Schaftlokalen en sanitaire voorzieningen op onze
Land- en Tuinbouwbedrijven
7
WIJZIGING LANDBOUWVEILIGHEIDSBESLUIT
Ingaande 1 september zal de onlangs reeds aangekondigde wijziging van het Landbouwveiligheidsbesluit betreffende de schaftlokalen en sanitaire
voorzieningen op land- en tuinbouwbedrijven van kracht worden. Wij geven onderstaand in het kort een overzicht van de betreffende bepalingen.
BEDRIJVEN MET 10 OF MEER ARBEIDERS
1. Indien in'een bedrijf 10 of meer arbeiders werkzaam zijn, die een rust
tijd van tenminste een half uur hebben, moet voor die arbeiders een
doelmatig ingericht schaftlokaal beschikbaar zijn, gelegen op een ten
opzichte van hun arbeid geschikte plaats.
2. Een schaftlokaal moet een vloeroppervlakte hebben van tenminste 15 m2.
3. De gemiddelde hoogte van een schaftlokaal mag niet minder bedragen
dan 2.50 m; de hoogte mag nergens minder zijn dan 2 m. Voor elke
persoon moet tenminste 3,5 m3 vrije luchtruimte beschikbaar zijn.
4. Een schaftlokaal moet door direct daglicht en zo nodig door voldoende
kunstlicht zijn verlicht.
5. In een schaftlokaal moet op doeltreffende wijze voldoende toevoer van
verse lucht en afvoer van bedorven lucht onder vermijding van tocht
zijn gewaarborgd.
In elk geval moet daartoe in een schaftlokaal, waar niet door mecha
nische hulpmiddelen een voldoende luchtverversing gewaarborgd is, het
gezamenlijk oppervlak van de afsluitbare ventilatie-openingen, die recht
streeks gemeenschap met de buitenlucht kunnen geven, ten minste V25
van het vloeroppervlak en niet minder dan 0,60 m2 bedragen, waarbij
deuropeningen, welke als toegang dienen, niet worden meegerekend.
6. Een schaftlokaal moet zodanig zijn ingericht en onderhouden, dat de
arbeiders die er gebruik van maken, beschut zijn tegen nadelige invloe
den van de weersgesteldheid.
7. De vloer van een schaftlokaal moet van een zodanige constructie zijn,
dan wel van een zodanige bedekking zijn voorzien, dat hij gemakkelijk
en goed kan worden gereinigd.
8. In een schaftlokaal moet voor iedere arbeider een behoorlijke zitgele
genheid beschikbaar zijn.
9. In een schaftlokaal moeten een of meer tafels beschikbaar zijn, waarvan
het tafelblad naadloos is, dan wel voorzien is van een naadloze bedek
king.
10. Elke arbeider moet kunnen beschikken over een tafelöppervlak van ten
minste 0.60 m x 0,30 m met dien verstande, dat hierbij de maat van
0,60 m langs de tafelrand wordt gemeten.
Een tafel mag niet aan de vloer zijn bevestigd. De vloer moet onder de
tafel zyn vrijgehouden.
11. Een schaftlokaal moet in het koude jaargetijde voldoende zijn verwarmd.
Hiertoe moet een brandveilige verwarmingsinstallatie van deugdelijke
constructie en van voldoende capaciteit in verhouding tot de te verwar
men ruimte beschikbaar zijn. Rook- en verbrandingsgassen van de ver
warmingsinstallatie moeten veilig en doelmatig worden afgevoerd. Vaste
brandstoffen, die in een schaftlokaal aanwezig zijn, moeten zijn opge
slagen in een brandstoffenbak.
12. In een schaftlokaal moet een voldoende aantal papiermanden of -bak
ken en een voldoend aantal asbakken beschikbaar zijn.
13. De toegangsdeur van een schaftlokaal mag geen rechtstreekse verbin
ding met de buitenlucht verlenen.
14. In of nabij een schaftlokaal moet behoorlijk gelegenheid zijn tot het
afleggen en ophangen van overkleding.
BEDRIJVEN MET MINDER DAN 10 ARBEIDERS
1. Indien in een bedrijf minder dan 10 arbeiders werkzaam zijn, die een
rusttijd van tenminste een half uur hebben, moet voor die arbeiders
een behoorlijke schaftgelegenheid beschikbaar zijn, gelegen op een ten
opzichte van hun arbeid geschikte plaats.
