Twee artikelen en ons commentaar Ons commentaar De zaaizaadvoorziening Onze kwaliteit zaaizaad dit voorjaar NIEUWE INHULFABRIEK IN NORFOLK (uit: „Farmer and Stockbreeder", maart 1966) Het inhullen van suikerbietenzaad. tot dusverre in de Verenigde Staten gedaan, kan van deze herfst af, gedaan worden in een fabriek, die gebouwd wordt in King's Lynn, Norfolk, door Germain's (U.K.) Ltd., een filiaal van Germain's Inc. Los Angeles, Californië. De Amerikaanse onderneming ontwikkelde het Filcoat inhulprocédé 12 jaar geleden en gedurende de laatste 4 jaar heeft zij zaad ingehuld, dat de British Sugar Corporation naar Los Angeles stuur de. Daarnaast worden ook groente- en bloemzaden ingehuld voor handelaren in Engeland en op het Europese vasteland. De nieuwe fabriek wordt gevestigd op Hardwich Industrial Estate en zal een oppervlakte hebben van circa 700 m2. De inhulinstallatie komt uit de V.S. Mr. Richard D. Reid, die in februari 1966 uit Los Angeles kwam om directeur te worden van de Engelse fabriek, vertelde dat hij in september de fabriek in bedrijf hoopt te hebben, zodat er voldoende ingehuld zaad gemaakt kan worden voor de campagne 1967. De fabriek zal zich voornamelijk toeleggen op het inhullen van suikerbietenzaad. De produktiecapaciteit is zodanig, dat er nu reeds rekening is gehouden met de te verwachten vergrote vraag in de toekomst naar deze zaadsoort. Ingehuld zaad heeft een vaste afmeting, onafhankelijk van ras, afmeting en vorm van het „naakte" zaad. Het grote voordeel is dat het zich gemakkelijk laat verzaaien met precisiezaaimachines waar door de kosten van het voorjaarswerk nog verder worden gedrukt. INGEHULD ZAAD (uit: „De Suikerbiet", februari 1966) ingehuld zaad of, wat beter in het gehoor schijnt te liggen, pillen- zaad, is een produkt dat hier en daar in de wereld, niet altijd om begrijpelijke redenen, de belangstelling van de bietentelers heeft. Ook in ons land is er wel enige, zij het tot nu toe beperkte, be langstelling voor. Daarom is de ervaring met dit materiaal ook nog zeer beperkt. Het is niet helemaal duidelijk of en onder welke om standigheden het inhullen een gunstige of ongunstige invloed heeft op de opkomst. De ervaringen zijn nogal uiteenlopend en de kwaliteit van het „kernmateriaal" mede bepalend. De belangstelling in ons land berust voornamelijk op de gecon stateerde of vermeende hogere éénkiemigheid van het materiaal. Voor bepaalde partijen is dat ook wel juist. Het is alleen de vraag of het arbeidstechnisch en voor het ogenblik, gezien de gevolgde werkwijze, van belang is of de éénkiemigheid in plaats van 80 zoals bij „normaal" precisiezaad, 90 bedraagt bij pillenzaad. Het is verder de vraag in hoeverre een lichte verbetering van de verdeling van het zaad arbeidstechnische voordelen brengt. Tegenover eventuele moeilijkheden bij de opkomst staan dus over het algemeen geen duidelijk aanwijsbaar voordelen van éénkiemig heid en verdeling. Het enige voordeel zou dus kunnen zijn dat materiaal wat „naakt" niet verzaaibaar zou zijn door inhullen ver zaaibaar gemaakt kan worden. Voorzover het hier te lande gebruikte ingehulde zaad in Frankrijk vervaardigd wordt, is er een combinatie van kwik en heptachloor aan toegevoegd. In geval men, op grond van ervaring met het op treden van vreterij, een ander insectenbestrijdingsmiddel zou willen toepassen is het niet mogelijk dit middel via het zaad toe te dienen. In die gevallen zal dus moeten worden overgegaan tot grondbe- handeling. Hiernaast drukten wij twee artikelen af die het ,,pillenprobleem" raken, het ene uit „Farmer and Stockbreeder" van maart 1966, het andere uit „De Suikerbiet" van februari 1966. Ervaringen Onze ervaringen met ingehuld zaad zijn zonder meer goed. Onze cliënten zijn er meer dan tevreden over en er zijn telers die niet anders meer willen hebben. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat een Amerikaanse onderneming een contract zou krijgen van de grote British Sugar Corporation en een fabriek in Engeland vestigt, als de algemene ervaringen niet goed zouden zijn. Wij zijn het met het I.R.S. eens, dat minderwaardig zaad niet goed kan worden door het in te hullen, maar het negativisme in het commentaar op pillenzaad kan ons niet bekoren. Wij voorzien in de toekomst een overgang naar genetisch één- kiemig zaad dat ten dele in pillenvorm gebruikt zal worden, omdat de verzaaibaarheid dan zeer goed genoemd kan worden. Daarom achten wij het van groot belang dat de praktijk op ruimere schaal het precisiezaad in pillenvorm gaat toepassen om hiermede ervaring op te doen. De resultaten van het dit voorjaar uitgezaaide pillen zaad POLYRAVE en TRIRAVE bevestigen deze ontwikkeling. Moch ten de machinefabrieken voor het verzaaien van genetisch één- kiemig zaad tijdig een goede oplossing hebben gevonden dan blijft het gebruik van pillenzaad interessant om het aantal zaadtypen beperkt te houden. Laat iedere teler eens pillenzaad proberen. Zijn praktijkervaringen lijken ons belangrijker dan schrijftafelgetheoretiseer. In „Berichten voor Bietentelers" van de suikerfabriek Puttershoek van 14 april 1966 wordt kritiek geleverd op de zaaizaadvoorziening zoals die dit voorjaar is geweest. Hoewel de toestand verre van bevredigend was, doordat enkele zaadfirma's moeilijkheden hadden met het klaarmaken van precisie zaad dat aan de normen voldeed en hierdoor een groot aantal complicaties ontstond, geloven wij dat Puttershoek op enkele punten niet helemaal gelijk heeft. Er wordt gesteld, dat de bestellingen vroeg geplaatst werden. Maar wat is vroeg? Eind januari is een tijdstip dat voor zaadfirma's veel te laat is. Indien men in oktober weet waar men aan toe is, dan heeft men de tijd die hoeveelheden aan te maken, die aan alle eisen voldoen. Een bestelling in januari betekent haastwerk en dit is zelden in orde. Wij hopen van harte, dat voor het komende seizoen de zaaizaad voorziening in orde zal zijn, maar als bv. 80 van de orders in het najaar geplaatst wordt, zal de zaaizaadvoorziening o.i. heel wat soepeler kunnen verlopen. Wij kunnen momenteel te velde goed zien welke invloed een goede kiemkracht heeft op de stand van het gewas. Door de vele regen in maart en april en daarna de perioden van droogte, is hier en daar veel schade berokkend. Percelen, die uitgezaaid zijn met zaad van goede kiemkracht hebben toch nog een goede stand, maar als de kiemkracht te wensen overliet, zijn er nogal wat misplaatsen. Van der Have leverde een zeer goede kwaliteit Kiemkracht Éénkiemigheid Trirave-precisie 87% 70% Trirave-pillen 85% 85% Polyrave-precisie 83% 70% Polyrave-pillen 80% 80% Deze cijfers zijn mede van invloed op het welslagen van de suikerbietenteelt. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 14