K N L C ONDERWIJSVERNIEUWING (II) Ondernemerschap in de Tuinbouw Een nieuw seizoen een nieuw geluid ir De eerste aandacht voor de onderwijsvernieuwing, die bij de Mammoetwet in grote lijnen is geregeld, valt in de practijk vaak op de organisatie van het systeem van scholen, het „sluitend geheel van onderwijsvoorzieningen." Er ligt echter een duidelijke bedoeling achter dit „sluitend geheel" die vaak minder in de algemene discussies naar voren komt. En dat is de uitwerking van de gedachte dat de leerling meer kansen zal gaan krijgen om naar eigen aard, begaafd heid en interesse zijn studie te voltooien, ook binnen het schooltype dat hij zich heeft gekozen. HET "EXAMEN S POOK In ons huidige onderwijssysteem leidt het voorgeschreven einddiploma vaak tot het spookbeeld van het eind examen, dat een groot aantal vakken omvat. Men kan zeggen dat van de leerling een brede kennis wordt ver wacht met het oog op dit eindexamen. Wat hij later van die brede kennis nodig heeft blijft een vaak onbeant woorde vraag. De leerling bestudeert op school een aantal vakken waarvoor bij hem de wezenlijke belangstelling ontbreekt en het studeren wordt ge deeltelijk een straf. De leerling stu deert „niet voor de school, maar voor het leven," doch de praktijk is vaak anders. De oorzaak daarvan ligt in ons categoriaal schoolsysteem, een systeem van eenvormigheid binnen het school verband waarbinnen de leerling nau welijks enige keuze wordt gelaten. DIFFERENTIATIE De onderwijsvernieuwing wil de SCHAKELKLAS VOOR H.L.S. TE DORDRECHT Zoals reeds eerder werd aan gekondigd zal bij voldoende deel name het komende cursusjaar aan de H.L.S. van het K.N.L.C. te Dordrecht een schakelklas wor den verbonden voor hen die met goed resultaat de M.L.S. hebben gevolgd en nu verder willen stu deren. Deze klas staat ook open voor hen die minstens twee jaar geleden hun MULO-A diploma haalden. Opgave voor deze scha kelklas naar de H.L.S. moet ge schieden voor uiterlijk 7 juni 1966. Op die datum zullen de candida- ten voor deze schakelklas namelijk op de school te Dordrecht door de Rijkspsychologische Dienst op hun geschiktheid voor deze klas worden getest. Voor opgaven en inlichtingen kan men zich wenden tot de Di recteur van de H.L.S. van het K.N.L.C.ir. W. T. Rinsema, Oranjesingel 264, Dordrecht. opleiding van de leerling echter beter aanpassen aan zijn aanleg en capaci teiten. Dat vraagt een onderwijssy steem dat differentiatie mogelijk maakt. Niet het vele is goed, maar het goede is veel, ook in het onderwijs. Het categoriale onderwijssysteem gaat uit van een vast klasseverband met een eenvormig programma voor alle leerlingen. Het gedifferentieerd onderwijs biedt de leerling de moge lijkheid om zelf een deel van zijn pro gramma te kiezen. Daardoor wordt het vaste klasseverband doorbroken en ontstaan er groepen van leerlingen met onderling een verschillende be zetting. De school geeft een aantal vakken en zorgt daarmee voor een be paald aanbod aan leerstof. Maar de leerlingen krijgen tot op zekere hoogte de vrijheid om uit dat aanbod aan vakken te kiezen. Bij algemene maat regel van bestuur bepaalt de Minister de vakken die in het voortgezet on derwijs zullen worden gegeven. Hier over geeft de Mammoetwet zelf vrij wel geen direct bindende voorschrif ten. Het bevoegd gezag (schoolbestuur) kan naar eigen inzicht de bij bedoelde Algemene Maatregel van Bestuur vast gestelde basistabel aanvullen. Het al lerbelangrijkste is daarbij echter, dat het eindexamen niet voor alle leerlin gen dezelfde vakken hoeft omvatten. Op deze manier is er dus differen tiatie mogelijk, al is dat vanzelfspre kend ook weer niet in onbeperkte mate het geval. KEUZE VRIJHEID 1 Alle leerlingen moeten namelijk alle lessen van de basistabel volgen. De gemiddelde grootte van de groepen van leerlingen die gedifferentieerd les krijgen is verder aan een grens ge bonden. Tenslotte mag de leerling niet meer dan een bepaald maximum aan tal lessen volgen. De keuze vrijheid van de leerling is dus niet onbeperkt, ook al niet omdat gewaakt zal worden voor eén al te eenzijdige keuze van de vakken door de leerling, en omdat het nodig kan zijn om tot de voorgeschre ven groepsbezetting te komen om de leerlingen in te delen anders dan zij zich volgens hun vrije keuze zouden 3 C.L.O.