C.A.O. Landbouw '66-67 voor Zeeland goedgekeurd „Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland „BESCHERMD BESTAAN" Z"\NZE aanhef zal doen vermoeden, dat wij deze keer de aandacht willen vestigen op bijvoorbeeld alle sociale voorzieningen die ons van de wieg tot het graf begeleiden dan wel achtervolgen. Ongetwijfeld zou het geen kwaad kun nen ook daaraan eens een commentaar t^ wijden. Over de positieve resultaten van deze voorzieningen, maar ook de papieren rompslomp; over het toenemende premiepercen tage in verhouding tot de mate van .bescherming" en het onderdak wat de zelfstandige agrarische onderne. Iers bij al deze regelingen inclusief het waardevast pensioen al dan niet vindt. Het zijn alle onderwerpen, die zich zeker onder dit hoofd laten vangen. Maar ons onderwerp is ons dit laai echter vanuit heel andere hoek ingegeven. Het gaat ons nu niet om 's mensen beschermd bestaan, maar om dat van sommige vogels, wilde dieren, een aantel wilde planten, bossen, monumenten, na tuurschoon en de ruimte in het algemeen. Voor heel deze op somming zijn n.l. wettelijke beschermende regelingen ont worpen. Laatstelijk de wet „houdende voorzieningen in het belang van de natuurbescherming" zoals de officiële naam luidt. Deze natuurbeschermingswet moet de Eerste Kamer nog passeren en werd onlangs met weinig enthousiasme en veel wijzigingen in de Tweede Kamer aanvaard. Er is dus nog een vrij theoretische mogelijkheid dat di'; wetsontwerp nooit officieel wet wordt en dat moet ons direct dan maar van het hart tranen zouden wij hierover niet laten. Wordt deze opvatting ons nu ingegeven omdat er in agra rische kring geen waarde wordt gehecht aan plant, dier, mo nument of landschap? Of omdat niet beseft wordt dat dit alles zijn funktie heeft in het menselijk bestaan? Wij hoeven er ons inziens eigenlijk niet over te praten. De boer is van ouds een vormer van het landschap en er zijn ook op het platteland heel wat mooie gebouwen verrezen! Dat ook heden ten dage van agrarische zijde de belang stelling voor een bemoeienis met deze zaken niet verdwenen is bewijst de vormgeving van onze herverkavelingsgebieden. En welke belangstelling trekt niet een serie als de oude Zeeuwse boerde fj in ons blad! (")NS bezwaar richt zich niet tegen een indien nodig en mogelijk trachten te bewaren, maar ons inziens tegen een bescherming waarvan de omvang zowel kwantita tief als kwalitatief door de vaagheid der omschrijving niet is te overzien. Wat bijvoorLeeld te denken van t omschrijving „terreinen en wateren welke van algemeen belang zijn uit een oogpunt van natuurschoon"! Dit is n.l. de omschrijving die men in het wetsontwerp meegeeft aan „natuurmonumenten". Men mag in zo'n natuurmonument zonder vergunning niets doen wat schadelijk is voor het natuurschoon. Zowel de schoon heid der natuur als dat wat hiervoor schadelijk is lijkt ons nogal een kwestie van persoonlijke smaak! Bovendien ont gaan ons de maatstaven die worden aangelegd voor de ver krijging van een vergunning. De volgende vraag kan luiden: wat is algemeen belang? Toch niet het belang van iedereen? Wanneer bijvoorbeeld de boer-eigenaar het waterpeil in zi:n grasland niet mag ver lagen voor de ganzen is dit een belang. Maar van een modern landbouwbedrijf moeten we dar maar niet meer spreken. En wie roepen er eigenlijk zo hard om modernisatie van de land bouw? Maar er is toch in zo'n geval een mogelijkheid van schade vergoeding, zo zal er misschien worden opgemerkt. Gelukkig wel! En terecht heeft het landbouwschap hier ook met nadruk (en bij dit wetsontwerp niet zonder succes, menen wij) op gewezen. Nog daargelaten de vraag of het veel genoegen geeft een schadevergoeding te krijgen, maar tweede klas boer te moe ten zijn, willen wij toch eerst de praktijk van deze schadever goeding wel eens zien! Wij vragen ons intussen wel af of met dat geld, inplaats van de weg van verboden die nu is gekozen, niet een meer positieve weg ingeslagen had kunnen worden. De Natuur- schoonwet en Boswet boden in deze toch wel aanknopings punten. Tenslotte vrezen wij dat betrokke ie (en hij niet alleen) door de bomen van alle wettelijke maatregelen die de natuurbe scherming (natuurschoonwet, boswet, wet R.O. en nu de natuurbeschermingswet) het bos waar het om gaat niet meer ziet. Voor hen die de weg weten breekt voorts dar. een lijdens weg van bezwaar- en beroepsschriften aan JIET heeft, na het ingaan van het nieuwe contractjaar op 1 mei j.l., ook dit jaar weer de nodige maanden geduurd, voordat er enige zekerheid voor onze werkgevers bestond welke lonen betaald konden worden. Na de officiële goedkeuring van het loonadvies en de mantel van de voor contractjaar '66-'67 geldende C. A. O. Landbouw moest het bijzonder gedeelte van de voor Zeeland geldende C. A. O. Landbouw nog de instemming van het College van Rijks bemiddelaars verkrijgen. Ook dit heeft weer bijna twee maanden geduurd. Kortgeleden is echter de beslissing gevallen en aan de C. A. O. voor de Akker- en Weidebouw en de Veehou derij in de provincie Zeeland voor het contractjaar 1966-1967 goedkeuring verleend. Echter met dien verstande dat, zoals bekend, van de vakantietoeslag ad 6 - 2 tot 1 januari 1967 is geblokkeerd en pas na deze datum mag uitgekeerd worden. Het door ons begin mei gepubliceerde overzicht van de voorgestelde lonen en arbeidsvoor waarden zijn dus geldend geworden. (Zie verder pag. 3) ONS COMMENTAAR In dit nummer is de bekende jaarlijkse prijsvraag „Wie wordt kampioen?" opgenomen, uit geschreven door de Kon. Ver. „Het Nederlandsche Trekpaard", ter gelegenheid van de op 16 en 17 september te houden Nationale Tentoonstelling te Den Bosch. Onze abonné's kunnen met het inzenden van een oplossing mededingen naar één van de waardevolle prijzen die be schikbaar zijn gesteld. Bijzonderheden over deze prijsvraag, zoals de namen van de hengsten die bij de prijsvraag betrokken zijn, het prijsvraagreglement, de prijzen en het formulier om de oplossing in te zenden vindt u op pagina 10 en 11. Denk aan het tijdig inzenden

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 1