(XIII)
en
in
Zeeland
Deze onderdelen waren afkomstig van de door hem
voor afbraak gekochte woning van de buitenplaats
„Rozegaerd" te Noordgouwe. Deze bezitting, oor
spronkelijk toebehorend aan de familie Ockerse (van
1700—1811) was in laatstgenoemd jaar verkocht aan
de Zierikzeese koopman Comelis Cats. De buiten
plaats bestond aanvankelijk uit een groot woonhuis
met tuinmanswoning, schuren, tuinen, bos, vijvers,
enz. en werd in 1854 verkocht en daarna als land
bouwbedrijf ingericht.
Pieter Goemans dus bracht de genoemde bouw
onderdelen over naar de hoeve „Goemanszorg" en
zeker hebben we het ook aan zijn gevoel voor sfeer en
stijl te danken dat bij het huis en in de tuin enkele
18e eeuwse zware hardstenen piëdestals zijn neer
gezet die eveneens van „Rozegaerd" afkomstig kun
nen zijn.
DE BEWONERS
EEN eerste gegeven omtrent de eigenaars van de
hofstede dateert uit 1630 en is te vinden in de
veldboeken van de polder Dreischor.
Als eigenaar-bewoner staat dan aangegeven Michiel
Willemsz. van wie verder niets bekend is.
Een volgende eigenaar is Dingeman Sorge (in die
tijd ook geschreven „Sorghe"), die in 1644 de hoeve
verpacht heeft aan Hendrik Cornelisz. In 1651 is Din
geman Sorge reeds overleden en zijn weduwe bewoont
en beheert dan het bedrijf voor onbekende tijd zelf.
Omstreeks die jaren, n.l. in 1652 en 1654 vinden we
dat een Corns. Sorghe in het huwelijk treedt, eerst
met Maetje Daniëls en daarna, als weduwnaar met
Lijsbeth Jans. Mogelijk is deze Cornelis een broer of
zoon van Dingeman, doch zekerheid daaromtrent heb
ben we niet kunnen verkrijgen.
Zoals niet zelden het geval is, ontbreken ook hier
en toe één of meer schakels in de reeks van feiten.
Zo duurt het nó 1651 tot 1686 voor we omtrent de
eigendom weer iets vernemen. In laatstgenoemd jaar
is het Job Noorthouck, die als eigenaar te boek staat.
Hi schijnt een vrij belangrijk man in Dreischor te zijn
geweest. We ontmoeten hem in 1679 als schout en
ook in 1690 staat hij nog als zodanig vermeld. Zijn
pachter was Willem Jacobs Bakker, die op 3 juni 1710
overleed. Diens weduwe, Jannetje Jans komen we in
1715 nog tegen wanneer ze afstand doet van 1 gemet
er 195 roeden korenland.
Hoelang Noorthouck de hofstede bezat of wanneer
hii overleed is ons niet bekend. Dat kan omstreeks
1690 of iets later zijn geweest. Daar de veldboeken
van 1693, 1700 en 1707 zoals bekend werden ze
or._ de 7 jaar opnieuw samengesteld ontbreken,
zijr over deze periode de nodige gegevens niet aan
wezig en eerst in 1714 begint een onafgebroken over
zicht tot in de 20e eeuw.
Vermoedelijk reeds vóór 1714 is Corns. Cloote de
eigenaar van de hoeve en deze wordt ook door hem
zelf bewoond. In 1714 is hij dus eigenaar en baander
met resp. 20 en 35 gemeten. Hij werd geboren in april
1664 als zoon van Abraham Cloote en Arina Jacobs
en overleed te Dreischor begin 1721.
Op 5 september 1696 trouwde hij met Cornelia Her-
manse van Blooïs, die in februari 1880 te Dreischor
was geboren als dochter van Herman Pranckesse
(schepen van 16891701) en Levina Corn.d. de Jonge.
Na overlijden van Corn. Cloote in 1721 zet zijn
vrouw het bedrijf zelf nog geruime tijd voort en in
1728 is daarin nog geen verandering gekomen. Vijf
jaar later, in juli 1733, lezen we dat uit de „geaban
donneerde" boedel van de weduwe (die toen 37 jaar
oud was) de boerderij met landerijen werd verkocht.
Waarschijnlijk heeft zij dus niet zo best geboerd,
schulden gemaakt en het bedrijf moeten prijsgeven.
