RASSENKEUZE WINTERTARWE 1966 5 IN tegenstelling tot het oogstjaar 1965 zijn de meeste percelen wintertarwe goed de winter door gekomen. Geen vorstschade en zo goed als geen schade door wateroverlast. Als gevolg van de vele regen in het voorjaar ontwikkelde de tarwe zich zeer bladrijk, zodat reeds in de maand mei veel percelen een zware stand hadden. Voor verschillenden was dit aanleiding om hun gewas met CCC (Cycocel) te behandelen. Ofschoon de stand en de ontwikkeling in de maand mei veel beloofde, zijn de meeste rassen niet zwaar geworden. Tijdens de oogst was er over het algemeen eerder sprake van een te licht gewas. De opbrengsten zijn dan ook in vergelijking met voorgaande jaren niet hoog te noemen. Het stro is middelmatig lang en vrij stevig, doch matig veerkrachtig. Verdraagt laat zaaien goed. Rijpt vrij laat. Vrij korte aar. Rode korrel. Weiftlff gevoelig voor schot en korreluitval. MANELLA Vroeg rijpende goed wintervaste tarwe die op goede kleigronden hoge opbreng sten kan geven. Stelt hoge eisen aan de grond. Het is een vlot ontwikkelend gewas. Het stro is van middelmatige stevigheid. Tamelijk veerkrachtig. Goede dekvrucht, Weinig vatbaar voor gele roest. Matig voor bruine roest. Vrij grote spits toelopende en vrij ruim geschakelde aar. De grote korrel is matig gevoelig voor schot. Tamelijk gevoelig voor korreluitval FELIX Kan op kleigronden goede opbrengsten geven. Het stro is kort en stevig. Heeft een vlotte ontwikkeling en een zeer goede grondbedekking. Kan een flinke stik- stofbemesting verdragen. Minder geschikt als dekvrucht. Moet bij voorkeur vroeg gezaaid worden. Weinig gevoelig voor gele roest. Gevoelig voor meeldauw en bruine roest. Het ras heeft de laatste jaren een minder gezonde afrijping. De rode korrel is groot en weinig gevoelig voor schot. Zeer gevoelig voor korreluitval. SYLVIA Heeft op kleigronden goede opbrengsten gegeven en bezit een zeer goede schot- resistentie. De voorjaarsontwikkeling is traag en de grondbedekking matig. Komt veel met Ibis overeen. Goede dekvrucht. Het stro heeft een gemiddelde lengte en is van een redelijke stevigheid. Heeft een goede resistentie tegen ziekten. Rijpt vrij laat. Vrij korte i-;ts puntige aar. Middengrote, rode korrel, die weinig gevoelig is voor korreluitval. TADORNA Goed wintervaste tarwe die zowel op kleigrond als op goede zandgrond hog« opbrengsten geeft. Wat trage voorjaarsontwikkeling met een steile bladstand. De grondbedekk ng is matig. Verdraagt laat zaaien goed. Het stro heeft een gemiddelde lengte, de stevigheid is vrij goed. Was in de afge lopen jaren een vrij gezond gewas. Werd in 1966 door gele roest aangetast. Vrij vatbaar voor bruine roest. Rijpt middenlaat. Vrij grote iets puntige aar. Vrij grote rode korrel. Weinig gevoelig voor korrel uitval. Iets gevoelig voor schot. FLEVINA Goede wintervaste, oogstzekere tarwe, die goede opbrengsten kan geven De eerste ontwikkeling is vrij traag. Geeft later een voldoend dekkend gewas Tijdig zaaien is gewenst. Het stro is middelmatig lang en matig stevig. Weinig vatbaar voor gele- en bruine roest. Rijpt vrij laat. Heeft een matig gezonde afrijping. Vrij kleine iets puntige aar, middengrote rode korrel. Weinig gevoelig voor korreluitval en schot. De vraag kan hier gesteld worden of als gevolg van de overvloedige regenval in het voorjaar niet een gedeelte van de stikstof verloren is gegaan. Zo bleek dit jaar uit proeven dat hoge stikstofgiften in het voorjaar in één keer gegeven niet de ver wachte opbrengstresultaten gaven. Wel blijkt, dat een overbemesting tijdens het doorschieten, maar vóór het in aar komen van het gewas, een