p
ip||f p?i
l i IÉ IMI 4J 4
Hoofdbestuur Z. L. M. vergaderde
OPENINGSREDE
VRIJDAG 8 JULI 1966
54e Jaargang No. 2888
lif IÉ il 4t
ififi
ill
..Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land en Tuinbouw en Veeteelt iri Zeeland
van de Algemeen Voorzitter ir. J. Prins
op de Algemene Vergadering der Z. L. M.
gehouden op maandagmiddag 4 juli
Frank'-ring bij abonneer' Terneuzen
fAARNE wil ik, aldus de voorzitter ir. J. Prins, na het uit-
spreken van zijn welkomstwoorden bij de aanvang der
vergadering, uw aandacht vragen voor enkele kanttekeningen
bij een aantal actuele kwesties, die voor ons als agrarisch be
drijfsleven, hetzij direct, hetzij indirect van betekenis zijn.
Wanneer wij ons in de eerste plaats bepalen tot de bedrijfs
omstandigheden. waaronder de Nederlandse boer en tuinder de
afgelopen periode heeft moeten werken, dan kan gezegd worden
dat deze gekenmerkt waren door verschillende extreme situaties.
Na de wateroverlast, die vorig jaar een groot aantal bedrijfs-
genoten in ons land trof, voltrok zich de calamiteit van het mond
en klauwzeer onder de Nederlandse veestapel. Deze veeziekte
bracht grote schade toe (er is sprake van vele honderden mil
joenen) aan verschillende sectoren van onze agrarische bedrijfs
tak en betekende een verzwakking van onze algemeen er
kend niet sterker wordende handelsbalans.
Het voorjaar was wisselvallig en over het algemeen laat tot zeer
laat. Vroeg waren de hagelbuien, die op 22 mei reeds, een in ons
gewest niet gekende schade van miljoenen toebracht aan fruit
en landbouwgewassen in het gebied Krabbendijke-Waarde en
ook in Zeeuws-Vlaanderen.
Extreme situaties schijnen evenwel in ons Nederlands bestel
te gaan thuishoren. Welk een verschil evenwel tussen al deze
extremitëiten. Hier geeft het geen aanleiding tot ongerustheid
over vaak niet te definiëren ontevredenheid en/of welvaartsbijver
schijnselen, maar tot ongerustheid over de buitengewone pro
blemen, waarvoor over het algemeen kundige ondernemers op
goedgeleide bedrijven komen te staan.
Welk een verschil ook tussen de wapenstok en het steuntje in
de rug wat hier nodig is.
WISSEL OP KOMENDE ONTSLUITING
\A/AT in onze provincie in belangrijke mate de aandacht
V trekt, zijn de gevolgen van de toenemende ontsluiting.
Dat de toerist en meer nog de industriële ondernemingen, die
naar Zeeland komen, een wissel trekken op de komende ontslui
ting lijkt ons niet onwaarschijnlijk. Moeilijk is het tenminste aan
te nemen, dat zij Rijksweg 58 en de flessenhals bij Barendrecht
niet als grote en snel groter wordende problemen zien.
De gevolgen van de ontwikkelingen evenwel zijn er voor de
gehele provincie niet minder om.
De toerist kómt ook al is de accomodatie en/of infrastructuur
niet volledig zolang er nog plaats is op het strand en op het
water. En wat dit laatste betreft heeft ons gewest in de toekomst
alleen nog maar méér te bieden.
Ten aanzien van ons standpunt ten opzichte van deze recreatie
is, dachten wij, nog weinig achterhaald van wat de Z. L. M. enige
jaren geleden in een rapport samenvatte.
Landbouw en recreatie verstaan elkaar op vele punten goed
en wij hebben slechts ten aanzien van één punt, de dijkrecreatie,
conflictstof van omvang kunnen ontdekken. De dijkrecreatie
vraagt, zowel uit het oogpunt van veiligheid alsook om het feit,
dat hier en daar deze vorm van recreatie erg uit de hand gaat
lopen, iets wat gemeenten en waterschappen veel zorgen baart,
een goed regelend optreden.
Wij blijven pleiten voor in planologisch opzicht ruimere moge
lijkheden voor het bieden en/of scheppen van accomodatie vanuit
de agrarische sector, uiteraard voor hen die dat wensen.
Wij moeten ons wel erg vergissen wanneer, wat deze
opvatting omtrent deze ruimere mogelijkheden betreft, de
toekomst ons niet in het gelijk zal stellen. In de sterke
groei van de vraag naar accomodatie zien wij geen af
neming.
NIEUWE TAAK Z. L. M. - RECREATIEBELANGENBEHARTIGING
I N onze organisatie merken we de ontwikkeling op dit ge-
bied wel degelijk. Meerdere leden of hun zoons zijn werk
zaam in de recreatieve sector of overwegen een onderneming in
deze sector te beginnen. Door het secretariaat en onze instel
lingen worden diensten verricht ook voor deze leden, die niet
meer alleen in de agrarische sector werkzaam zijn. Dit is logisch
en kan ook zeker worden voortgezet, omdat een groot aantal
kwesties in dit soort onderneming gelijk gericht zijn met die in
land- of tuinbouwonderneming.
Negenentwintig leden werden maandag 4 juli wegens hun 50-jarig lidmaatschap van de
Zeeuwse Landbouw Maatschappij door het Hoofdbestuur tot Leden van Verdienste
benoemd, 's Middags, op de Algemene Vergadering, werd met voorrang aan de nestor van
een geslacht dat nauw met de Z. L. M. verbonden is, de heer E. C. W. A. Geuze te Poort
vliet, door de Algemeen Voorzitter ir. J. Prins onder applaus van de vergadering het
Z. L. M.-insigne met oorkonde overhandigd. Van de nieuw benoemde Leden van Ver
dienste was ook de heer S. Kodde te St. Laurens aanwezig, die op de foto de geluk
wensen hiervoor van de algemeen voorzitter in ontvangst neemt.
JN de op 4 juli j.l. in de Prins van Oranje te Goes gehouden Hoofdbestuursvergade
ring van de Z. L. M. wees in zijn openingswoord de algemeen voorzitter Ir. J.
Prins onder meer op de voor ons land ongunstige economische situatie. Hij merkte
op, dat dë door de regering afgekondigde bestedingsstop opgepast moet worden dat
de nadelige invloed op de concurrentiepositie van de luchtverontreiniging in onze pro-
Juist nieuwe initiatieven van de overheid ter versterking van onze positie in E. E. G -
verband zijn zeer noodzakelijk. T.a.v. besprekingen, die door de Z. L M. gevoerd
zijn om te komen tot een regeling voor de getroffenen in het hagelschadegebied in
Zeeland, deelde de voorzitter mede, dat als resultaat van het tot nog toe gevoerde over
leg aan de betrokkenen een circulaire is gezonden, waarin enige mogelijkheden voor
het opvangen van de moeilijkheden worden genoemd. De voorzitter gaf voorts een
overzicht van de stappen die t.a.v. de kwestie van de luchtverontreinignig in onze pro
vincie zijn gedaan. Over het punt onderWijs kon de voorzitter mededelen, dat toestem
ming is verkregen om binnen afzienbare tijd te beginnen met de nieuwbouw van de
Landbouwhuishoudschool in Terneuzen.
Naar aanleiding van de ontwikkeling van een enkele andere school en mede gezien
de normen die in het kader van de zg. Mammoetwet worden gesteld, wees de voorzitter
erop dat nader beraad over het behoud van instellingen van voortgezet onderwijs voor
(Zie verder pagina 3)
(Zie verder pagina 3.)