De hagelschade in Oost Zuid-Beveland
aan fruit- en landbouwgewassen
Wist V dat....?
ATTENTIE
GEMEENTERAADSLEDEN!
5
r\E steeds verder doorgaande inflatie of voor velen duidelijker de waardedaling van liet geld
U een zeer belangrijke invloed heeft op de prijzen van de onroerende goederen. Dit te betreuren
1 verschijnsel begint algemene bekendheid te krijgen. De eenvoudige niet theoretisch geschoolde mid-
denstander en de eenvoudige evenmin theoretisch geschoolde boer en tuinder en de loontrekkenden
in deze bedrijven spreken er over. Dit gesprek komt veelal op het vraagstuk van de inkomstenbe-
steding. Men kan met zijn inkomen twee dingen doen:
<L men kan het verteren
b. men kan het sparen.
Nu beluisteren we meermalen volkomen verkeerde en economisch gezien gevaarlijke klanken.
Een opmerking als: „we zullen het maar opmaken, het geld is straks toch niets waard", of een
minder gevaarlijke als: „laten we deze machine nu maar kopen, volgend jaar of later is hij toch weer
duurder" heeft ieder van onze lezers wel eens gehoord.
Beide uitingen leiden er toe dat meer wordt geïnvesteerddan onder normale omstandigheden het
geval zou zijn. Onze lezers kennen de klanken overbesteding en bestedingsbeperking allen wel. Beide
hierboven genoemde zinnen brengen ons in contact met twee soorten overbesteding, n.l. die in:
a. de consumptieve sfeer
b. de produktieve sfeer
J\fU is het een bekend feit dat men zijn geld maar eenmaal kan uitgeven. Wie dus zijn hoge in-
komen, onverschillig of dit nu bedrijfswinstt loon of vermogensinkomen is, uitgeeft is het kwijt.
Wie een gedeelte weet te sparen doet in tenminste tweeërlei zin nuttig werk.
ahij helpt mede de overbesteding af te remmen.
b. hij vormt een fonds voor de toekomst.
Gezien de strekking van deze artikeltjes wil ik nu op dit tweede punt de aandacht van mijn lezers
vestigen. TJit de besparingen kunnen de middelen worden gevonden voor de financiering van de on
dernemingen. Wie spaart doet dit in het algemeen niet in „de oude kous", maar belegt zijn vermogen
liefst zo rendabel mogelijk.
Dat kan tegenwoordig. De rentevoet is zeer hoog. Men kan wel 7 par jaar van zijn geld ma
ken door b.v. 7 obligaties te kopen.
Dit is voor de genieter een zeer mooie rente, maar voor het bedrijfsleven EEN STROP.
Nu heeft hij die op deze wijze zijn geld belegt dus een hoog rendement, maar het risico dat de
gulden steeds in waarde daalt.
Wordt t.z.t. zijn obligatie uitgeloot, dan ontvangt hij weer evenveel guldens als die hij er in heeft
belegd, maar die guldens hebben veel minder koopkracht.
Als iemand f 10.000,in 7 obligaties belegt die na 10 jaar worden terugbetaald, terwijl de waar
dedaling 3 per jaar heeft bedragen dan heeft hij in feite maar 70 van zijn belegde geld over,
daar de f 10.000,die hij terug ontvangt maar evenveel koopkracht vertegenwoordigen als f 7.000,
toen hij zijn obligaties kocht.
Dzeer betekenende rol. Wie voor f 10.000,- gr ging te zoeken en als zodanig speelt de grond een
zeer betekenende rol. Wie voor f 10.000,grond koopt en deze verpacht trekt een laag rende
ment. Laten we eens aannemen dat dit nog 4 zou bedragen (praktisch veelal minder) dan is dat
3 lager dan de obligatierente.
Na afloop van de 10-jarige periode is zijn grond echter, als alle andere omstandigheden gelijk zijn
gebleven, echter sterk in waarde gestegen. Laten we eens aannemen dat deze stijging ook 30 be
draagt dan is de waarde van zijn bezit (in slechter geworden guldens) f13.000,
Deze cijfers moet men niet verkeerd uitleggen en zeggen dat er dus een verschil is van f 6.000,
(n.l. f13.000,tot f 7.000,want de berekende 7.000,zijn guldens met een koopkracht van 10
jaar terug en de f 13.000,zijn guldens van nu.
De conclusie is dan ook dat bij beleggen in obligaties 30 waardeverlies optreedt en bij beleggen
in grond van waardevastheid sprake is.
Niet al te absoluut nemen en er eens over nadenken. We praten nog verder. MEIJERS.
Zondagmiddag 22 mei zal vele landbouwers en fruittelers uit Oost Zuid-Beveland nog lang heu
gen. De „Hagelkoerier" van de Ned. Onderlinge Hagel verzekerings Mij. schrijft over hetgeen er op
die middag gebeurde dat op deze zonnige wel iets windere dag in de middaguren een buiencomplex
uit West-België op kwam zetten. Dit ging gepaard met onweer, hevige windstoten en sterke tempera
tuurdaling.
