Trekken van vlas eist inzicht en overleg Voorkom muizenvuil in in Karwijzaad! 11 De consulent voor de handelsgewasseu, Ir. J. C. FRIEDERICH. I—IET zeer wisselende en ab normale weersverloop heeft ertoe geleid, dat het zaaien van vlas dit jaar van medio maart tot medio mei heeft plaatsgevonden, waardoor de ontwikkeling van het gewas van perceel tot perceel zeer sterk uiteen loopt. Straks, bij het aanbreken van de vlastrekperiode, zal men met deze verschillen terdege rekening dienen te houden. Uit de praktijkervaring is immers al te goed bekend, dat te vroeg getrokken vlas spoedig kans op broei en schimmel geeft, vooral indien nog een hoog opgegroeide klaver als ondervrucht aanwezig is, terwijl bij ongunstige weersomstan digheden na het trekken het vlas snel zwart opkleurt. Bovendien gaat het te vroeg trekken ten koste van op brengst en kwaliteit, en naar kwali teitsvlas bestaat meer dan andere jaren een zeer grote vraag. Het is dus zaak om alvorens tot trekken over te gaan, de volgende punten nauw keurig in acht te nemen. KIJK NIET NAAR „BUURMAN" HET vlas moet minstens voor de helft tot twee derde zijn opgeschoond en een geel-groene kleur hebben, dus oogstrijp zijn. Men late zich niet tot trekken verleiden indien de buurman hiermee reeds een begin maakt. Voorts dient men met de werkverdeling tevoren hiermede rekening te hou den, vooral omdat vele percelen eerst medio augus tus getrokken kunnen worden en dus met de oogst van andere gewassen zullen samenvallen. Zowel het trekken, het hokken als het schelven van vlas dienen op een gegeven moment voor te gaan, aan gezien het vlas nu eenmaal een „tere juffer" is en zeer gevoelig is voor een juiste behandeling op het juiste tijdstip. Het is ook mogelijk, dat het vlas als gevolg van sterke legering, aantasting door Botrytis, roest of zwartstip wat bij laat gezaaide Wiera-percelen zeker niet denkbeeldig is vroeg getrokken moet worden. Het maken van kleine bossen, teneinde broei in de schoof te voorkomen, is dan een eerste vereiste. PLEEG TEVOREN OVERLEG INDIEN men niet zelf trekt maar dit aan een loonwerker overlaat, dient men in gezamenlijk overleg het perceel te bekijken en de loontrekker hiervan tijdig in kennis te stellen. Het kleinere vlasareaal dit jaar en het beschikbare machine park maken het niet nodig om hierbij overhaast te werk te gaan. Een hoge ondervrucht, veel on kruid (veel riet), gelegerd vlas en een ongelijk perceel vereisen nu eenmaal een andere instelling van de torpedo's dan een mooi uniform en recht staand gewas. Voorts dient men de vorm van het perceel na te gaan en de richting waarin het vlas eventueel ge legerd is, om de rijrichting te bepalen. Het voor deligste is n.l. indien men bij het trekken rond kan rijden en niet behoeft te keren. Zo nodig kan men beter een „lus" draaien. Een voorplukker ge bruikt men slechts met voordeel voor het kanten plukken en het plukken van geertips en afgelegen hoeken van het perceel. DE WIJZE VAN TREKKEN a. Vaak begint men te vroeg met trekken of gaat 's avonds te lang door, waarbij het vlas vochtig is en de trekriemen gaan slippen. Vooral bij hoog opgegroeide klavers, veel onkruid of een zwaar gewas blijft het vlas lang vochtig. b. De trekriemen dienen goed te zijn afgesteld. Te strak gespannen riemen beschadigen de stengel, vooral indien het vlas nog niet is uitge rijpt en te slap gespannen riemen laten te veel vlas staan. c. De binder moet goed zijn afgesteld om goede en regelmatige schoven te verkrijgen. Bij een onjuiste afstelling krijgt men opstoppingen en slordige bossen, werkt het uitwerpmechanisme niet goed en blijven de schoven aan elkaar han gen. Dit vereist de nodige zorg en technisch in zicht en het verdient aanbeveling in het begin met de machine mee te lopen om het werk te controleren. De banden dienen voorts op de juiste hoogte te worden aangebracht. Een te lage band bevordert het inregenen, een te hóge band veroorzaakt het aan elkaar blijven haken van de schoven, en een te strakke band belem mert het drogen. DE RIJSNELHEID DIT is wel één van de moeilijkste punten en vormt nogal eens een punt van discussie tus sen teler en trekker. De rijsnelheid