Brouwgerst, dit jaar! IEïcrï^I
Witt V dat....?
s
Vereniging Landbouw-
boekhoudbureaus 40 jaar
Afstammelingenkeuringen
Zeeuwse K.l.-stieren
De Suiker Unie thans een feit
UOOR de belastingdienst zou het rampzalig zijn
als de Landbouwboekhoudbureaus er niet meer
waren. Dat compliment is afkomstig van een hoofd
ambtenaar van de dienst Directie Belastingen en het
werd door minister Vondeling persoonlijk overge
bracht aan de Vereniging van Landbouwboekhoud
bureaus die in Utrecht haar 40-jarig jubileum vierde.
Dank zij die boekhoudbureaus is, volgens de hoofd-
anfijtenaar, het peil van de belastingaangiften uit de
landbouwsector aanmerkelijk verhoogd. Daarmee be
doelt hij om misverstand te voorkomen dat die
aangiften zeer correct zijn.
Minister Vondeling, die een inleiding hield over „de
belastingheffing van landbouwbedrijven in Nederland
en de E. E. G.", voelde zich bij de jubilerende vereni
ging erg goed thuis, omdat hij er zelf 12 jaar lang
voorzitter is geweest.
In die functie, zo vertelde hij bij wijze van pikante
bijzonderheid, is hij vaak naar het ministerie van
financiën geweest om een uitstelregeling voor de be
lastingaangifte te vragen en menig maal met suc
ces.
De fiseale wetgeving in ons land eist geen boek
houding, verbindt er echter wel bepaalde voordelen
aan. En in de landbouw heeft men het nut van boek
houding wel ingezien, aldus de minister. Dankzij het
werk van de Landbouwboekhoudbureaus is in ons
land een verregaande gelijkheid van behandeling tus
sen agrarische en andere ondernemers mogelijk bij de
winstbepaling voor de inkomstenbelasting.
Bij zijn vergelijkende beschouwing over de stelsels
van belastingheffing in Nederland en de andere
E. E. G.-landen merkte Dr. Vondeling onder meer op
dat Nederland voorop gaat met de mogelijkheid van
„winstegalisatie", bedoeld om voor de belastingplich
tige nadelige fiscale gevolgen van sterke schomme
lingen in de bedrijfsresultaten te verzachten. Andere
E. E. G.-landen hebben hiervoor minder vergaande
regelingen.
WAN de K. I. stieren Adson Gerrit Wouter en Lytse
Rudolf worden op 22 en 23 september a.s. af
stammelingenkeuringen op exterieurvererving gehou
den.
Het betreft hier een herhaald onderzoek van beide
stieren. Getracht wordt van elke stier 50 nakomelin
gen bijeen te brengen. Dit onderzoek vindt plaats bij
melkgevende dieren. De keuringen worden op de vol
gende plaatsen en tijden gehouden.
DONDERDAG 22 SEPTEMBER 1966
9 uur 's morgens op het bedrijf van de heer W. de
Kok, Turelureweg 6, Kerkwerve. (Melkgevende doch
ters van Adson Gerrit Wouter).
VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1966
10 uur 's morgens op het Ledelplein te Oostburg.
(Melkgevende dochters van Lytse Rudolf).
Bij een afstammelingenkeuring wordt een onge-
selecteerde groep nakomelingen van één stier bijeen
gebracht Gaarne geven wij de veehouders in over
weging deze keuring te bezoeken. Het volgen van de
keuringen is bijzonder nuttig. Bij de fokkerij hangt
zoveel af van de keuze en het gebruik van de stieren.
RIJKSVEETEFLTVOORLÏCHTINGSDIENST.
Ir. M. A. GEUZE VOORZITTER
Nadat op 29 augustus J.l. de Verenigde Coöperatie
ve Suikerfabrieken G.A. te Dinteloord, de Coöperatie
ve Suikerfabriek en Raffinaderij G.A. „Puttershoek"
in de gelijknamige plaats en de Friesch-Gronlngsche
Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek en Raffinaderij
G.A. te Groningen reeds hadden besloten hun goed
keuring te hechten aan de voorstellen tot stichting
van een gemeenschappelijke top-coöperatie onder de
naam Suiker Unie, heeft ook de Eerste Nederlandschf
Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek en Raffinaderij
G.A. te Sas van Gent, zich op 9 september met de
plannen verenigd.
De vier verenigingen hebben thans uniforme statu
ten gekregen, waardoor de grondslag is geschapen
voor een volkomen gelijke belangenbehartiging en
voor eenzelfde bestuursstructuur voor alle suiker
coöperaties. Hierdoor en op grond van een desbetref
fende overeenkomst, wordt het mogelijk aan alle aan
gesloten boeren dezelfde bietenprijs te betalen, waar
bij de vermogensverschillen die tussen de vier coöpe
raties bestonden, in een tijd van 10 jaar zullen worden
vereffend.
Voorzitter van de Suiker Unie wordt Ir. M. A.
