Notulen Alg. Vergadering der Z. L.M. gehouden op maandag 4 juli 1966 te 14.15 uur in „De Prins van Oranje" te Goes 6 OPENING De Algemeen Voorzitter, de heer Ir. J. Prins, opent de vergadering en heet allen van harte wel kom. In het bijzonder begroet de Voorzitter Mr. F. G. A. Huber, Burgemeester der gemeente Goes. Wij stellen het zeer op prijs, aldus de Voorzitter, dat u een deel van onze vergadering zult kunnen bijwonen en de verbondenheid van de Z.L.M. met Goes hierdoor gestalte geeft. Vervolgens spreekt de Voorzitter woorden van welkom tot de heer Mr. H. E. R. E. A. Frank, Land- bouwattaché in Frankrijk, die in deze vergadering een inleiding zal houden over de Franse landbouw politiek en de concurrentiepositie van de Franse land- en tuinbouw. Uw bereidverklaring om een inleiding op deze zomervergadering te houden heb ben we met vreugde begroet, aldus de voorzitter. Hierdoor is het ons mogelijk onze informatie over een medelid in de E.E.G. te vergroten. Vorig jaar hadden wij het genoegen om over de Duitse situatie te worden ingelicht. Wij hebben de indruk dat het vandaag om een voor ons veel belangrijker land gaat. Wij zien dan ook met zeer veel belangstelling uw inleiding tegemoet. Het doet de Voorzitter groot genoegen vervol gens de Erevoorzitter der Z.L.M., de heer Ir. M. A. Geuze te kunnen verwelkomen. Het verheugt ons allen zeer, aldus de Voorzitter, dat u na een ge dwongen rustperiode weer in ons midden bent en zij het dan vanaf een andere plaats dan u twintig jaar gewoon was in te nemen aan de besprekingen kunt deelnemen (applaus). De Voorzitter spreekt hierna woorden van wel kom tot de heren: Dr. Ir. C. W. C. van Beekom, Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkslandbouw- voorlichtingsdienst mede als vertegenwoordiger van het Ministerie van Landbouw; A. S. de Jonge, Se cretaris Kamer van Koophandel, G. S. Eshuis, Ver tegenwoordiger Grontmij; C. M. van Luijk, Distr. Bureau Arbeidsvoorziening; J. H. Meiborg, Hoofd landmeter Kadaster Bureau Herverkaveling; Ir. J. Hasenack, vertegenwoordiger Prov. Opbouworgaan, Stichting Zeeland; Vertegenwoordigers P.J.G., J. Zandee en L. A. Nobels; Ir. M. de Vink, Dir. Prov. Planologische Dienst; Drs. J. Dijkgraaf, Secretaris L.C.C.; D. J. Kardux, vertegenwoordiger N.F.O.; Ir. P. M. Felius, Secr. N.F.O. afd. Zeeland; S. de Feijter, Hoofdbestuurslid C.B.T.B.; J. A. H. Jas, Hoofdbestuurslid Hollandse Mij. van Landbouw; Ds. H. Strating, Dir. Centrum Herv. Kerk. Een bijzonder woord van welkom richt de Voor zitter ook tot Mevr. van Oeveren en Mej. v. d. Leeden, respectievelijk Presidente en Secretaresse van de Bond van Plattelandsvrouwen en tot de Ere leden der Z.L.M., Jhr. J. van Vredenburch, D. W. Lindenbergh en C. Philipse. Tenslotte verwelkomt de Voorzitter de heer Iz. de Bruijne, lid van het Dagelijks Bestuur, die ge ruime tijd wegens ziekte verhinderd was de ver gaderingen bij te wonen. Bericht van verhindering werd ontvangen van de Commissaris der Koningin, het College van Ge deputeerde Staten; Ir. C. S. Knottnerus en Mr. E. Kuijlman, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van het Kon. Ned. Landbouw Comité; Dr. J. H. Pa- tij n, Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Visserij; Ir. A. W. Luitjens en A. Korteweg, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van de Noord-Brabantse Mij. van Landbouw; Drs. K. Laansma, Directeur Provinciaal Opbouworgaan Stichting Zeeland, Mr. Dr. A. J. J. M. Mes en L. van Dijk, Ereleden der Z.L.M.J. van Wijk, Voor zitter Commissie Landbouw- en Landbouwhuis- houdonderwijs der Z.L.M.Js. Jos Voorzitter Vee houderijcommissie der Z.L.M.; C. J. v. d. Werff, Voorzitter der Verzekeringsinstellingen der Z.L.M.; Ir:.L' Bouten» Inspecteur van het Landbouwonder wijs; Mej. J. C. M. van Keulen, Inspectrice Nijver heidsonderwijs; J. Kakebeeke, Voorzitter Raad v. d. Bedrijfsontwikkeling; Mr. J. L. Nieuwenhuis, Direc teur Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland; G. de Jager, Voorzitter v. d. Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap; A. M. Geluk, P. W. C. van Westen en K. Dees, leden van het Dagelijks Bestuur; A. P. G. de Lange, O. J. H. Devos, leden van het Hoofdbestuur; Ir. D. v. d. Zaken, Ir. J. Versteeg en Ir. W. L. Harmsen, adviserende leden van het Hoofdbestuur. OPENINGSREDE ALGEMEEN VOORZITTER De openingsrede van de Algemeen Voorzitter werd in het nummer van 8 juli j.l. reeds opgenomen. NOTULEN ALGEMENE VERGADERING 9 DEC. 1965 De notulen van de algemene vergadering der Z.L.M. van 9 december 1965 worden ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. MEDEDELINGEN De Voorzitter deelt mede, dat de vergadering van het Hoofdbestuur vanmorgen de heer Mr. E. Wage heeft benoemd tot secretaris-penningmeester der Z.L.M.. De heer Wage is reeds enkele maanden in dienst van de Z.L.M. en met verschillende Uwer heeft hij reeds kennis gemaakt. Ik twijfel er niet aan, geachte vergadering, dat u als leden en be stuursleden onzer Maatschappij de heer Wage alle kans zult geven om zich te ontplooien in deze nieuwe taak die hij aanpakt. En ik wil graag ook in deze vergadering herhalen wat ik vanmorgen tot de heer Wage heb gezegd. Dat is in de eerste plaats een woord van gelukwens zowel persoonlijk als namens het Bestuur. En verder heb ik hem tot voorbeeld gegeven twee eminente voorgangers de heren Dorst en Schlingemann. En ik heb gezegd dat deze heren qua aard nogal verschillend waren, maar als hij van beiden wat zou nemen als voorbeeld, dat dan wel twee dingen zouden uitkomen. In de eerste plaats dat hij veel genoegen zou beleven aan de periode die hij hier bij de Z.L.M. ingaat, het werk bij de Z.L.M. En in de tweede plaats dat hij voor Zeeland, voor de Zeeuwse landbouw en tuinbouw en onze Z.L.M. bijzonder veel zal kunnen doen. (Applaus!!). LEDEN VAN VERDIENSTE Vervolgens doet de Voorzitter mededeling van een besluit van het Hoofdbestuur, waarbij een 29- tal leden op grond van hun 50-jarig lidmaatschap werden benoemd tot lid van verdienste der Z. L. M. (Deze lijst werd reeds in ons vorig nummer opgenomen.) De Voorzitter zou gaarne één der nieuw benoem de leden met voorrang willen behandelen. Spreker is ervan overtuigd, dat niemand deze uitzondering kwalijk zal nemen omdat het hier de nestor van een geslacht betreft waarvan de naam heel nauw met de Z.L.M. verbonden is, n.l. de heer E. C. W. A. Geuze. De Voorzitter verzoekt hierop de heer Geuze naar het podium te komen, waarna hij onder aan bieding van zijn gelukwensen de heer Geuze het insigne en de daarbij behorende oorkonde over handigt. (Applaus). Een aantal van de nieuw benoemde leden nam vervolgens het insigne en de oorkonde van de Voor zitter in ontvangst. De overige leden van verdienste zullen oorkonde en insigne toegezonden krijgen. De Voorzitter wenst de nieuw benoemde leden van verdienste van harte geluk met de onderschei ding en spreekt gaarne de hoop uit, dat zij deze nog lange tijd in goede gezondheid zullen mogen dragen. REKENING EN VERANTWOORDING 1965 De Voorzitter stelt vervolgens het verslag van de financiële commissie over het