-CONGRES TIJDENS DE 18e WEHATE 6 EN 7 JULI 1966 SCIJEVENINGEN 6 JULI „Het ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf" - Z.E. drs. J. A. Bakker, Staatssecretaris van Economische Zaken. „Het ondernemerschap in de tuinbouw" - Ir. A. de Zeeuw, Directeur van de Tuinbouw. Ontvangst en rondleiding op de Wéhaté. 7 JULI Sektieberaad de ondernemer en de organisatie van zijn bedrijf de ondernemer als bedrijfseconoom en financier de ondernemer als werkgever de ondernemer en de markt de ondernemer en zijn organisaties de ondernemer en zijn gezin Forumdiscussie Deelnemersprijs 37,50 incl. maaltijden, zonder logies. Inlichtingen: Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité, Prins Mau- ritsplein 23 te Den Haag, telefoon 070 - 51 25 41. Opgave: zo spoedig mogelijk. (Inschrijving na overmaking van de deelnemersprijs naar volgorde van ontvangst; indien plaatsing niet mogelijk is wordt het deelnemers bedrag gerestitueerd). hebben ingedeeld. Hier zal de school leidend en begeleidend moeten op treden. Toch biedt dit systeem al vele voor delen boven het categoriale systeem. Kenden we tot nu toe een onderwijs systeem dat „in de breedte" werkte, nu gaat een zekere verdieping in een aantal vakken beter mogelijk worden. Was ons onderwijssysteem tot nu toe gebaseerd op de breed begaafden, nu krijgen ook de minder breed georien- teerden een betere kans. De leerling kan zich zo inderdaad meer richten op die vakken die zijn belangstelling heb ben zonder zijn aandacht te moeten verdelen over een hoeveelheid van vakken waarvoor hem de interesse in feite ontbreekt. Zo kan ook meer aandacht worden besteed aan het beter verwerken van de geboden leerstof. Er wordt een be roep gedaan op het verantwoordelijk heidsgevoel van de leerling: hij heeft immers zelf gekozen! Ook voor de docenten geeft dit het voordeel dat zij werken met leerlingen die uit belang stelling het vak hunner keuze bestu deren. BEGELEIDING NODIG De keuze mogelijkheid staat pas open als men weet waaruit men kan kiezen. Daarvoor moet men ook de nodige ervaring hebben opgedaan met datgene wat men later niet kiest. Van daar dat de keuze vrijheid pas in de hogere klassen groter kan worden en dat men in de eerste klas kennis moet kunnen nemen van datgene wat ter keuze wordt aangeboden. De docent zal dan samen met de leerling tot een slotsom kunnen komen op grond van opgedane ervaringen. Vandaar dat de leerling de lessen van de basis tabel verplicht is te volgen. Is de ba sistabel breder van opzet, dan wordt de vrije keus beperkter. Is de basis tabel beperkt van opzet, dan is de keuze groter. DE TAAK VAN HET SCHOOLBESTUUR Zo ontstaat een onderwijssysteem dat binnen een bepaald schooltype aan de leerlingen vrijheid en verantwoor delijkheid geeft met betrekking tot te kiezen richtingen al naar zijn begaafd heid en belangstelling. Deze keuze vrijheid kan pas verwezenlijkt worden in de loop van de schoolloopbaan. Dat gene wat ter keuze wordt gesteld is een aantal vakken buiten de voorge schreven vakken. Deze vakken kan de school toevoegen aan de verplichte vakken. Het schoolbestuur zal in dezen dus beslissingen moeten nemen. Even als in het vorige artikel over de on derwijsvernieuwing moeten wij ook hier tot de conclusie komen dat het zaak zal zijn dat men zich als school bestuur van zijn nieuwe verantwoor delijkheden bewust is, omdat er nieu we mogelijkheden ontstaan in ons voortgezet onderwijs ook voor de be sturen. J. R. W. werknemersorganisaties vormen met vertegenwoordigingen van de overheid een weliswaar bont, maar