Geuze, secretaris Ir. F. C. de Jong. De directie wordt
gevormd door de heren L. P. van Malland, Mr. L. H.
de Vos Klootwijk en Ir. A. W. Luitjens, terwijl de
directeuren van de ingebrachte fabrieken tevens
adjunct-directeuren van de Suiker Unie worden.
UET zwaartepunt van de Nederlandse brouw-
gerstteelt ligt bij uitstek in het zuidwestelijk
zeekleigebied. Jaarlijks beloopt het areaal er ruim
26.000 ha. In de rest van ons land worden nog
een 12.000 ha met brouwgerstrassen beteeld.
De oogst 1966 is nu geborgen en we weten dat
opbrengsten die 20 achter bleven by die van
vorig jaar geen uitzondering zijn. De korrel is in
het algemeen smal gebleven en er zijn hoge uit
valpercentages. In dit verband wordt het weer dui
delijk welke waarde de ras-eigenschap van een fijne
zaadhuid, zoals de Balder bezit, heeft. De rassen
Cambrinus, Zephyr en Delisa hebben een wat hou
terige bast als de korrel niet vol wordt. Echte kwa-
liteitsbrouwgerst is er daardoor weinig. Alleen in
Groningen is, wat dat betreft het ras Delisa goed
uit de bus gekomen. De Nederlandse brouwgerst
zal hierdoor een veer moeten laten tegenover de
Duitse Wisa en de Engelse Proctor, die een echt
fijne zaadhuid hebben.
Niettemin zal iedere graanteler trachten zijn
produkt zo gunstig mogelijk op de markt te bren
gen om een zo hoog mogelijke prijs te maken. Hier
bij staan hem twee wegen open; de weg via de
partikuliere handel en de weg van de coöperatieve
afzet. Iedere teler zal die weg kiezen die hem de
beste ervaringen opgeleverd heeft.
Als gevolg van die keuze wordt een grote hoe
veelheid brouwgerst in de coöperatieve organisatie
ten verkoop aangeboden; dat graan moet zo goed
mogelijk verkocht worden.
De afdeling brouwgerst van CEBECO behar
tigt hierbij de belangen van de brouwgersttelers.
Brouwgerst is voor Nederland een exportartikel.
Dat betekent, dat er een plaats voor gevonden moet
worden in het geheel van de Westeuropese brouw-
gerstmarkt. Bij de planning en uitvoering van het
afzetgebied speelt de informatie over de ligging
en ontwikkeling van deze markt een grote rol. Men
dient steeds over een ruime informatie te beschik
ken. Er worden dan ook met de belangrijkste or
ganisaties en handelshuizen op dit gebied kontak
ten onderhouden; formele zowel als informele en
vooral, vertrouwelijke.
DE BROUWGERST IN HET BUITENLAND
DE oogst in West-Duitsland is zowel naar hoe
veelheid als n. hoedanigheid zeer verschil
lend uitgevallen. Geruchten over meeropbreng
sten blijken betrekking te hebben op regionale ge
gevens. De totale gerstopbrengst blijft een 10
achter bij vorig jaar. Toch is er, in totaal, meer
Irouwgerst geoogst dan in het vorig seizoen.
Per 1 juli 1967 zal ook voor Duitsland de Euro
pese graanprijs gelden. Dit betekent dat de binnen
landse gerstprijs vanaf dat ogenblik lager zal ko
men te liggen dan nu. De algemene voorraad-po-
litiek is er dan ook op gericht de voorraden in te
laten krimpen tegen juli volgend jaar tot minimale
waarden. Deze voorraadpolitiek en de ruimere
brouwgerstoogst drukken de importbehoefte van
West-Duitsland voor gerst tot 500.000 ton; de helft
van de import in het vorige seizoen.
De houders van gerst wachten op het ogenblik
af. De Duitse brouwgerstmarkt is nog erg vast.
Voor voergerst is noto in het geheel van geen markt
sprake.
De Belgische brouwgerstoogst is dit jaar van het
zelfde gehalte als In zuidwest-Nederland 25
uitval). Al met al is de oogst van die omvang, dat
België juist zelfvoorzienend zal zijn. De markt is
nog erg vast.
Frankrijk -al weer de grote aanbieder van
brouwgerst zijn binnen iet E. E. G.-verband. Ook
hier is de korrel klein gebleven, maar 85 van de
totale gerstoogst haalt de brouwkwaliteit. Alleen
het produktiegebied Champagne heeft een slechte
oogst gehad. Het totaalbeeld laat een iets beter dan
middelmatige oogst zien. Het weer was goed, de
gerst kwam vlot en droog binnen en de totale silo
ruimte is voldoende. Op het ogenblik is er van een
marge van enige betekenis tussen de voer- en
brouwgerstprijs nog geen sprake.
Deze omstandigheden leiden tot een algemeen
afwachtende houding.
