Bijvoeren van weidekoek aan melkvee in de weide UIT DE PRAKTIJK 13 AMTRENT de vraag of het bijvoeren van melkvee noodzakelijk en/of financieel ver- antwoord is, is reeds veel gezegd en geschreven. Er zijn zowel overtuigde tegen standers als voorstanders. Hieruit volgt reeds dat de beantwoording van de vraag niet eenvoudig is. Enkele punten die hierbij van belang zijn, willen wij in dit artikel wat nader bekijken. De weidekoek kan gebruikt worden om verschillende redenen. Hij kan dienst doen als: 1. lokkoek, 2. aanvullende energiebron (zetmeelwaarde), 3. middel om een onevenwichtig mineralengehalte van het grasrantsoen enigszins te kor- rigeren. 1. LOKKOEK Op veel bedrijven wordt het weidekoekie vooral gevoerd als lokmiddel om de koeien gemakkelijker naar de melkplaats te krijgen. Als lokkoek moet de weidekoek graag op genomen worden, d.w.z. smakelijke grondstoffen bevatten en niet te hard of te los zijn. Men voert dan slechts 1 a 2 reepjes per melktijd en vraagt zich niet af of de gemaakte kosten worden goedgemaakt door een hogere produktie of een betere konditie varv^de dieren. 2. TER AANVULLING VAN EEN TEKORT AAN ZETMEELWAARDB Een maximale melkproduktie is alleen te verwachten, wanneer de voederwaarde van het gras de koeien daartoe in staat stelt. Over een tekort aan eiwit in het gras hoeven we ons onder normale omstandigheden geen zorgen te maken. Alleen wanneer het gras oud en stengelig is en in zeer droge zomers kan de eiwitvoorziening tekortschieten. Dit probleem zal zich natuurlijk eerder voordoen op humusarme zandgronden dan op vochthoudende kled/veengronden. Op goed of zeer goed weidegras nemen de koeien meestal meer eiwit op dan ze nodig hebben. Voor koeien met een lage of matige dagproduktie bedraagt de opname aan eiwit niet zelden het dubbele van wat de dieren nodig hebben. Het bijvoeren van eiwitrijke koeksoorten moet daarom normaliter worden ontraden. De dieren zullen er waarschijn lijk ook geen schadelijke gevolgen van ondervinden, maar het maakt de bijvoeding on nodig duur. Veel meer en veel eerder zal het weidegras tekortschieten in de energievoorziening (zetmeelwaarde). In het algemeen kan worden gesteld dat bijvoeging des te eerder ver antwoord is naarmate er minder gras besch ikbaar is, naarmate de kwaliteit van het gras Naarmate de kwaliteit van het gras slechter wordt (meer stengel - minder blad) is bijvoedering eerder verantwoord. KONKLUSIE Bij aankoop van weidekoek is het zaak om naast de smakelijkheid en de vastheid van de koek vooral ook te letten op de ZW en de sa menstelling. De neiging om met weidekoek wei" nig waardevolle grondstoffen aan de man te brengen is soms groot. Bij prijsvergelijkingen lette men vooral op de prijs per eenheid zet meelwaarde. In een volgend artikel willen wij nader in gaan op het korrigeren van een onevenwichtig mineralengehalte in het grasrantsoen. Stichting C.L.O. Centrale IR. R. VAN DE BERG. (Vervolg van pagina 4) staan er zelfs goed voor. Het vlas is nogal ver schillend en soms vrij kort. Al moeten we bij dit gewas niet te vlug klagen en ook niet te vlug juichen. Voor de laat gezaaide gewassen en gron den met een minder goede struktuur was i.p.v. een te droge meimaand een iets vochtiger weer welkom geweest. Vorige en ook deze week was het de tijd voor een eventuele bespuiting tegen de knopmade in erwten. In onze streek is de schade van dit insekt meestal gering al zijn verrassingen in de natuur altijd mogelijk. Tijdens de volle bloei kunnen de z.g. „kwade harten" worden bestreden d.m.v. een bespuiting met mangaansulfaat. Droog en warm weer verhogen de kans op mangaangebrek. Voor al schokkers m.n. het ras Maro en ook het kleine groene ras Pauli zijn gevoelig. Gedurende de peul vorming kan ook nog de wormstekigheid ons par ten spelen. De erwt vraagt in di periode nogal be scherming. Voor de vroegste aardappelpercelen gaat ook de phytophthorabestrijding beginnen. Op de spuit- nota vormt deze ziekte jaarlijks een „zware" post. Zolang we onze huidige Bintje telen blijft tijdig beginnen, regelmatig herhalen en op tijd doodspui ten de enige sluitende methode van bestrijding. Vooral ook het op tijd beginnen blijkt in de kri tieke jaren van groot belang te zijn. Een bezigheid die meer tijd vraagt dan ons lief is is het onderhoud van de slootkanten. Netjes uit- maaien en hooien kost veel werk en brengt wei nig op. We zoeken eigenlijk een methode die een minimum aan