkruiden nog op de normale manier bestrijden. De werking van een chemische onkruidbestrijding in aardappelen op zavel en kleigrond heeft zich nog niet helemaal duidelijk uitge kristalliseerd. Ook is het voorlopig niet zo dat een mechanische be strijding ouderwets of minder goed zou zijn. Indien reeds vrij spoedig na het poten de rug is opgebouwd, kan ook op mechanische wijze het onkruid wel worden bestreden zonder dat het gewas hiervan schade behoeft te hebben. Zeer oppervlakkige bewerkingen, zoals licht af- eggen en direct weer aanaarden, kunnen het pas gekiemde onkruid goed bestrijden en vochtverlies en wortelbeschadiging behoeft zo goed als niet voor te komen, mits de bewerkingen op het juiste moment en op de juiste wijze worden uitgevoerd. Een sterke, moderne trekker uit de middenklasse, geschikt voor elk bedrijf voor alle werkzaamheden. Aanbouwmogelljkheden vóór, tussen de assen en achter daardoor de veelzljdlgste trekker In zijn klasse. Sterke, elastische, watergekoelde motor. Hoge trek* en aftakascapaciteft. Met 0 versnellingen vooruit en 3 versnellingen achteruit, verdeeld In 3 groepen, een zeer gunstige versnellingskeuze. De Granit 500 schakelt als een personenauto, heeft een kor* te draalcirkel en Is handig. Door de grote capaciteit van de hydraulische installatie ide aal voor voorladder-werkzaamheden. (1000 kg aan lasthaak van voorlader en 1650 kg aan akkerbalk). Veel comfort door gemakkelijke opstap aan zijkant, prettige Rweefzitting en overzichtelijk cjeplaatste bedieningsorganen.* Vraagt vrijblijvend inlichtingen bij H.J.HOEGEN DIJKHOF HANDEL.MIJ. N.V. DOETINCHEM - Tel. OB3AO- 5341 EMMELOORD - MIDDENMEER SHEER ARENDSKERKE-DRONTEN

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 11