De E. E. G.-markt wordt ook beïnvloed door
brouwgerstposities in Engeland en Denemarken. De
Engelse gerstoogst is overvloedig geweest en van
goede kwaliteit, er werd 750.000 ton meer geoogst
dan vorig jaar. De Deense opbrengsten lagen iets
lager dan vorig jaar maar er is ruim meer kwa
liteitsgerst.
AFZETBELEID
AAN de hand van deze gegevens, die voortdu-
rend aanvulling krijgen en worden bijgehou
den, wordt het afzetbeleid bepaald. Verschillende
mogelijkheden staan hierbij open; de afzet in pool-
verband, die zich kenmerkt door een spreiding van
de verkopen, is tegenwoordig wel de meest effek-
tieve gebleken en daardoor zeer gezocht.
De brouwgerstteler die de weg van de coöpera
tieve afzet kiest, kan zelf de weg van zijn pro-
dukt bepalen en nagaan welke positie hij daarmee
inneemt in de totale markt. Op deze wijze is de
afzet ook voor hem een boeiende bezigheid, waar
bij hij zich een beeld kan vormen van het ekono-
mische samenspel rondom zijn produkt.
F.
JfpE fiscale consequenties van afschrijven van een
vast percentage van de boekwaarde zijn, dat
m de beginperiode van het gebruik een groter be
drag ten laste van de winst komt dan in een latere
periode. Dit spreekt vooral heel sterk als de ge
bruiksduur (levensduur) der duurzame activa vrij
lang is, zoals b.v. bij gebouwen.
Het fiscale gevolg is dus dat in de eerste jaren
Heel meer wordt afgeschreven dan in de latere en
laatste.
Nu kan men nooit van tevoren met zekerheid
bepalen of dit al of niet fiscaal voordelig is. Als de
inkomens in latere jaren groter zijn dan in de eerste
zal het voordeel afnemen, is het eerste het geval,
dan wordt het voordeel vergroot.
In alle geval werkt de versterkte afschrijving
voordelig, doordat minder belasting in het begin
moet worden betaald, wat rentevoordeel betekent.
Voor een beginnend ondernemer, die toch meestal
reeds voor zware lasten zit, kan dit zeer belangrijk
zijn.
MEN kan nu de vraag stellen of men, indien men
tot nu toe een vast percentage van de aan-
schafwaarde heeft afgeschreven, van systeem ver
anderen mag. Wij menen dat de Wet Inkomsten
belasting 1964 deze mogelijkheid beslist openlaat.
Art. 9 van deze wet luidt:
„De in een kalenderjaar genoten winst wordt be
paald volgens goed koopmansgebruïk, met inacht
neming van een bestendige gedragslijn, welke on
afhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst en
welke slechts gewijzigd kan worden indien goed
koopmansgebruïk dit rechtvaardigt".
Onder het Besluit Ink. Bel. 1941 was de bepaling
anders geformuleerd en had ook een andere inhoud.
Daar luidde het, dat wijziging van de bestendige
gedragslijn slechts toelaatbaar was indien bijzondere
omstandigheden dit rechtvaardigden. De nu geldende
wet is dus ruimer. Indien zoals we vorige weeK oe-
toogden een overgang der afsefhrijvingsmethode door
goed koopmansgebruïk wordt gerechtvaardigd is er
geen wettelijk bezwaar.
Het is nu juist de, door de velerlei technische
vooruitgang van onze tijd, verkorte economische
levensduur die o.i. systeemwijziging toelaat.
Goed koopmansgebruïk blijft hier het richtsnoer
dat tevens waken moet tegen systeemwijzigingen
alleen met fiscaal oogmerk.
flU zal naar wij menen te mogen aannemen de
fiscus hier geen bijzondere bezwaren maken.
Het feit van de verkorting van de economische
levensduur is door de vorige Staatssecretaris van
Financiën met zoveel woorden erkend. Hieruit zou
o.i. reeds voortvloeien dat ook bij afschrijving over
de aanschafwaarde het afschrijvingspercentage zou
moeten worden herzien en dus verhoogd.
Als systeem zou dan echter afschrijving van de
aanschafwaarde blijven, wat naar de thans geldende
bedrijfseconomische opvattingen een minder goede
verdeling der afschrijvingskosten geeft dan af
schrijving van de boekwaarde.
Bovendien is een ander afschrijvingssysteem niet
van invloed op de totaal winst der onderneming.
Men kan een actief maar eenmaal afschrijven, maar
heeft alleen verschuiving van de belastingdruk ten
gevolge.
ME1JERS.
P.S. Een tweetal lezers heeft mij gevraagd hoe ik
toch wel aan het vreemde afschrijvingspercen
tage van 20.567 kwam.
Nu zij hebben gezien dat dit nodig was om in
10 jaar de restwaarde van f 1.000,te bereiken.
Daar de berekeningsmethode voor de meeste
'onzer lezers niet interessant is, zal ik dit in een
privé-schrijven wel beantwoorden.
M