2. Een schaftgelegenheid moet een vloeroppervlakte hebben van tenminste
1,25 m2 per persoon met een minimum-oppervlakte van 6 m2.
3. De hoogte van een schaftgelegenheid moet tenminste 2 m bedragen.
4. Een schaftgelegenheid moet in het koude jaargetijde voldoende verwarmd
zijn.
5. In een schaftgelegenheid moeten voor de arbeiders een tafel en een
behoorlijke zitgelegenheid aanwezig zijn.
6. Een schaftgelegenheid mag geen deel uitmaken van een werklokaal, stal
of magazijn en moet daarvan met behulp van wanden en een zoldering
zijn afgesloten.
7. Een schaftgelegenheid moet zijn voorzien van voldoende ventilatie en
verlichting.
8. In of nabij een schaftgelegenheid moet behoorlijk gelegenheid zijn tot
het afleggen en ophangen van overkleding.
SEIZOENARBEIDERS
Voor de berekening van het aantal arbeiders worden niet medegerekend
seizoenarbeiders, die niet langer dan vier achtereenvolgende weken in het
bedrijf werkzaam zijn. Ook worden daaronder niet begrepen arbeiders, die
tijdens hun schafttijd gelegenheid hebben te verblijven in een ten opzichte
van hun arbeid geschikt gelegen woning of andere doelmatige lokaliteit,
welke voor hen kosteloos en zonder verplichting tot het maken van een ver
tering toegankelijk is.
WASGELEGENHEID
1. In of nabij een schaftlokaal of schaftgelegenheid moet voor de arbeiders
een doelmatig gelegen en behoorlijk ingerichte wasgelegenheid beschik
baar zijn.
2. Het aantal wasgelegenheden moet tenminste één voor elke 5 of minder
arbeiders bedragen.
3. In een bedrijf, waar 10 of meer a-beiders van beiderlei kunne werkzaam
zijn, moeten voor elke sekse afzonderlijk wasplaatsen aanwezig zijn.
4. Op elke wasplaats moet schoon water kunnen toevloeien in voldoende
hoeveelheid. Het gebruikte water moet kunnen wegvloeien.
5. Op elke wasplaats moeten zeep en handdoeken in voldoende hoeveel
heid beschikbaar zijn.
In elke goede schaftgelegenheid is een doelmatige wasruimte vereist.
TOILE»
1. Nabij een schaftlokaal of schaftgelegenheid moet voor de arbeiders ten
minste één pri/aat beschikbaar zijn.
2. Privaten moeten doelmatig zijn gelegen "en behoorlijk zijn ingericht.
3. Indien in een bedrijf leidingwater aanwezig is, moet een privaat zijn
ingericht als watercloset met waterspoeling of een daarmee gelijkwaar
dige inrichting.
4. In een bedrijf waar 10 of meer arbeiders van beiderlei kunne werkzaam
zijn, moeten voor elke sekse afzonderlijk een of meer privaten aanwezig
zijn. De toegangen mogen zich niet in elkanders nabijheid bevinden.
5. Privaten en urinoirs mogen niet in directe verbinding staan met werk
lokalen, schaftlokalen of schaftgelegenheden.
SCHAFTWAGENS
1. Indien in een onderneming in hoofdzaak niet jaarlijks weerkerende
werkzaamheden op een grondperceel worden verricht, zoals in de bos
bouw en bij cultuurtechnische werken, of indien in een onderneming
van landbouwambachten werkzaamheden op een terrein van derden
worden verricht, mag in afwijking gebruik worden gemaakt van schaft-
wagens.
GEEN WERK- OF BERGPLAATSEN
Een schaftlokaal, schaftgelegenheid of schaftwagen mag niet als werk
plaats of bergplaats worden gebruikt.
Indien twee of meer arbeiders gedurende langer dan één dag arbeid ver
richten op een plaats, gelegen op meer dan 500 m van een verblijf, moet een
behoorlijke tegen weer en wind beschutting biedende schuilgelegenheidi
beschikbaar zijn, zitplaats biedend aan alle aldaar werkzame arbeiders.
Een schaftlokaal, schaftgelegenheid, schaftwagen, schuilgelegendeid, was
gelegenheid, privaat en urinoir, nachtverblijf en de inventaris van elke in
richting of voorziening moeten zindelijk worden gehouden.