nazien van de reke ning en verantwoording over 1965 aan de orde, het welk zal worden uitgebracht door de heer J. Boon man te Oud-Vossemeer. De heer Boonman deelt aan de vergadering me de, dat de financiële commissie bestaande uit de heren: J. Boonman, Oud-Vossemeer; A. J. B. Ris- seeuw, Schoondijke en J. J. Pieper, Waarde inge volge het bepaalde in artikel 50 van de statuten der Z.L.M. de jaarrekening 1965 op 2 juni j.l. heeft nage zien en in orde bevonden. Evenals vorige jaren heeft de commissie een aan tal steekproeven genomen en de uitvoerig gespeci ficeerde jaarrekening en de balans aan een beoor deling onderworpen. De overgelegde stukken geven een duidelijk beeld van de financiële positie der Maatschappij. Het totaal der ontvangsten bedraagt 367.192,25, het totaal der uitgaven 348,030,37. Het voordelig saldo bedraagt dus 19.161,88, dit is 8.500, meer dan voor 1965 was geraamd. De commissie stelt voor van het voordelig saldo 7.500,toe te voegen aan het onderhoudsfonds Landbouwhuis, in verband met de bestaande ver bouwingsplannen. Voorts stelt zij voor 5.000,af te zonderen voor het Fonds Bijzondere Aktiviteiten en 5.000,extra af te schrijven van de post in ventaris. Het resterend voordelig saldo bedraagt dan 1.661,88. Tenslotte deelt de commissie mede kennis te hebben genomen van het rapport van de Accoun tantsdienst der Z.L.M., waaruit blijkt, dat de boek houding volledig in orde is bevonden. Mede op grond van dit rapport geeft de commissie in over weging de penningmeester voor zijn over 1965 ge voerd beheer décharge te verlenen. De Voorzitter dankt de heer Boonman voor zijn verslag en de commissie voor haar werkzaamheden. De Voorzitter geeft hierna nog een beknopte nadere toelichting op de rekening en verantwoor ding omdat deze nog het tijdvak betreft dat hij als penningmeester de directe verantwoording had. De ontvangsten waren voornamelijk door de stijging van het aantal begunstigers hoger dan de raming. Hetzelfde geldt echter ook voor de uitgaven, met name de verhoogde contributie-afdracht aan het K.N.L.C. Niettemin zijn de uitgaven in totaal binnen de raming gebleven. De post personeelskosten is eveneens binnen de begroting gebleven, hoewel dit mede een gevolg is geweest van een aantal vakatu- res op het secretariaat in 1965. NOTULEN ALGEMENE VERGADERING In ons vorig nummer plaatsten wij reeds het tweede gedeelte van de notulen van de Algemene Vergadering der Z.L. M. Door een misverstand is daarbij de mededeling weg gevallen dat ons voor het gedeelte vóór de dftddpdB ii(j ">[vj.qiuo diuL%njsivv\d dp dznvd is nu deze week opgenomen. RED. Daar niemand verder het woord verlangt en geen stemming wordt gevraagd, wordt de rekening en verantwoording ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. De vergadering betuigt haar instemming met ap plaus! RONDVRAAG De Voorzitter geeft hierna het woord aan de heer Dr. Ir. C. W. C. van Beekom, die zich als volgt tot de vergadering richt. Ik sta hier vanmiddag voor u in een wat onwennig jasje en ik ben mij ervan bewust dat dit een teleurstelling voor u in houdt. Een teleurstelling die toch wel in zoverre onschuldig mag worden, omdat degene die hier eigenlijk had moeten staan toch wel onder wat moeilijker omstandigheden op het ogenblik zijn werk of hun werk kan ik ook zeggen, verrichten. De Voorzitter heeft er al op gewezen, dat de eco nomische situatie op het ogenblik van ons land wat moeilijk is. De consequentie daarvan is, dat het bijzonder moeilijk is om de begroting voor het ko mende jaar voor te bereiden. Dit