moet in over eenstemming zijn met de treksnelheid, de capaci teit van de binder en de standdichtheid van het gewas. Dit houdt doorgaans in dat men langzamer moet rijden dan men in de praktijk gewend is. Dit bevordert de gelijkheid van de voet van de schoof, de uniformiteit van de schoof en in het algemeen de kwaliteit van het werk. Elk perceel vereist zijn eigen rijsnelheid en af stelling van de machine en terecht zegt men in de praktijk, dat men gevoel moet hebben om met een vlastrekmachine te kunnen rijden. Zowel bij harde wind als bij gelegerd vlas dient men met de leger- richting of de wind mee te trekken. Fibra trekt doorgaans zwaarder dan Reina of Wiera, terwijl een zware, droge grond moeilijker trekt dan een vochthoudende zavelgrond. HET HOKKEN EN SCHELVEN DIJ mooi zonnig weer verdient het aanbeveling om de schoven niet .direkt op te hokken maar even te laten besterven. Hierdoor wordt het vlas wat stijver en rechter van stro en laat zich dan beter hokken. Voor het op de juiste wijze hokken en schelven verwijzen wij kortheidshalve naar de folder „Kwaliteitsvlas geeft kwaliteitslint", welke op aanvrage gratis beschikbaar is onder Postbus 26 te Wageningen. Bij het hokken plaatst men bij voorkeur zes schoven bij elkaar, terwijl de lengterichting van de hokken in de heersende windrichting moet lopen. Bij kleine schc -en en uitgerijpt vlas kan men sneller tot schelven overgaan. Controleer de schoven bij slecht weer of indien deze te dik zijn uitgevallen of veel onkruid of ondervrucht bevat ten, regelmatig op broei. Zo nodig zal men de schoven bij het optreden van broei weer moeten opensnijden, uitleggen en keren. Het schelven dient men bij voorkeur op ruiters te doen waarbij, indien de schelf goed is opge bouwd, alléén de worteleinden zichtbaar mogen zijn. Een goede afdekking van de schelf en het mooi schuin aflopen voorkomen het inregenen. Is het vlas eenmaal in de schelf, dan is in feite het vlas geborgen en loopt men geen risico's meer, MAAK DE MACHINE SCHOON TEN EINDE vermenging bij gekeurde percelen te voorkomen, dient men de machine bij de overgang van het ene naar het andere perceel goed schoon te maken. PRIMA KWALITEIT GOEDE PRIJS De laatste drie jaren hebben over het alge meen vlas van matige kwaliteit opgeleverd, zo dat een partij vlas van prima kwaliteit zeker zijn prijs zal opbrengen. De vlasindustrie heeft voor al voordeel bij goed gevormde schoven, aan gezien hierdoor de bewerkingskosten aanmer kelijk lager worden. Maar zowel voor het trek ken, het hokken als net schelven dient men uit te gaan van het feit, dat kwaliteitswerk zich be taalt en dus ook door de afnemer betaald moet worden. J|OEWEL de Nederlandse karwij over het alge meen goed staat aangeschreven op de buiten landse markt, komt het de laatste tijd voor dat moeilijkheden ontstaan doordat onzuiverheden in het zaad worden aangetroffen. Vooral nu de keu ringseisen steeds scherper worden. Zo wordt er wel eens muizenvuil in een partij zaad gevonden. Deze partij is dan reeds in het buitenland en moet daar tegen hoge kosten worden geschoond öf wordt weer naar Nederland teruggezonden. Dit kan onze export van karwijzaad veel kwaad doen, aangezien de teelt van karwij praktisch geheel op export is gericht. Bij de karwijteler rijst waarschijnlijk de vraag of men hier niet te maken heeft met de kleine sclerotiën van de rattenkeutelziekte of kanker. De grotere exemplaren zijn bij het schonen n.l. ge makkelijk te verwijderen, de zeer kleine, die veel op muizen-excrementen lijken, zijn echter niet uit te schonen. Van exporteurszijde werd ons ech ter verzekerd dat er inderdaad muizenvuil in ver schillende partijen karwijzaad is gevonden en hierdoor grote moeilijkheden i.v.m. afkeuringen zijn ontstaan. In het belang van onze export willen wij er op wijzen dat, om deze afkeuringen te voorkomen, het ten zeerste aan te raden is de karwij direct na de oogst te dorsen en schoon in zakken op te slaan. Muizen voelen zich namelijk niet aangetrokken tot op dergelijke wijze opgeslagen karwijzaad. Aldue het Consulentschap voor de Handelsgewassen te Wageningen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 11