En jawelin België vielen de hagelstenen in Kortemark, St. Jan in Eremo, Boekhoute en Wa
tervliet; de bui trok Nederland binnen bij Zeeuws-Vlaanderen om aldaar een geducht hagelspoor ach
ter te laten. Verschillende plaatsen in een breed front van IJzendijke aan de Westkant tot Vogel
waarde aan de Oostkant werden getroffen.
Een groot aantal landbouw- en fruitteeltbedrij ven w.erd het slachtoffer van de op sommige plaat
sen vernietigende hagel. Diverse plaatsen vielen in de bui: wij noemen o.a. Philippine Biervliet
Sluiskil Hoek Zaamslag Terneuzen Boschkapelle Hengstdijk en Hontenisse waarna
de buien bij Walsoorden en Ossenisse het Zeeuws-Vlaamse land verlieten.
De Westerschelde gepasseerd troffen de buien het smalle gedeelte van Zuid-Beveland n.l. Krui
ningen Krabbendijke Waarde en Rilland Bath.
Met een i-jg groter intensiteit hield de hagel hier huis met windkracht 10 tot 11 vielen gedu
rende een kwartier hagelstenen van één tot twee centimeter doorsnee. Na de bui werden meeuwen
dood op het land gevonden, op sommige percelen lag een laag hagel van 3 centimeter, de grond
zag er wit van en 's avonds om 11 uur waren de hagelstenen nog niet gesmolten.
Met een lichte ombuiging beneden de Oostersehelde vervolgde de bui haar weg in West-Brabant
vanaf Halsteren in noord-oostelijke richting een spoor van hagelschade achterlatend tot aan de Moer
dijk om tenslotte op het Eiland van Dordrecht bij Dubbeldam haar laatste hagellast kwijt te raken.
's Maandags verschenen direkt de eerste berichten in de pers zoals: „fruitoogst totaal vernietigd
door hagelstenen de bomen met hun kale takken zonder blad zien er uit als in de late herfst
het land is kaal en troosteloos met hopen afgevallen bladeren op de grond". Men denkt weieens:
„er zal wel wat gebeurd zijn; maar zo erg? Wij kunnen het ons haast niet voorstellen!" Hagelschade-
taxateurs, met jarenlange ervaring hebben echter een dergelijke schade in mei nog nooit eerder mee
gemaakt! Tot zover de „Hagelkoerier".
SCHADEINVENTARISATIE
Direkt 's maandags hebben de verschillende des
kundigen zich ter plaatse georiënteerd. Er werd
een voorlopige inventarisatie van de schade op
gesteld, waaraan ook door de deskundigen van de
Z. L. M. medewerking werd verleend. Wat betreft
het fruit is komen vast te staan dat de hagelschade
in Oost ^Zuid-Beveland nog aanmerkelijk groter
is dan aanvankelijk werd geraamd.
In het gebied van de veiling Krabbendijke, dat
Waarde, Krabbendijke, Rilland en een deel van
Kruiningen omvat, is ongeveer 65 van alle fruit-
bedrijven zo zwaar getroffen, dat de oogst waar
deloos is geworden.
Enkele cijfers om dit weer te geven volgen hier
onder.
Appels
Onbeschadigd
Licht tot zwaar beschadigd
Zeer zwaar beschadigd
59 ha
109 ha
349 ha
517 ha
12
20
68
100%
Peren
Onbeschadigd 50 ha 22
Licht tot zwaar beschadigd 20 ha 8
Zeer zwaar beschadigd 165 ha 70
235 ha 100
Van de totale oppervlakte appels en peren die
752 ha bedraagt is bij 454 ha de oogst voor 90
100 vernietigd. Deze nuchtere cijfers geven een
schril beeld van de catastrofe die heeft plaats ge
had.
Behalve deze schade aan appels en peren, is
ook ca. 20 ha klein fruit en pruimen zwaar geteis
terd.
LANDBOUWGEWASSENSCHADE
Uit de eveneens globale inventarisatie blijkt dat
in het gebied Krabbendijke, Waarde, Rilland en
Kruiningen resp. 460 ha, 460 ha, 290 ha en 40 ha
door de hagelschade zijn getroffen. In totaal ca
1250 ha.
Het aantal zelfstandige ondernemers, dat hun ge
wassen voor een groot deel verloren zag gaan,
In de bestuursvergadering van het Landbouw
schap van 11 mei is een onderwerp aan de orde
gekomen, dat van groot belang is voor de land
bouw, vooral in verband met de bedrijfsgebouwen.
Op l augustus van het vorige jaar is naast
enige andere wetten en besluiten de nieuwe
Woningwet in werking getreden. De gemeenten
moeten hun bouwverordeningen aanpassen aan
deze nieuwe wet. Zij hebben daarvoor drie jaar de
tijd gekregen. De Vereniging van Nederlandse Ge
meenten heeft in het begin van dit jaar een model-
bouwverordening het licht doen zien. ICet is te ver
wachten, dat de gemeenten dit model als voorbeeld
zullen gebruiken.