arbeid vraagt, een schone sloot geeft en het talud in stand houdt. Een veilige che mische methode is eigenlijk nog niet gevonden. Het gras doodspuiten is zo moeilijk niet, korthou- den met behoud van de noodzakelijke taludbe- schermende begroeiing vormt juist het probleem. De bestrijdingsmiddelenfirma die een goede gras- groeiremmer op de markt kan brengen zal waar schijnlijk wel afzet vinden. Zolang die er niet is zullen we het misschien meer moeten zoeken in het zwart houden van het horizontale gedeelte en het uitmaaien van het schuine (hopelijk niet ver- tikale) gedeelte. Met het spuiten van de gehele kant zullen we in verband met het talud toch voorzichtig moeten zijn. slechter is en naarmate de prod'ukiie van de dieren hoger is. De bijvoeding in de weide zal dus om ekono- rmsch rendement af te werpen meer doelgericht moeten worden toegepast. Niet zoals nogal eens gebeurt aan alle dieren steeds evenveel, ongeacht de dagproduktie en ongeacht de kwaliteit van het gras. Uit vele proeven is gebleken, dat door bijvoe ding op deze wijze, bijv. met 1-3 kg krachtvoeder per dier per dag, de melkproduktie bijna nooit meer dan met 1 kg per diier per dag werd ver hoogd (afgezien van de late herfst). Vrijwel steeds werden dan de baten van de bijvoeding verre over troffen door de kosten. Tekorten aan zetmeelwaarde kunnen zich voor doen: a. gedurende de laatste dagen voor het omweiden en bij gras van matige kwaliteit. De koeien vreten de eerste dagen na het om- weiden gras. van een hoge voedingswaarde. De laatste dagen voor het omweiden nemen de die ren minder op van het steeds schaarser wor dende gras, wat bovendien nog een lagere voe dingswaarde heeft (meer stengel minder blad). De hoogproduktieve hebben ide grootste zetmeelwaardebehoefte en zullen het eerst te kort komen. Bijvoeding van deze dieren (1-2 kg weidekoek per dier per dag) kan 't tekort aan vullen. b. by hoogproduktieve dieren In de regel doet men er goed aan koeien met een produktie van 25 kg of meer altijd bij te voeren. Dit om te voorkomen, dat ze sterk ver mageren en/of onvoldoende op produktie blij ven. DE SAMENSTELLING VAN WEIDEKOEK. WAAROM EEN HOGE ZW? Uit het voorgaande blijkt dat naast weidegras een zetmeelwaarde-aanvulling onder bepaalde om standigheden nuttig kan zijn. Eiwitaanvulling is slechts zelden nodig. Het nuttig effekt van weide koek kan dan ook het beste worden afgemeten aan de zetmeelwaarde. De bij de C.L.O.-controle aange sloten koöperaties fabriceren een weidekoek met een ZW van minstens 63. In vergelijking met som mige andere in de handel zijnde weidekoeken is dit vrij hoog. Vanzelfsprekend heeft dit ook zijn kon- sekwenties voor de 100 kg-prijs. Toch zal men meestal met een weidekoek met een hogere ZW, ondanks een hogere 100 kg-prijs, per eenheid ZW goedkoper uit zijn. Met onderstaand voorbeeld kan 'dit nog worden verduidelijkt. Prijs per 100 kg Prijs per eenheid ZW Weidekoek ZW 63 Weidekoek ZW 58 ƒ36,- ƒ35,- Het komt er op neer, dat men van de koek met een ZW 63 een kleinere hoeveelheid hoeft te geven om eenzelfde effekt te mogen verwachten, waar door de kosten dan lager kunnen blijven. Voorts dient er op gewezen te worden dat liet by weidekoek, meer dan by welk ander mengvoeder, zaak is om de grondstoffen te kennen (openbare e. tijdens de herfst. In de herfst kan door een hoog vochtgehalte in het gras de droge-stofopname te gering wor den, Herfstgras bevat verhoudingsgewijs meer eiwit en minder droge stof. Een tekort aan zet meelwaarde is in de herfst dan ook eerder te duchten dan in het voorjaar en in de zomer. Dit gevaar wordt nog vergroot door 't koude natte weer, waardoor de energiebehoefte van het dier wordt verhoogd. Speciaal in de herfstmaanden zullen dieren met een hoge produktie moeten worden bijgevoerd. Hoog produkfleve die ren hebben de grootste zetmeelwaarde behoef te en zullen het eerst tekort komen. samenstelling). De weidekoek wordt nogal eens gebruikt om weinig waardevolle grondstoffen (haverdoppen, cacaodoppen etc.) aan de mail te brengen. Wanneer men enkelvoudige voeders wil bijvoe ren, zoals pulp, bostel, aardappelvezels etc., dient men de prijs van deze voeders ook te vergelijken op basis van de prijs per eenheid ZW. Hierbij moet bedacht worden, dat enkelvoudige voeders zich minder gemakkelijk individueel laten doseren, het geen met weidekoek goed mogelijk is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 13