Bloembollen nieuws GLADIOLEN EN TULPEN 9 regelmatig. Dit laatste kan bereikt worden door elke plantmaat apart op te planten en een aange paste rijsnelheid van de trekker. Ook de man op de plantmaehine speelt hierbij een belangrijke rol. Vooral als er verschillende maten geplant worden, moet hij weten welke de beste afstelling van de machine is. De beste planttijd is van half oktober tot half november. De soorten die in het voorjaar vroeg opkomen het laatst planten en de late soorten het eerst. d. Grondbedekking. °P Slempgevoelige gron den is een grondbedek king noodzakelijk. Na het planten de grond bedek ken met turfmolm of stro. Van turfmolm gebruikt men 1 baal op de 3-4 RR2 en van stro 10-15 kg/RR2. Direkt na het planten de grond afdekken om struk- tuurbederf te voorkomen. Vorig jaar zijn proeven genomen met een stro bedekking en turfmolm, met daarnaast veldjes zonder bedekking. De veldjes bedekt met stro en turfmolm gaven een aanzienlijke meeropbrengst wat het aantal stuks leverbaar betreft. Bij het rooien was de struktuur van de grond van de met stro bedekte veldjes veel natter en stijver dan bij turfmolm en onbehandeld. GLADIOOL a. Rooien en verwerking. Het 'ooien van gia- diolen wordt de laatste paar jaren steeds meer met de machine gedaan. Vroeger werd alles met de liand gerooid. Tegenwoordig is dc gladiool een produkt dat bijna geheel verzorgd wordt met diverse machines. Al- hoewol er nog nadelen aan deze teeltmethode zijn, is het de vraag of ze kunnen opwegen tegen de voordelen zoals b.v. de grote rooikapaciteit van de rooimachine. Maakt men bij de ruggenteelt gebruik vqn een rooimachine, dan wordt eerst het loof verwijderd met een loofplukker. Deze is achter e-en vierwielige trekker bevestigd* en wordt aangedreven door de aftakas. De kapaciteit van de loofplukker is veel groter dan de rooimachine op één dag kan verwer ken. Maakt u gebruik van een loofplukker, laat dan niet meer plukken dan wat per dag gerooid kan worden. Het rooien hangt weer af van de schuur?, kkomodatie. Een goede organisatie en planning voordat de oogst begint, is geen overbodige luxe. Misschien valt er in de schuur ook nog iets te verbeteren, door 'n andere opstelling van de machines, of door een goede werkverdeling. Gaat u in gedachten nog eens na hoe het vorige jaren gegaan is; mogelijk komt u iets tegen waarvan u zegt dat het anders, beter, kan worden uitgevoerd. Het is genoegzaam bekend dat de gladiolen ge rooid moeten worden als de nieuwe knol rijp is. Men kan niet op de toestand van het loof afgaan om de tijd van het rooien te bepalen De wortels geven een beter inzicht. Als deze bruin worden en de kralen ook beginnen te verkleuren, dan is de rooitijd aangebroken. Wacht men te lang, dan heeft men kans op een sterke toename van zieke knollen. De huidkleur wordt minder en de kans op een afgekeurde partij door stengelbotrytis wordt alleen maar groter. De beschadigingskans is bij het machinale roeien- veel groter dan bij het rooien met de hand. Denk dus om beschadiging van de knollen. Het afgelopen teeltseizoen van de tulpen is in Zeeland en West Noord-Brabant niet overal even goed verlopen. Naast de vele hagelbuien die het gewas al vroeg, en later nog op diverse plaatsen zwaar beschadigden, zijn het de drie zomerse weken in juni geweest, die ertoe geleid hebben dat er een oogstreduktie optrad. Dit met het gevolg dat er te weinig z 12 en op gerooid werden en het percentage z 11-12 te groot was. De prijzen waren ook niet om over te roemen. Vooral de z 11-12 kon in dit opzicht in verhouding tot de z 12 en op niet meekomen. Dit ook omdat er te veel z 11-12 gerooid zijn. Toch waren er hog telers die 500 stuks per RR2 raapten en dan in een goede verhouding van de z 12 en op en z 11-12. Wat het teeltseizoen 1966/1967 ons zal brengen, weten we niet. Wel is het te verwachten dat we 'n inkrimping van het areaal zullen krijgen, ondanks het vervallen van de teeltregeling. Ook de export van plantgoed is vrijgegeven binnen de E.E.G. Welke vorm dit zal aannemen is ook nog moeilijk te voorspellen. Maar om volgend jaar een zo goed mogelijke oogst te krijgen, is het van belang dat er aan de volgende punten wordt gedacht a. De «TOlld. 