Wie betaalt het gelag van te laag vastgestelde consumentenprijs? Officieel orgaan van de Muatschappij tot bei ordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland RISICO'S EN PRIJZEN ONS COMMENTAAR \A/ ELKE geweldige risico's de ondernemer in land- en vv tuinbouw t is ook in onze provincie vorige week op een wel zeer harde wijze ervaren. De oogst 1966 van hard fn'lt, klein fruit en akker bouwgewassen is in een aanzienlijk gebied van Oost Zuid- Beveland verdwenen door een hagelbui van enkele minu ten. Een jaar werken voor niets, terwijl voor het volgend jaar met name ten aanzien van het hard fruit de schade ook nog aanzienlijk kan zijn. ledereen die het gebied gezien heeft zou bij de pak ken neer gaan zitten, maar zo niet boer en tuinder in deze streek. Hij beraadt zich in de vergaderingen over wat er nog te redden is en we zagen een dag na deze hagelramp de mensen bezig met het rooien van frambozen en het ploegen van wintertarwe om te trachten nog een ander gewas er in te krijgen. Ondernemerschap een teveel misbruikt woord moet men dit noemen dachten wij. Een normaal risico hebben we dit alles niemand horen n-emen. Dat is ook duidelijk, wanneer we alle gewoonlijk door boer en tuinder te dra gen groei- en oogstrisico's eens optellen. Waar dan nog weer bij moet komen een vaak aanzienlijk marktrisico LJET is vrij logisch dat door zo'n abnormale schade als zich nu heeft voorgedaan de gedachten weer eens nader bepaald worden bij het verband tussen risico's en prijzen. Ook anderszins werd dit opgedrongen n.l. door de reacties op de gang van zaken in de E. E. G. Zoals be kend is er tussen de zes landen een accoord bereikt over dé landbouw- (en tuinbouw-, want ook die sector zal hier uit kunnen puven) financiering. Twee weken terug schreef Ir. Knottnerus in deze kolommen over het feit dat z.i. het accoord te vroeg was bereikt in verband met de sterke positie, die Frankrijk hierdoor heeft gekregen. Toch blijkt wel weer uit deze tot stand gebrachte overeenkomst dat we vorderen in de II. E. G. Een noodzaak voor ons dachten we omdat van terugkeer geen sprake meer kan zijn. Het Landbouwfonds wordt omvangrijk. Er zullen miljar den inkomen (uit effingen en bijdragen van de nationale overheden) en miljarden uitgaan (aan exportsubsidies, in grijpen op de markt en structuurverbeteringen). Deze groot te van het fonds nu heeft in diverse beschouwingen in de niet-Landbouwbladen van ons land tot de conclusie ge leid dat de agrarische prijzen te hoog zijn. Natuurlijk is er een verband tussen de hoogte der land bouw- en tuinbouwprijzen en de grootte van het fonds. Maar een conclusie als bovenstaande lijkt ons wat snel en onbedachtzaam gedaan. \A/AT is het uitgangspunt van een landbouwbeleid, zo- wel nationaal als in E. E. G.-verband? We dachten dat het urgentieprogramma van het K. N. L. C. een goed aanknopingspunt biedt. Dit stelt n.l. een redelijk inkomen (waaruit normale risico's ook kunnen worden opgevangen) uit rationeel aangewende arbeid. Wanneer voor de ver wezenlijking hiervan in het grote landbouwgebied dat de E. E. G. vormt een groot fonds nodig is, is dit geen onrede lijke zaak. De eerdergenoemde consumentenconclusie die wij hier en daar tegenkwamen geeft ook de indruk dat men in ons land nog moet wennen aan de in E. E. G.-verband wat an dere opstelling van het landbouwbeleid, n.l. dat de prijs voor de producent uit de markt moet komen. De ook in onze sector stijgende kosten (waarbij wij inrekenen een risico factor) moeten er dan voor de producent toch uitkomen, wil hij door kunnen gaan. Maar dit i - gezien de afzetsitua- tie lang niet altijd het geval. En dan eet de consument ten koste van de producent. Deze indruk wordt bevestigd door enkele cijfers, die wij onder ogen kregen. Minister Biesheuvel stelde al eens eer der de stijging van de lonen ten opzichte var. die van de prijzen van agrarische podukten. Het Centraal Planbureau berekende onlangs enkele indexcijfers van de stijging der gezinsuitgaven. De voeding bleef met een stijging van 8 punten in de periode 19591965 ver beneden de gemid delde stijging van 30 punten. En dan te beseffen dat deze stijging meer zal zitten in de tussenschakels dan dat deze •de agrarische producenten ten goede gekomen is! Pr. f\E huidige prijs van de consumptiemelk baart de consumptiemelkfabrieken de laat- V ste tijd grote zorgen. Wat is namelijk het geval? Onlangs, per 3 april, is een ver hoging van de „straatprijs" voor melk toegestaan van één cent per liter. Deze verhoging blijkt echter beslist onvoldoende te zijn om alle kostenverhogende factoren te dekken. Van deze 1 cent is globaal 0,5 cent nodig om de richtprijs van de melk voor de boer te kunnen verwezenlijken. Daarnaast is 0,1 cent hier/an bestemd voor de melkslijters en 0,4 cent om de verhoogde kosten van de consumptiemelkbedrijven op te vangen. Echter zijn de kostenstijgingen, waarme de deze bedrijven te maken hebben veel ho ger dan de nu toegestane 0,4 cent. Volgens de kostprijscalculatie opgesteld door een kostprijscommissie van de geza menlijke consumptiemelkfabrieken blijkt de kostenstijging echter ca. 1,8 cent per li ter te bedragen. Dit kostprijsonderzoek wordt verricht op basis van een door de overheid aanvaarde werkwijze in overleg met de ac countantsdiensten van het Ministerie van Landbouw en het Produktschap voor Zuivel, (Zie verder pag. 8.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 1