I2e Fokveedag
voor Schouwen-Duiveland te Zierikzee
Zonder onderzoek geen vooruitgang
15
QP 7 juli werd op het uitstekende terrein aan de Zuidhoek te Zierikzee de 12e fokveedag voor
Sehouwen-Duiveland gehouden. De goed verzorgde catalogus vermeldde 137 stuks rundvee, 15
kalveren van de opfokwedstrijd, 35 trekpaarden, 34 geiten en 68 Texelse schapen en lammeren. Ge
durende de morgenuren konden, bij koel weer, de keuringen vlot voortgang vinden; in de namiddag
daarentegen was regen spelbreker waardoor de hoogtepunten van de dag minder goed tot zijn ivcht
zijn gekomen. Was er aanvankelijk een redelijk goed bezoek, 's middags viel dit begrijpelijkerwijs tegen.
In verband met het slechte weer werd afgezien van de uitreiking van de hoofdprijzen en werd het
défilé sterk beperkt.
Te ruim 9 uur opende de Burgemeester van Zierikzee, de heer Kastelein, de fokveedag, waarna de
keuringen een aanvang namen.
DE STIEREN
DEEDS direkt werd bij de keuring der 2-jarige
stieren een zware strijd geleverd tussen
BETJES JUWEEL (v. Jelsumer Wouter Juweel)
van L. C. Bolijn te Zierikzee en CORRIE'S AL-
BEFT (v. Broekster Albert 6) van A. J. A. Bolijn
te Ouwerkerk. De eerste is een sterk gebouwde
stier met droog beenwerk maar niet te ruim van
bouw en wat weinig flankdiepte; de tweede is een
ruim gebouwde, behangen fraai bonte stier met
edele kop maar wat week in de rug en beenwerk.
Na lang beraad verwierven beide stieren een 2e
prijs. Later op de middag werden ze resp. kam
pioen en reserve-kampioen. Gezien de goede af
stamming mag verwacht worden dat beide stieren
aan de fokkerij wel een positieve bijdrage kunnen
leveren.
In de rubriek jongere stieren werden 4 dieren
voorgebracht die met 2e en 3e prijzen werden ge
honoreerd. Vooraan kwam de AMARILLA GRE-
THA'S A.K.A. 2-zoon MARIJN van D. P. Cor-
stanje te Noordgouw e. Het is een gewoon ont
wikkelde, vrij diepe stier met niet te sterk been
werk van voldoende type.
's Namiddags werden de nieuwe aankopen van
de K.I. getoond. NIMROD (v. Jelsumer Gerard
Wouter 6 Pref. B.), is goed ontwikkeld en diep
met iets zware nek. ZONNESTEIN 24 (v. Süd-
hoekster Willem Adema Pref. 2) is op zijn leef
tijd van 16 maanden nog niet zo uitgezwaard als
zijn collega maar fraaier van lijn. Gezien de af
stamming van beide K.I.-stieren is te verwachten
dat zij aan de fokkerij een positieve bijdrage kun
nen leveren. Gaarne bevelen wij het gebruik van
beide stieren aan opdat voldoende nakomelingen
verwekt worden die gelegenheid kunnen geven de
fokwaarde van deze stieren definitief te beoor
delen.
VAARZEN
VERDEELD over 6 rubrieken werden 42 vaar
zen voorgebracht, waaraan 12 eerste, 15
tweede en 15 derde prijzen werden toegekend.
Over het geheel maakten de vaarzen niet bijzon
der veel indruk, al konden bij de eerste prijzen
diverse goede dieren worden opgemerkt, zoals
FOKJE 12 (v. Lytse Rudolf) (la) van L. M.
Moermond, Dreischor, DIK 31 (v. Rudolf Siccama)
(lb) van A. Vijverberg, Ouwerkerk, EDNA 4 (v.
Broekster Albert 6) (la) van A. J. A. Bolijn,
voornoemd. Kampioene werd later in de middag
de goedsoortige fraai bonte en goedgelijnde Ama-
rilla-dochter CISKA van C. Padmos te Eikerzee.