toch niet hecht gezelschap. Allerwegen blijkt men ervan overtuigd dat dit werk voortgang moet vinden. NIEUWE KOERS. Na meer dan 30 jaar ervaring zijn er natuurlijk wel enige verschillen te constateren t.o.v. de beginperiode. In de crisistijd was de hele voorlichting erop gericht, de huishouding zo economisch mogelijk te voeren; dit doel is ook nu nog belangrijk, maar daar naast zien we toch ook dat niet alleen zuinigheid maar ook inzicht in nieuwe vindingen op huishoudelijk terrein, persoonlijke verzorging van de huisvrouw (cursus Gratie en Charme), aandacht voor, srijaakóntwikkeling iri naaicurSiissen en bloemschikken. Het „Beter bewegen" om met juister spiergebruik 'arbeid te verrichtèn is als nieuwe cursus goed aangeslagen. Het nieuwe programma biedt weer een ruime keus. Voor het eerst is er ook de mogelijkheid om enige cursussen aan te vragen die slechts uit 3x een les van 2V2 uur bestaan; dit aantal was in het verleden steeds 6. Er zijn echter huisvrouwen die opzien tegen een 6-weeks verband en op deze wijze kan ook de lerares meer plaatsen bereiken. Koken, diepvriezen, in enkele provincies slacht-diepvriezen, gasten ontvan gen, reparaties in de huishouding en persoonlijke verzorging vormen het terrein van de landbouwhuishoudleraressen, haar collega's met andere op leiding geven weer diverse naaicursussen, lessen in verzorging van tuin- en kamerplanten. Iedere vereniging kan natuurlijk ook lezingen of demonstraties aanvragen over alle onderwerpen. WENSEN. Enige problemen zullen nog wel even blijven bestaan. De leef tijdsgrens van-20 jaar (voor ongehuwden) zouden wij graag verlaagd zien tot 18 jaar. Immers op deze manier zouden b.v. de jongerenorganisaties veel meer van deze cursussen kunnen profiteren. Wij gaan er nog maar al te vaak van uit, dat meisjes van het platteland steeds alle naar een landbouwhuishoudschool gaan. Dit is echter niet het geval, velen volgen een andere opleiding, zoeken bv. ook een werkkring buiten de huishouding. Kwam er vroeger nog wel eens iets terecht door „bij moeder thuis" mee te helpen, nu, met ander werk gaat dat vaak niet. Op plaatsen waar scholen zijn organiseren zij cursussen, maar daar buiten zou het juist voor deze meisjes gewenst zijn een mogelijkheid tot scholing te krijgen. Belangstelling is er bij deze groep zeker. Een tweede probleem ligt in het bereiken van ongeorganiseerde huisvrouwen. M.i. zouden de verenigingen haar een grote dienst bewijzen door hen in cur sussen toe te laten zoals dit bv. in streekverbeteringen ook gebeurt. De Stichting Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande werkt immers met overheidssubsidies en is er voor 'iedere huisvrouw op het platteland! Het nieuwe programma is inmiddels aan alle verenigingen toegezonden en is tevens op aanvraag verkrijgbaar bij het secretariaat: Segbroeklaan 104 te Den Haag, tel. 070 - 63 68 75. Wij wensen U er veel profijt van. G. A de L. „Passen en meten, de juiste maat op een naaicursus". Ieder voorjaar verschijnt er een nieuw programma van de Stichting Huis houdelijke Voorlichting ten Plattelande. Juist aan het eind van het verenigingsseizoen kunnen „georganiseerde" dames hun plannen voor de komende maanden gaan opstellen, huishoud- <Consulentes hebben regelmatig overleg met de „Stichtingsleraressen" om hun 'werkplan zo goed mogelijk uit te voeren. STICHTING UIT ALLE „ZUILEN". Waar het overgrote deel- van ons nationaal inkomén door vrouwenhanden gaat is het toch wel gewenst deze handen zo bekwaam mogelijk te maken en geleid door een, verantwoorde kennis van zaken. Het is in ons land een verheugend verschijnsel dat in de Stichting Huis houdelijke Voorlichting ten Plattelande nog steeds alle „zuilen" vertegen woordigd zijn. De drie Centrale Landbouworganisaties, de drie bonden van Plattelands vrouwen, de landarbeiders, de Kruisverenigingen, de vrouwenbonden van de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 6