Eigenaar werd toen Hendricus van Alphen te Zie
rikzee. Hij verkreeg huis, schuur, bakkeet (zomer
huis) en wagenhuis met 1 gemet 293 roeden grond
voor 137,ook nog 1 gemet 88 roeden „coornlant"
voor 15,10, verder 4 gemet 181 roeden, 1 gemet 245
roeden en 250 roeden (voor £31.5,tezamen) en nog
2 gemet 185 roeden voor 20,alles liggende in de
Kleine Moolblok. Ook werd nog verkocht aan Joh. de
Rijke in totaal 5 gemet \i2V2 roeden coornlant voor
£26.15,—.
Henricus van Alphen was een gefortuneerd man en
van 17121748 bekleedde hij tal van belangrijke func
ties in Zierikzee. Zo was hij o.a. meerdere malen bur
gemeester, verder keurmeester der meekrap, thesau
rier, pensionaris, ontvanger der rentieren in Zeeland,
weesmeester, ontvanger der gemene middelen, kolonel
der schutterij en kerkmeester.
Van Alphen was geboren in febr. 1689, trouwde op
3 juli 1726 met Anna Maria den Blaauwen en hij over
leed op 26 juni 1748. In zijn tijd waren veel gegoede
Zierikzeese burgers eigenaar van hofsteden en lan
derijen in Dreischor en in zeker jaar waren van de 46
ingelanden er 18 woonachtig in Zierikzee.
Toen Henricus van Alphen in 1748 overleed bleef
zijn weduwe achter en tot haar dood cp 30 juni 1760
in het bezit van de hofstede. Deze ging toen over in
handen van hun dochter Maria Adriana van Alphen,
die op 3 aug. 1756 gehuwd was met Mr. Jan Cornelis
van den Broeck, schepen en raad der stad Zierikzee.
Zij verkocht de hoeve in 1761, doch voor we ons tot
de nieuwe eigenaar wenden, nog even terug naar de
pachters van Van Alphen.
Aanvankelijk beheerde hij de zaak zelf, doch in 1742
wordt Klaas Dankerse als pachter genoemd. Deze is
tussen dat jaar en 1749 overleden en zijn weduwe be
houdt de pacht nog enkele jaren tot we in 1756 Lieven
Dankerse, de zoon van Klaas, als pachter aantreffen.
Hij was gehuwd met Lijntje Marinusse Boogert, die
na hem overleed op 28 febr. 1796.
Lang tevoren was de boerderij al verkocht, n.l. in
1761 aan Adriaan Speijer. Deze werd ook eigenaar van
diverse percelen bouw- en weiland, in totaal 9 gemet
69 roeden. Hij had ook in 1756 en 1758 gronden aan
gekocht en in 1762 wordt hij genoemd als gezworene
van de polder Dreischor.
met Jacomijntie de Beid, op 16 juli 1812 cverlesi
Zijn zoon Jan Speijer trad op 26 oktober 1734 Sl
het huwelijk met Maria Lievense Dankers, een doch
ter van de pachter van de hoeve omstreeks 1750—
1763.
Een andere zoon Pieter Speijer, gehuwd op 18 april
1800 met Maria Rotte uit Noordgouwe, volgde zijn
moeder als eigenaar van de boerderij op en bewoonde
deze als zodanig van 18101815.
HEI GESLACHT GOEMANS ALS EIGENAAR
Na Pieter Speijer komt in 1815 dan de hofstede in
het bezit van Jan Goemans en krijgt van hem of van
zijn erfgenamen de naam „Goemanszorg".
De familie Goemans (destijds geschreven Goedmans)
is afkomstig uit Thielt in België. Zij kwamen als zoge
naamde „poep" (scheldnaam voor seizoenmaaiers,
e.d.) werken op Schouwen en van hen was het Jan
Anthonisse Goedmans, die zich omstreeks 1740 te
Dreischor vestigde.
Zijn zoon Pieter, geboren te Dreischor op 31 maart
1754 was landbouwer en had het in de gemeente tot
een man van aanzien gebracht. Hij was diaken, heve-
naar, schepen, keurmeester van de meekrap en ont
vanger-griffier van de polder.
Van hem is een getekend silhouet uit 1810 in een
kleine ovale eikenhouten lijst (zie foto) nog in de huis
kamer van de boerderij aanwezig.