Deze nieuwe wetten dwingen de landbouw nog
meer dan voorheen aandacht te besteden aan dit
alles. Bouwverordeningen kunnen bijzonder rem
mend werken op de aanpassing van de bedrijfsge
bouwen aan de eisen van deze tijd. Vooral de zoge
naamde welstandseisen zijn in dit opzicht bekend
en berucht. De landbouwkundige, de bouwtechni
sche en de bedrijfseconomische inzichten verande
ren tegenwoordig zeer snel. liet is daarom nodig
de bedrijfsgebouwen snel te kunnen aanpassen.
Hoewel het Landbouwschap de model-bouwveror
dening nog niet heeft kunnen bestuderen, bestaat
de indruk dat te weinig rekening is gehouden met
de huidige eisen van de landbouw. Voor een deel
moet de oorzaak daarvan liggen in de omstandig
heid, dat noch het ministerie van Landbouw, noch
het landbouwbedrijfsleven betrokken zijn geweest
bij het opstellen van dit model. Het gevolg is dan
ook dat het Landbouwschap reeds heeft geconsta
teerd dat een aantal bepalingen moeilijkheden zal
opleveren.
Het is gemakkelijk kritiek uit te oefenen; moei
lijker wordt het als men wil zeggen hoe het wel
moet. Daarom wil het Landbouwschap de gemeen
ten hierbij beii. tpzaam zijn. Het bestuur heeft om
deze reden besloten een werkgroep in te stellen,
die binnen niet al te lange tijd voorstellen zal doen
met betrekking tot de nieuwe bouwverordeningen.
In deze werkgroep zit 'n aantal leden van de com
missie Grondgebruik en van de commissie Boerde-
rijenbouw van het Landbouwschap. Zij worden bij
gestaan door enige deskundigen van Wageningen
en van het ministerie van Landbouw. Het bestuur
van het Landbouwschap heeft besloten de minister
van Landbouw op de hoogte te stellen van deze
studie.
Het zou voor de landbouw van belang zijn als
de gemeenten in Nederland wachten met het aan
passen van hun bouwverordeningen tot zij kennis
hebben kunnen nemen van deze studie en van de
voorstellen van het Landbouwschap.
Wij willen de agrarische leden van de gemeen
teraden er dan ook gaarne op wijzen dat deze voor
stellen van het Landbouwschap binnen afzienbare
tijd te verwachten zijn zodat van hun kant invloed
uitgeoefend kan worden in de gemeenteraad;
voordat definitieve besluiten worden genomen!
bedraagt voor Krabbendijke - 125, Waarde - 130,
Rilland - 10 en Kruiningen - 10. Totaal 275.
Uit deze cijfers blijkt wel dat de klein-grond-
gebruikers onder de getroffenen zeer sterk over
heersen. Het betreft hier economisch levensvat
bare bedrijven, voornamelijk gemengde land- en
tuinbouwbedrijven, met arbeidsintensieve teelten
waardoor een goed arbeidsinkomen behaald wordt.
Aan wintertarwe is van circa 100 ha 50 be
schadigd en aan nog eens 100 ha een schade va
riërend van 2550 toegebracht. De schade aan
de zomertarwe met een areaal van ca. 200 ha
bleek nog moeilijk te taxeren te zijn evenals die
aan de ca. 100 ha gerst. Vermoedelijk zal deze
echter groot zijn.
Van de karwij-, blauwmaanzaad- en vlasperce
len resp. 30, 50 en 60 ha groot is het gewas ge
heel vernietigd. Van een suikerbietenareaal van
200 ha wordt geschat dat van 50 de groeipunt
beschadigd is; op een aanmerkelijke opbrengst
derving moet gerekend worden. Ook de schade
aan erwten (circa 80 ha) is vermoedelijk groot,
evenals aan de uien (70 ha). De eerste snede van
de lucerne zal, wat de opbrengst betreft, gehal
veerd zijn. De schade aan de graszaadpercelen
(±60 ha) en aardappelen (200 ha) zal over enige
weken bekeken moeten worden daar deze nog niet
direkt vastgesteld kon worden. Nadere bijzonder
heden hierover geeft onze medewerker in onze ru
briek „Uit de Praktijk".
De kleinfruittelers zullen praktisch gesproken
uit hun bedrijven dit jaar geen inkomen behalen.
Voor de gemengde land- en tuinbouwbedrijven
wordt getaxeerd dat het inkomen 30 tot 50 zal
teruglopen. Op verschillende grotere bedrijven zal
in elk geval geen winst worden behaald.
Voor verschillende zelfstandige ondernemers is
deze hagelschade een financiële ramp!
Hun kapitaal zit in het bedrijf; liquide middelen
zijn niet voldoende aanwezig. De normale bedrijfs
risico's kunnen altijd wel worden opgevangen
maar deze schade ligt verre boven het normale.
Voor verschillende bedrijven komt de voortzetting
van het bedrijf dan ook in gevaar, omdat er niet
voldoende bedrijfskapitaal aanwezig is om het
bedrijf voort te zetten. Hulp zal dan ook in ver
schillende gevallen op korte termijn geboden moe
ten worden!