FOKKOEIEN
UERDEELD over 11 leeftijdsrubrieken werden
68 fokkoeien in de ring gebracht die 40 eer
ste, 26 tweede en 2 derde prijzen verwierven.
Daarnaast werden nog 5 beste produktiekoeien
voorgebracht. Als geheel maakten de koeien een
beste indruk, beter dan de vaarzen. Bij de kam
pioenskeuring, toen alle la en lb prijzen in de
ring verschenen imponeerden de koeien wel. Na
eerste schifting bleven een achttal koeien over,
waarvan de volgende 5 bij tweede schifting alsnog
moesten afvallen. Dat waren Nette 66 (v. Adema
561), een goede maar niet te grote koe van A. J.
Dalebout te Ouwerkerk; Leeuwarder 2 (v. Dokter
Lente's Verwachting) van dezelfde eigenaar, een
koe met meer formaat die even een fraaiere bouw
van de schouder kon vertonen; Jannie 27 (v. Ade
ma 540), een typische, droogstaande koe van L.
C. Bolijn te Zierikzee; Corrie (v. Broekster Albert
3) een iets enkele niet te grote doch typische koe
met best uier van A. J. A. Bolijn, Ouwerkerk en
de reeds oudere Rotterda Sikkema 89-dochter
Mina 5 van Gebr. Beije te Haamstede. Tenslotte
viel nog af Jelsumer Wimpie 185 (v. Jelsumer
Gerard Wouter) van A. J. Dalebout te Kerkwerve,
die, hoewel fraai van bouw, even krachtiger kon
zijn in de achterbenen. Over bleven tenslotte DE
KLEINE ERY 3 (v. Betje's Paul) van C. v. d. Hou
ten te Kerkwerve en JANTJE 53 (v. Broekster
Albert 3), van de Frieslandhoeve te Kerkwerve,
die resp. kampioene en reserve-kampioene wer
den. Beide zijn best ontwikkelde koeien van goed
type, waarvan de reserve-kampioene wellicht even
luxer van bouw is maar de uier achter iets is
doorgezakt. Ere-kampioene werd SNEEKER 156
(v. Adema 561) van A. J. Dalebout, de koe die
vorig jaar het kampioenschap behaalde en daar
om dit jaar voor het kampioenschap niet mocht
meedingen.
In de produktieklasse stonden 22 dieren inge
schreven, waarvan WILLEMKE 82 (v. Jelsumer
Adema Rudolf) van C. Padmos te Eikerzee het
hoogste kwam. Deze niet grote, iets schrale maar
bestsoortige koe behaalde in haar rubriek de la
prijs voor exterieur.
In de levensproduktieklassen kunnen naast de
reeds vermelde MINA 5 van Gebr. Beije worden
genoemd AAFKE 8 van C. P. Flikweert, Nieuwer-
kerk, FRIDA 5 van Wed. L. de Kok te Kerkwerve,
GRETHA 33 van Gebr. Beije en BETSIE van A.
J. A. Bolijn. Alle dieren met een goede constitutie
en goed exterieur.
Tot koe met de beste uier werd uitgeroepen de
witte, goedgelijnde koe met iets gerekte bouw
ANNEKE 44 (v. Ornea Adolf) van L. M. Moer*
mond te Dreischor. Ze had hierbij geduchte con
currentie van de reeds genoemde koeien Frida 5
van Wed. L. de Kok, Leeuwarder 2 van A. J.
Dalebout en Nette 66 van dezelfde eigenaar.
DE GROEPEN
ALS gevolg van de regen kwam de groepen-
keuring niet zo goed tot zijn recht. De Gebr.
Beije behaalden met een uniform 5-tal goed ont
wikkelde koeien met goede uiers de la prijs by
de zelfgefokte koeien; voor A. Vijverberg te
Ouwerkerk was deze eer met zijn fraai getoilet-
teerde groep vaarzen.