Hij trouwde op 16 april 1784 met Maria Matthijsse
Schietekatte.
Zijn zoon Jan Goemans, hiervoren reeds genoemd,
kwam dus als eerste van de familie in 1815 op de boer
derij. Hij was geboren te Dreischor op 4 okt. 1787 en
overleed daar op 31 okt. 1868. Op 8 mei 1816 was hij
getrouwd met Cornelia Berman, geboren te Dreisonr r
op 8 maart 1793 en aldaar overleden op 2 maart 1882.
Ook diens zoon, Pieter Goemans, geboren 21 april
1825, kwam op de boerderij en wel in 1850. Hij was
mm
Aan de 11
achtergevel
zijn de
hoge raampjes
die van de
opkamer
de twee
onderste
zijn
kelderramen
In 1770 is Speijer nog steeds eigenaar en baander,
doch in 1777 zou dat Hermannus Farrée, predikant te
Dreischor, zijn. Deze werd op 27 febr. 1756 aldaar be
roepen. Hij was geboren te Groningen en trouwde met
Johanna Maria Bosheijden uit Brouwershaven.
We vonden als zijn sterfdatum 9 mei 1775, dus werd
hi' nog geen vijftig jaar, een weduwe, doch geen kin
deren nalatend.
Mogelijk was het veldboek van 1777 niet helemaal
bij, want dan zou de boerderij niet op Farrée's naam,
doch op die van de weduwe hebben moeten staan. De
predikant heeft de hoeve zelf beheerd, mogelijk met
behulp van een bedrijfsleider, doch heeft dus slechts
weinige jaren van zijn bezitting kunnen genieten.
Na zijn dood ging de hoeve over in handen van
Willem Kloote Johannesz., kleinzoon van Corns.
Cloote, die van ca. 1710 tot 1721 eigenaar was (zie
hiervoor). Willem Kloote was in 1744 te Dreischor
geboren en trad op 27 mei 1773 in het huwelijk met
Johanna Rotte. Hij bewoonde voor en na 1783 de
boerderij, overleed op 29 dec 1798 en liet een hof
stede (niet de hier beschrevene) na met 93 gemeten
k.nd, ter waarde van 1671.
Zijn vrouw overleefde hem nog een aantal jaren
en overleed te Dreischor op 29 dec. 1813.
In 1791 staat de hoeve op naam van Leendtït
Speijer's Wed. Speijer had het bedrijf dus al eerder
verkregen maar was intussen overleden. Hij was ge
boren omstreeks 12 nov. 1727 als zoon van Matthijs
Speijer en Catelijntje Oole en trouwde te Dreischor
op li febr. 1846 getrouwd met Lena de Vrieze, ge
boren 1 dec. 1824 te Dreischor en door zijn toedoet
kreeg dus de voorgevel van 't woonhuis 'n fraaier aan
zien. zoals we in de aanvang reeds hebben bericht.
Pieter Goemans was gezworene van de polder. Hij
overleed op 2 sept. 1898, zijn vrouw op 25 april 1909.
Opnieuw werd de draad opgenomen door een zoon
en wel door Adriaan Pieter Goemans, geboren 10 jan.
1865. Hij trad in het huwelijk met Helena Maria Goe
mans van Dreischor.
Ook hij nam als gezworene deel aan het bestuur
van de Polder Dreischor in verschillende jaren, o.a.
ir 1906, 1911 en 1912.
Op 9 sept. 1949 overleed hij te Noordgouwe, zijn
echtgenote volgde hem op 15 aug. 1950.
Thans wonen op „Goemanszorg" de heer P. C.
Barendregt en echtgenote (geboren Goemans) reeds
meer dan 20 jaren, De zorg, die in de naam van de
boerderij tot uitdrukking komt, hebben zij zeker voor
een deel besteed aan het uiterlijk van vooral het keu
rig onderhouden woonhuis en de royale tuin, samen
een goed bewaard sieraad van het dorp Dreischor
vormend.
De huidige bewoners zijn we dank verschuldigd
voor hun vriendelijke medewerking, terwijl we even
eens zeer erkentelijk zijn voor de vele gegevens ons
terzake verschaft door de heer P. J. van Langeraad,
eerder landbouwer te Dreischor, thans wonend te
Scnuddebeurs.
Goes, juni 1966.
W. E. P. VAN YSSELDIJK.