belast uiteraard de minister in het bijzonder en dat heeft ook zijn weerslag op zijn medewerkers. Daar komt nog bij dat de heer Wellen, directeur-generaal vandaag nog het internationale voorlichtingscongres in Wa- geningen moet openen, een internationaal congres waar een veertig landen aan deel nemen. De heer van Beekom gaat vervolgens in op de stand van zaken betreffende het Ontwikkelings- en Sanerings fonds. Landelijk zijn er in totaal ca. 8000 aanvra gen ingediend, waarvan uit Zeeland maar 159. Daar onder waren er enkele bijzonder goede. Beter dan die binnengekomen zijn in de eerste ronde. Deze aanvragen zijn bekeken en de Raad voor de Be drijfsontwikkeling heeft er zijn advies over gegeven. En graag was men tot toewijzing over gegaan. Maar ik moet u tot mijn spijt mededelen, aldus de heer van Beekom, dat dit nog wel even op zich zal laten wachten. Door de beperking van de overheidsuit gaven zal de toewijzing vertraagd worden. Dit zal er toe leiden dat niet op korte termijn een toewij zing en uiteraard ook niet een afwijzing verwacht kan worden. Ik zou de betrokkenen willen aanraden, om, indien het een doeltreffende zaak betreft, een zaak die op zich zelf verantwoord, rendabel en efficient is, daar rustig uitvoering aan geven in het vertrouwen dat van uitstel bepaald geen afstel zal komen! De heer van Beekom zei van mening te zijn dat de eerste jaarrede van de Voorzitter een jaarrede was, die wij in Zeeland gewend zijn; hij was grondig, zakelijk en daarmee verantwoord. Ik stel er toch prijs op dit onder de aandacht van de vergadering te brengen, omdat dit naar mijn mening goed is in een tijd dat er kritiek is op alles en iedereen, en vaak niet altijd kritiek in opbouwende zin. Dat het goed is om de aandacht er op te ves tigen dat er nog altijd vele instellingen zijn, waar onder ook onze landbouworganisaties, die passen in deze tijd. En die natuurlijk ook met de tijd moeten evalueren. Natuurlijk is er wat te verbeteren, de tijd schrijdt voort en met het voortschrijden van de tijd vragen nieuwe en andere behoeften de aandacht en moet men zich aanpassen aan de kern van de zaak. Ik wil dit nog met een klein voorbeeld illustreren. Dit is de kwestie van de hagelschade in Krabben- dijke, Waarde en omstreken. Ik heb toen gemerkt, hoe nuttig het is dat wij landbouworganisaties heb ben. Er was onmiddellijk een spil waaromheen de deskundigen worden gegroepeerd om zo doeltreffend mogelijk op te treden ten behoeve van de getroffe nen. Het was de Z.L.M. die op dinsdag al in het gebied was met enkele deskundigen om een en ander op te nemen en onmiddellijk tot de conclusie te komen dat naast een geactiveerde voorlichting meer moeSt worden gedaan. Weliswaar is de Maatschappij ook niet bij machte om dan maar een nieuwe regeling te creëren. Maar de Maatschappij heeft gezorgd door gebruik te ma ken van de bestaande regeling, de rijksgroeprege- ling voor zelfstandigen, dat een zodanige samen werking is bereikt, dat een doeltreffende en snelle uitvoering is gewaarborgd. Een goede samenwerking tussen de verschillende instanties, ministerie van landbouw, ministerie van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk en de betreffende gemeentebe sturen is zodoende bewerkstelligd. Ik zou de be-r trokkenen dringend willen aanraden om van de ge boden gelegenheid, althans wanneer zij tijdelijk door door de omstandigheden in een moeilijke financiële positie zijn komen te verkeren, gebruik daarvan te (zie verder pagina 8)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 6