Bij de bedrijfsgroepen 3 stuks koeien bezette A.
J. Dalebout de eerste plaats met een uniforme
groep edele melkkoeien; de eerste plaats voor de
bedrijfsgroep van 3 vaarzen ging naar L. M. Moer
mond te Dreischor.
Bij de zelfgefokte 3-tallen was de eerste voor
de koeien van A. Vijverberg, voornoemd en voor
de vaarzen van A. J. A. Bolijn.
Voor de koeien met afstammelingen werden
tenslotte le prijzen behaald door de beide reeds
genoemde WILLEMKE 82 van C. Padmos en
LEEUWARDER 2 van A. J. Dalebout.
Aan de heer A. Vijverberg te Ouwerkerk word
een extra prijs toegekend voor het beste toilet en
voorbrengen van de dieren.
KALVERCLUB
IYE 15 deelnemers aan de kalverclub hadden
goed hun best gedaan. Mej. Janny van der
Have te Oosterland verwierf voor de derde maal
de eerste prijs en daarmede definitief de uitge
loofde wisselbeker. Van de maximaal 260 te be
halen punten kreeg ze er 238. Haar keurig getoi-
letteerde en goed voorgebrachte kalf zag er best
uit. Het was 861 gram per dag gegroeid en had ge
durende de eerste 22 weken 95 kg volle melk, 41
kg kunstmelkpoeder, 74 kg kal verbrokjes en 38
kg pulp genuttigd waarmede de voederkosten op
133 gulden kwamen. De voederkosten liepen bij
alle deelnemers, berekend over 22 weken, uiteen
van 91 tot 281 gulden. Het duurst opgefokte kalf
groeide toch slechts 672 gram per dag en het
goedkoopst opgefokte kalf 685 gram. Uit de resul
taten van 'de kalverclub blijkt dat naast een be
trekkelijk schrale opfokmethode vooral een goede
huisvesting en verzorging belangrijk zijn. Voor
alle deelnemers was een diploma beschikbaar.
De rundveefokkerij op Schouwen-Duiveland be
zit een goede kern waarop zeker kan worden
voortgebouwd. Het gebruik van hoogwaardige fok
stieren die bewezen hebben wat zij voor de fok
kerij waard zijn, dus de oudere K.I.-stieren, ver
dienen aanbeveling om tot verdere verbetering
van de melkveestapel te komen. Goed melkvee met
goede melkbaarheid biedt voor vele gemengde be
drijven in dit gebied een waardevolle peiler voor
het bestaan.
juli 1966
C. DEN ENGELSEN
(Vervolg van pag. 11)
DE LANGE WEG
IJET ontwikkelen van een nieuw ziekte- of onkruid-
bestrijdingsmiddel (toepasselijker zou de naam
plantenbeschermingsmiddel zijn!) kost zeer veel tijd.
De weg om tot een resultaat te kunnen komen is lang
en duurt van fabriekslaboratorium tot het in gebruik
nemen door de praktijk van 5 tot 7 jaren. De kansen
om iets nieuws te vinden zijn bijzonder gering. Van
de 10.000 chemische produkten die getoetst worden
bereikt slechts één de land- of tuinbouw voor toe
passing. De kosten van dit onderzoek zijn dan ook
hoog en bedragen omstreeks 10 miljoen gulden. Anders
dan bij de kunststoffen, is het nog niet mogelijk een
plantenbeschermingsmiddel ,,op recept" samen te
stellen. Geluk spreekt hier, in de vorm van steeds
maar weer proberen, de belangrijkste rol. Het is het
zoeken naar een naald in een hooiberg! Door onder
zoek wordt in het insecticide-, fungicide- en herbicide-
laboratorium der BASF te Limburgerhof een eerste
selectie op de middelen toegepast. Verder onderzoekt
men onder meer de biologische werking. Lijkt een en
ander bevredigend dan kan als proef het middel op
de proefvelden buiten worden ingezet. Daarnaast wor
den verdere onderzoekingen verricht zoals de opname
van het middel in plant en bodem, de afbraak ervan,
en de inwerking op de verschillende (ook nuttige)
insekten enz. Het betreft door de gebruikte lage con
centratie onvoorstelbaar kleine hoeveelheden van de
werkzame stoffen die gezocht en indien aanwezig te
ruggevonden moeten worden. Eveneens wordt de in
vloed van het middel op warmbloedige dieren en vis
sen nagegaan om eventuele nadelige gevolgen voor
mens of dier te achterhalen.