06 ê'°nd is wel één van de be langrijkste faktoren om een goede oogst te kunnen verwachten. Er zijn verschillende punten die bij de grondkeuze van belang zijn, n.l.: Hoe is de ontwatering? Zitten er geen lage plek ken in het perceel? Is de drainage in orde? In herfst en winter is een bovengrondse water afvoer d.m.v. greppels en het uitsteken van de paden op kopeinden vaak noodzakelijk. Het boren van gaten in de paden en het opvullen daarvan met stro heeft zijn nut ook bewezen. Storende lagen in de grond, zoals b.v. oen ploeg- zool of een andere harde laag, kunt u opsporen door op enkele plaatsen een gat van 1 m te graven. Komen deze in de grond voor, dan wordt aangeraden een ander perceel, dat deze gebreken niet vertoont, voor de teelt te kiezen. 1). Het plantgoed. Aan het Uitzoeken van plant- goed wordt wel eens te wei nig waarde toegekend. Gok al is het plantgoed ont smet, toch wordt aangeraden dit vóór het planten nog eens te kontroleren. Voor 'n goede opbrengstadministratie is 't nodig te weten, hoeveel er opgeplant wordt van elk ras en van welke plantmaat, alsmede de oppervlakte (in RR2 of are) per ras en per plantmaat. c. Het planten en de planttijd. Het Pla"ten A van tulpen wordt nog op verschillende manieren gedaan. De piantmethode is niet alleen afhankelijk van de oppervlakte die men gaat planten, grondsoort, e.d., maar ook de verdere verzorging van het gewas zo als spuiten en rooien spelen bij de keuze van het plantsysteem een rol. Ongeacht welk plantsysteem toegepast wordt, is het wel van belang dat goed geplant wordt, zorgvuldig op de juiste diepte en b. Drogen. (->m de gladiolen ter voorkoming van botrytis goed droog te krijgen, moet na het rooien snel gedroogd worden. Het beste is om in 1 of 2 keer een droogruim vol te maken, maar niet telkens kleine partijtjes erin brengen. De knollen die dan bijna droog zijn, worden door de hoge luchtvochtigheid van de natte knollen over een veel te lange periode gedroogd, met kans op stengelbotrytis. In een tijdsbestek van 5-7 dagen moeten de knol- len pelklaar zijn. Dit is natuurlijk afhankelijk van het meer of minder nat zijn van de knollen bij de inbreng. Zorg voor een goede luchtverdeling in de cel, maar ook voor voldoende aanvoer van buiten en warme lucht. De droog temperatuur is 23' tot 25° C bij vol doende aanvoer van verse lucht, de nadroogtempe- ratuur 20° C. Bij het narirogen kan met iets min der lucht worden volstaan. Uiteraard moet de af voer van vochtige lucht uit de schuur voldoende geregeld zijn. Zijn de kachels, fust, pallets, sorteer- machines in orde? Is er voldoende brandstof aan wezig? Voorkom moeilijkheden door vroegtijdig ai los m orde en geregeld te hebben. c. Warmwaterbehandeling van kralen. Sinds de warmwaterbehandeling (W.W.B.) bij kralen wordt toegepast, is het percentage zieke partijen sterk teruggelopen. Toch komt er in de kralen nog te veel droogrot voor. Dit kan bestre den worden door een W.W.B. als deze nauwgezet wordt uitgevoerd en men vanaf de rooitijd de goede temperatuur geeft. Het is het behoud voor een goed gezonde gladiolenteelt. Van belang is dat: 1. De kralen direkt na het rooien bewaard worden bij 25°C. 2. De W.W.B. toegepast wordt tussen 15 december en 1 februari. De beste tijd is de eerste helft van januari. 3. De kralen 2 x 24 uur worden voorgeweekt bij 'n watertemperatuur van 20° C. 4. Geen ontsmetter aan het water wordt toege voegd. 5. Er een geijkte thermometer en een circulatie- pomp gebruikt worden. De behandelingstijd voor normale partijen Is een uur bij een temperatuur van 53° C en voor kleine kralen en fusariumpartijen V2 uur 55° C. Deze het laatst behandelen in verband met besmetting van andere partijen. Na de W.W.B. de kralen snel af koelen ir koud water en in enkele dagen terug- drogen. Verder tot de planttijd bewaren bij 10°C. (1 Trips. Al heeft men op het veld geen tripsaan- tasting kunnen vinden, toch is men ver plicht om deze- in de schuur te bestrijden. Het ver dampen van naftaline is hiervoor nog altijd het aan gewezen middel. Men kan gebruik maken van een elektrisch ver dampingstoestel of de naftaline in een bak laten verdampen of over de vloer te strooien. De duur van de behandeling is 6 uur. Deze om de drie dagen horhalen. Dit kan het beste 's avonds wor den uitgevoerd. Als de temperatuur op tenminste 21 'C wordt ge houden en de behandeling 15 dagen duurt, kunnen alle insekten, larven en eieren worden gedood.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 9