beduidend hogere opbrengst geeft. In dit verband zouden wij er nog eens op willen wijzen dat zeer hoge stikstof giften met het oog op een bespuiting met CCC niet altijd tot. de verwachte hogere opbrengsten zulien leiden. Zo bleek in voorgaande jaren dat bij te hoge stikstof giften, ondanks een CCC-bespuiting. toch legering optrad. Dit jaar gaven de hoogste stikstofgiften, gecombineerd met een CCC-bespuiting, een opbrengst die te gering was om de gemaakte meerkosten goed te maken. Een bespuiting met CCC moet dan ook meer gezien worden als een corrigerende maatregel, of als doelgerichte bespuiting met het oog op het slagen van een inge zaaide ondervrucht. HET OPTREDEN VAN GELE ROEST Eind mei begin juni werd het ras Cleo, voornamelijk in verschillende praktijk percelen, zwaar aangetast door gele roest. In het gebied ten noorden van de Nieuwe Waterweg blijkt de aantasting van het ras Cleo minder te zijn. Door deze aantasting verloor het gewas een groot gedeelte van het blad, waardoor de opbrengst aanzien lijk geleden heeft. Ook op de proefvelden is dit ras niet zonder gele roest gebleven. Wat later in het seizoen werden ook andere rassen door gele roest aangetast. Jammer genoeg betreft het hier het ras Tadorna. Ook de rassen Ibis en Sylvia zijn niet geheel vrij van gele roest gebleven. Wij hebben bij deze rassen te maken met een nieuw fysio van gele roest. Dit fysio heeft in Engeland veel schade veroorzaakt in een ras dat nauw verwant is aan Ibis en Tadorna. Uit waarnemingen bleek, dat hoewel de eerdergenoemde rassen vatbaar zijn, er toch verschil is in gevoeligheid. Zo blijkt het ras Tadorna aanmerkelijk gevoeliger te zijn dan de rassen Ibis en Sylvia. Hoewel een voorspelling altijd moeilijk blijft, een sterke uitbreiding van gele roest is mede afhankelijk van de winter, is het toch raadzaam bij de keuze van het ras rekening te houden met de bovengenoemde gele roestontwikkeling. RASSENKEUZE Goed wintervaste rassen Uit deze groep verdienen de rassen Ibis, Manella, Felix, Sylvia en Tadorna de voorkeur. IBIS Goed wintervaste tarwe die op goede tarwegronden zeer produktief is, met een goede resistentie tegen ziekten. Ibis heeft een trage voorjaarsontwikkeling en een steile bladstand. Hierdoor is de grondbedekking matig. Goede dekvrucht, Vrij goed wintervast STELLA Geeft op alle gronden goece opbrengsten. Heeft een vlotte zeer bladrijke begin- ontwikkeling, groeit gemakkelijk en stoelt zeer goed uit. Verdraagt laat zaaien zeer goed Kort fijn stro, dat matig stevig 's Matig gevoelig voor gele roest. De rode korrel is vrij groot en van matige kwali teit. Matig gevoelig voor korreluitval en schot. Matig en weinig wintervaste rassen CAPPELLE DESPREZ Geschikt voor zaaien in december of januari. De belangstelling voor dit ras is niet groot meer Bij late herfstzaai wordt het door andere rassen in produktie overtroffen. Voor januarizaai kan men beter gebruik maken van een zomertarweras. OPBRENGSTEN RASSENPROEFVELDEN WINTERTARWE ZUIDWESTLI IJK KLEIGEBIED •0 Zaadopbrengsten in verhoudingsgetallen Oogstjaar 1966 Proefveld ZZH ZZH Z Z ZV1. ZV1. ZV1. Gebieds- Gemic reg. no. 1200 1201 2676 2677 1120 1121 1122 gemidd. 1957-13 Rassen Goed wintervast Ibis 101 103 100 99 102 101 103 Maneha 98 103 100 97 94 99 101 99 103 Felix 94 100 97 95 100 97 100 Sylvia 104 102 106 101 100 102 102 102 104 Tadorna 109 106 109 107 109 109 109 108 112 Flevina 92 95 100 101 95 97 93 96 100 Hector 98 Apollo 93 Wodan 101 Vrij goed wintervast Stella y— 100 Cleo 98 84 93 100 93 94 100 Matig en weinig wintervast Cappelle Desprez Mado 95 93

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 5