Heeft het deze weg met succes afgelegd dan volgt
toepassing in de praktijk op de 10 landbouwproef-
bedrijven der BASF, verspreid in Duitsland gelegen.
Voldoen ook daar de resultaten van het geteste mid
del aan de verwachtingen dan volgt de aanvraag tot
goedkeuring (voor Nederland door de Plantenziekte-
kundige Dienst te Wageningen). Ook deze Dienst ver
richt het nodige onderzoek voordat het middel kan
worden vrijgegeven. Eerst dan komt het nieuwe
produkt op de markt en moet het oordeel erover van
de praktische boer of tuinder afgewacht worden,
en beginnen de resultaten van de onderzoekingen
commerciële vruchten af te werpen.
DE „LIMBURGERHOF"
„Zonder onderzoek geen vooruitgang". De onder
zoekers van de BASF beschikken op het landbouw
proefstation „Limburgerhof" over praktisch alle fa
cetten van het landbouwbedrijfsleven om hun onder
zoekingen te kunnen doen. Akkerbouw, grasland,
boomgaarden, kassen, groenteteelten zijn de voor
naamste hiervan. Bemestings- en bodemverbeterings-
maatregelen, cultuur- en bewerkingsmethoden, de be
strijdingsmiddelen enz. worden hier beproefd. Ook bij
voorbeeld de werking van groeistoffen, de toepassing
van verpakkingsmaterialen enz.
De mogelijkheden die de chemie biedt zijn enorm
groot, maar kunnen alleen door intensief research- en
ontwikkelingswerk voor de praktijk beschikbaar
komen. Dat de BASF van het belang hiervan over
tuigd is blijkt wel uit de zeer grote bedraaen die hier
voor uitgegeven worden. In 1965: 150 miljoen gulden
aan kosten voor onderzoek en 45 miljoen aan investe
ringen.
BUITENLANDSE VESTIGINGEN
De BASF gaat meer en meer over tot de stichting
van bedrijven buiten Ludwigshafen, zowel in Duits
land als in het buitenland. Reeds 'n 1953 stichtte dc
BAS1 in samenwerking met de Deutsche Shell AG
de Rheinische Olefinwerke GmbH (ROW), die thans
tot de grootste polyethyleenproducenten ter wereld
behoort. Ook bij Marseille wordt tezamen met Shell
een polyethyleenfabriek gebouwd. Tezamen met de
Ver. Kunstmest Fabrieken bouwt de BASF in Rot
terdam/Pernis een grote ammoniakfabriek, die in 1967
in gebruik wordt genomen. Volgend jaar worden in
het havengebied van Antwerpen, waar de BASF over
een fabrieksterrein van 4 km2 beschikt, installaties
voor de vervaardiging van voorprodukten voor syn
thetische vezels in gebruik genomen. In Zuid-Duits-
land is onlangs een nieuwe geluidsbandfabriek in ge
bruik genomen. Voorts neemt de BASF deel in onder
nemingen in de Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië,
Mexico, Spanje, Frankrijk, India, JaDan en Australië.
Ook vindt samenwerking plaats met andere chemi
sche industrieën.
Zo wordt het onkruidbestrijdingsmiddel Prefix door
de BASF op de Duitse markt gebracht evenals Avadex
van het Amerikaanse concern Monsanto Chem) tl Co
cn Cycocel van de American Cyananrnd. Comp.